Headerrebibleinez
Interviews

Interview met Inez van Oord over haar nieuwste boek Rebible

Jezus liep over water, Eva at een appel, Mozes ging de berg op: veel mensen herinneren zich deze verhalen wel. Wonderlijke verhalen, moeilijk te begrijpen, iets van vroeger. Maar de verhalen horen bij onze geboortegrond. Is er een nieuwe manier om de Bijbel te lezen, naar deze verhalen te luisteren, zodat ze weer gaan spreken? Inez van Oord (bladenmaker, journalist, schrijfster, bedenker van Seasons en Happinez) vraagt het haar broer Jos, theoloog. Het schitterende boek Rebible is het verslag van haar zoektocht naar deze vergeten verhalen, die voortaan op een andere manier inspireren.

Een prachtig boek! Had je dit ook voor ogen toen je aan dit project begon?
(Fonkelende ogen) Het is nog veel mooier dan ik had kunnen bedenken. Ik ben er ook zo blij mee! Vanwege mijn ervaring met het maken van tijdschriften ben ik altijd bezig met hoe iets eruit zal komen te zien, maar het is dankzij de gave van art director Annelinde Tempelman, dankzij haar fantastische lay-out en illustraties dat de oude gravures nieuw leven hebben gekregen. Ze heeft precies laten zien wat ik wilde vertellen; het stof van de mooie verhalen vegen, ze weer tot leven brengen. Het was best een spannend project…

Wat maakte het spannend?
Ik kom uit een andere hoek, mijn aanvliegroute is anders, vanuit de wereld van Happinez en mijn vorige boek Als jouw leven een cirkel is, waar sta je dan. De stap naar de christelijke wereld is groot. Om de een of andere reden zijn dat twee verschillende kringen.

En met dit boek hoop je die twee werelden samen te voegen?
Ja, veel mensen van mijn leeftijd (59) ervaren een soort van aversie tegen de bijbel. Het is interessanter om naar exotische stromingen te kijken.

"Vroeger liet ik de bijbel met rust. Ik had er, in alle eerlijkheid, geen zin in."

Waar komt die aversie vandaan? Heeft de bijbel zoveel angst ingeboezemd bij jouw generatie als kind?
Nu, achteraf, kan ik zeggen dat ik de bijbel altijd koppelde aan de kerk. Dat was een geheel, die hoorden bij elkaar. Als kind vond ik de kerk niet zo’n geweldig instituut. Gek he? Het woord vrijheid stond in grote letters op mijn voorhoofd geschreven. Misschien wel omdat ik de jongste ben, van zes. De kerk benauwde me, het gaf me geen ruimte. Dat hiërarchische, daar ben ik een beetje allergisch voor. Dat volgzame. Dat zal wel mijn leeftijd zijn. Of mijn karakter.

(Stilte, denkt even na.)

Er zijn trouwens ook leuke kerken hoor, waar veel ruimte is voor eigen interpretatie en vrije gedachten, ik wil niet generaliseren. Zoals mijn broer Jos, die theoloog is, vertelt… dat zijn simpelweg schitterende verhalen. Dat heeft niets te maken met de kerk zoals ik die ken van vroeger. Ik ben tijdens mijn Happinez periode met heel veel religies en spirituele stromingen in aanraking gekomen, ik heb veel opgezocht, maar de bijbel liet ik met rust. Ik had er, in alle eerlijkheid, geen zin in.

En waarom nu dan wel?
Het heeft met mijn leeftijd te maken, denk ik. En ik vond het toch raar dat ik me nooit meer had verdiept in de bijbel. Ik begon me af te vragen of de verhalen mij misschien verkeerd zijn uitgelegd. Dat is misschien onterecht is, dat ik die verhalen laat liggen. Het Christendom is overal aanwezig, in musea, in de literatuur. Het is onze oorsprong. Dat soort woorden, vragen als ‘Waar komen we vandaan?’ die worden steeds belangrijker in deze wankele tijd. Als het chaotisch wordt in de wereld om je heen, verlang je naar iets blijvends. Naar houvast. Om terug te gaan naar die verhalen, niet naar de kerk, maar naar die andere basis, ja, dat leek me een goede richting. En de bijbel is het bestverkochte boek ter wereld. Zoiets groots. Waarom zou ik dat laten liggen?

Is hiermee jouw cirkel rond?
In zekere zin wel. Dat de verhalen werkelijk zo mooi zijn, is een geweldige ontdekking. Dat ik dit samen met mijn broer Jos heb mogen gewaarworden, is extra bijzonder.

"Ik ben benieuwd welke verhalen die we nu schrijven, over tweeduizend jaar nog worden verteld."

Rebible Job

Welke rol speelde de bijbel in jouw jeugd?
Ik kom uit en gereformeerd gezin, maar het geloof drukte niet op ons. Ik heb het nooit als ‘zwaar’ ervaren.

