De Zwitserse fotograaf Werner Bischof (1916-1954) heeft in zijn korte leven een indrukwekkende hoeveelheid reportages gemaakt, waarvoor hij landen als Japan, India, Korea, Mexico en Panama bezocht. Het tragische ongeluk dat een einde aan zijn leven maakte, vond plaats tijdens zijn laatste project in Peru. Bischof was toen pas 38 jaar oud.
Van oorsprong was Bischof reclamefotograaf en hij werd gezien als een veelbelovend vertegenwoordiger van de ‘Nieuwe Fotografie’ die eind jaren ’20 opkwam. Fotografie waarin naar esthetische perfectie werd gestreefd. Net als voor veel fotografen in de fotogeschiedenis vormde de Tweede Wereldoorlog een omslagpunt voor hem.
Als Bischof in november 1945 door het Zwitserse blad ‘Du’ op pad wordt gestuurd naar de door de oorlog gehavende landen Luxemburg, Nederland, België en Frankrijk worden zijn ogen geopend voor wat fotografie óók kan betekenen, namelijk getuigenissen vastleggen, bewijzen verzamelen en waarheidsvinding plegen.
Deze verandering in werkwijze, houding en interesse zorgen voor een gespannen verhouding met verschillende tijdschriftredacties en leiden ertoe dat hij zich in 1948 aansluit bij het fotografencollectief Magnum Photos dat opkomt voor onafhankelijke fotografen die niet in vaste dienst wensen te werken van redacties. Hij is de eerste fotograaf die zich mag voegen bij de oorspronkelijke oprichters (onder wie de wereldberoemde Robert Capa en Henri Cartier-Bresson).