De Ierse schrijver, toneelschrijver en dichter Colm Toíbin schrijft vaak over brede onderwerpen als identiteit, creativiteit en de maatschappij en heeft zowel fictie als non-fictie op zijn naam staan. In zijn nieuwste roman Het huis van de namen spelen bekende personages uit de Griekse mythen, zoals Elektra, een grote rol. Silvie van der Zee interviewde Toíbin voor lees.bol.com over zijn schrijfproces, drama en familiebanden.
Je nieuwe roman speelt zich af in de Griekse Oudheid. Waarom koos je dit tijdperk?
Dat zit zo... Ik had een korte roman geschreven, Het testament van Maria, over de moeder van Jezus. Van dit boek is een toneelstuk gemaakt. Hierdoor zag ik een groot aantal actrices het stuk spelen. Het hele idee van toonval en Griekse toonval en een stem die mogelijk maar één keer spreekt hield mij bezig. Toen las ik een toneelstuk van Euripides, een van de laatste stukken van zijn hand, Iphigeneia in Aulis. Ik had het nooit eerder gelezen. Iedereen heeft Elektra gelezen en kent het verhaal van Elektra, de dochter van Klytaimnestra. Maar dit toneelstuk vertelt het verhaal van de moeder, vanuit het perspectief van de moeder. Het was helemaal nieuw voor mij. Door de titel denk je dat het niets gaat worden, maar Iphigeneia in Aulis is een fantastisch stuk. Bij het lezen van het stuk kreeg ik meteen allerlei beelden in mijn hoofd. En die vormden zich om tot zinnen. Het gebeurde, ik heb het niet gepland.
Wordt een verhaal altijd zo gevormd in je hoofd?
Ongeveer. Iets houdt je bezig, een beeld of een herinnering of iets dat iemand je heeft verteld, zelfs jaren geleden. Het wordt een ritme dat weer verandert in een melodie, zonder dat jij bewust hebt besloten dat dit moest gebeuren. Ik denk zelfs dat als je het bewust zou proberen, het geforceerd zou klinken. De lezer zou merken dat er iets mis is. Het moet zijn eigen momentum hebben, en het moet geleidelijk en organisch veranderen.
Is dit belangrijker dan de personages?
Ja, het kan ook een personage zijn dat je in je hoofd hebt. Maar het moet iets zijn, een mens, iets dat aan verandering onderhevig is. Dit is op zichzelf niet genoeg. Het verandert geleidelijk en onverwacht in je hoofd.
Zou je in die tijd willen leven? Of in een ander tijdperk?
Ik denk dat het in Lucky Jim is, een roman van Kingsley Amis uit de jaren ‘50, dat Jim zegt: “Het maakt niet uit hoe erg het is...” en dan zet hij alle slechte dingen op een rij, zoals de waterstofbom en een aantal dictators, “…ik zou nooit in de Middeleeuwen willen leven”. Ik zou echt niet in de middeleeuwen willen leven!