Zijn tradities belangrijk voor jou?
Soms wel. En soms wil ik niets liever dan ze doorbreken.

Hoe hebben jij en jouw broer de verhalen die in Rebible staan, geselecteerd?
Puur op herinnering, op de plaatjes uit onze jeugd. Ik pretendeer niet een gedegen selectie te presenteren. Iets wat mijn broer het liefst wel had gedaan. De Toren van Babel, de Ark van Noach, dat Jezus zegt gooi het net uit aan de andere kant van de boot… het zijn prachtige verhalen, dat vond ik als kind al, maar je hebt eigenlijk geen idee wat de clou zou kunnen zijn.

De Ark van Noach was als kind jouw favoriete verhaal, is dat nog steeds zo?
Het was mijn favoriete verhaal vanwege de romantiek. Twee aan twee de boot in. Twee panters, twee flamingo’s. Een prachtig, harmonieus sprookje. Als ik nu naar de plaatjes kijk, vind ik dat nog steeds. Als kind vraag je je niet af ‘Hoe dan?’. Maar die vraag doet er ook niet toe. Mijn broer zegt dat het een verhaal over hoop is. Dan gaan mijn ogen een beetje vragend staan. Hoop? Voor mij is het niet helemaal duidelijk dat het een verhaal over hoop is, wanneer eerst de hele wereld moet vergaan… Wat ik heb geleerd, is voorbij te gaan aan de feiten bij deze oeroude verhalen. Ik ben journalist geweest, ik ben dol op feiten – dat geeft ook houvast, maar nu weet ik: het hoeft niet waar te zijn, je hoeft het niet letterlijk te nemen. Het gaat om de symboliek.

Sommige mensen vinden de verhalen kitsch, vinden ze niet meer van deze tijd. Wat zou je tegen ze willen zeggen?
Dat je je altijd moet realiseren dat deze verhalen tweeduizend jaar oud zijn. Sommige zijn nog veel ouder dan de bijbel zelfs. De cultuur was heel anders, er waren geen geschreven verhalen – alles werd aan elkaar verteld. En als je verhalen verteld, probeer je dat zo beeldend mogelijk te doen. Wij vertellen die verhalen nu nog steeds aan elkaar, zo goed zitten ze dus in elkaar. Ik ben benieuwd welke verhalen die we nu schrijven, over tweeduizend jaar nog worden verteld. Dat vond ik ook zo bijzonder aan het maken van dit boek; dat je het tijdelijke voorbij gaat. Al die verhalen willen je iets vertellen, nog altijd, na zoveel tijd. Die kracht gaat niet verloren.

"Alles verandert voortdurend. Dat geldt voor onze wereld en onze kijk op de wereld, maar ook voor onze lichamen, onze relaties en ons geloof. Geen tekst is voor eeuwig."

Je kunt ieder verhaal in iedere levensfase ook weer op een andere manier ervaren…
Jazeker! Het een staat ook weer haaks op het andere. Er is niet een waarheid of mening. Dat vond ik een grote les.

Je beschrijft verhalen uit zowel het Oude als het Nieuwe testament. Heb je een voorkeur?
De verhalen uit het Oude Testament zijn de wonderverhalen, groots en meeslepend. Na al dat spektakel kreeg ik behoefte aan iets ‘normalers’ en dan wordt Jezus geboren. Een mens. Een mooie man van vlees en bloed. Met lange haren. Een mens waarmee je je kunt identificeren. Ik vind beide kanten mooi, het bovennatuurlijke en het avontuurlijke. De verhalen zijn op elkaar gebouwd, de oude verhalen dienden als fundament voor de nieuwe. Zoals dit huis, waar ik nu woon, het fundament was van een ander huis. Er was een grote soldatengod die in Rome werd geëerd, Mithras, die had net als Jezus, 12 discipelen of constellaties volgens de legende. En was geboren uit een maagd. Het hele verhaal van Jezus zou je als kopie kunnen lezen van dat verhaal. Het gaf mij de vrijheid om door te gaan op de verhalen. Zij deden het zelf immers ook. Aan het eind van ieder hoofdstuk heb ik een eigen bijbelstukje geschreven. Mijn eigen Rebible. Mijn hervertelling van het betreffende verhaal. Eeuwen gingen voorbij, verhalen werden verteld, elementen van het ene zitten in het andere. Alles verandert voortdurend. Dat geldt voor onze wereld en onze kijk op de wereld, maar ook voor onze lichamen, onze relaties en ons geloof. Geen tekst is voor eeuwig.

Jullie beginnen het boek met De slang. Het verhaal waar alles mee begint. Je schrijft ‘Het zou toch zomaar kunnen zijn dat die slang helemaal niet slecht is, maar dat hij wordt opgevoerd als symbool voor verandering. Misschien staat die slang wel voor de overgang naar een ander bewustzijn.
De slang gooit als een van de weinige dieren zijn huid af en begint een nieuw leven. Zo ging het met Adam en Eva. Ze begonnen een nieuw leven. Niet als dieren die een instinct volgen, maar als mensen. Als zelfbewuste mensen trekken ze de wereld in. Die zit vol goed en kwaad. En pas als je doorhebt dat die twee bij elkaar horen, dat je de eenheid gaat ervaren, dan kom je terug in het geestelijke paradijs. Als je ego niet meer opspeelt, als je frustraties niet meer tevoorschijn komen, als je vooroordelen verdwijnen. Als je achter het denken kunt kijken. Als je het leven licht ervaart, dan ben je rijp voor het paradijs.

Je schreef het boek samen met je broer. Hoe kwam deze samenwerking tot stand?
Ik zat bij hem in de kerk en dacht: zoals jij het uitlegt, dat is zo verrassend, zo mooi om de bijbel zó uit te leggen. De gedachte om me te concentreren op de bijbel was er toen al. Mijn broer complementeerde het geheel. Hij kon mij helpen de verhalen te duiden en mij te helpen, juist dankzij zijn achtergrond, míjn gedachten te formuleren.

Kwamen er felle discussies?
Dat had natuurlijk kunnen gebeuren, maar het tegenovergestelde gebeurde. We raakten totaal in de ban van elkaars gedachten en interpretaties. We hebben bijzondere reizen met elkaar gemaakt. Hij vertelde over de symboliek, ik vertelde over mijn wereld. We enthousiasmeerden elkaar. We konden alleen maar respect voor elkaar hebben. We zijn allebei onderzoekend, niet veroordelend.

"Ik volg mijn nieuwsgierigheid, die brengt me altijd naar dat wat ik interessant vind, wat mij boeit. Ik houd van zoeken, vorsen, uitpluizen. Ik wil weten hoe het leven in elkaar zit."

Heb je een spirituele of goddelijke ervaring in jouw leven gehad?
Ja. En ik was altijd alleen, als ik erop terug kijk. En altijd was het een beangstigende situatie. Een mooi voorbeeld daarvan was na mijn Happinez tijd, in Engeland. Ik heb een nacht bij een oeroude steen gezeten, op advies van een vision quest. Je bent volstrekt alleen, in afzondering in de natuur. Je moet blijven zitten. Eerst dacht ik ‘dit doe ik, ik ben stoer, maar op een gegeven moment was ik zo bang. Een tijdje later komt de acceptatie, en vraag je jezelf af waar je nu echt bang voor bent. De angst voor het donker. Er was niets, geen vuur. En dan voel je je een. Een met de plek waar ik zat. Na uren bang zijn. Op voorhand was me gezegd dat, als ik dit punt zou bereiken, ik een vraag mocht stellen aan The Great Spirit. Op het moment dat ik voelde dat ik alle angsten voorbij was, ging ik er goed voor zitten. En toen… toen had ik geen vragen meer. Het deed er niet meer toe. Geen enkele vraag doet er nu toe. Ik zat daar gewoon. Ik voelde me klein, maar gek genoeg niet onbelangrijk. Soms voel je je klein in de stad of tussen mensen, maar daar op die afgelegen plek voelde ik me net zo belangrijk als al het andere. Ik dacht: ik doe ertoe. Net zoals alles ertoe doet: de bomen, de vogel die naar me kwam kijken, de buizerd in de lucht, en de aarde die beweegt en draait en suist.

En gek genoeg voelde ik me eindelijk veilig. Alleen zittend op de grond, in het donker. Ik heb er niets speciaals voor gedaan, heb niet op een kleedje gebeden, niet in lotushouding gezeten, ik heb me niet meer gevoeld dan een ander, ik ben alleen gaan zitten… ik heb dat als een van de meest bijzondere gebeurtenissen in mijn leven ervaren.

‘Ontdekking van vergeten verhalen’, zo luidt de ondertitel. Wat is voor jou persoonlijk de mooiste ontdekking geweest tijdens het maken van dit boek?
Veel verschillende dingen. Zoals het lezen van de anekdote over Het Laatste Avondmaal. Leonardo da Vinci zocht naar een model voor Judas, die hij als een van de laatste personen nog moest schilderen. Hij ging naar de gevangenis, naar zijn idee de beste plek om een Judas te vinden. De man die hij vond, vroeg Leonardo of hij hem niet herkende. De man die hij als Judas ging afschilderen, bleek hij eerder als model voor Jezus te hebben gebruikt. Goed verhaal toch? Of het nu waar is, of niet. Het gaat wederom om het kwaad en goede dat in ons allemaal schuilt.

Je hebt van vrijwel alle culturen en geloven mogen proeven dankzij jouw nieuwsgierigheid. Welke spreekt jou het meest aan?
Wijze leraren zeggen dan: waarachtige spiritualiteit heeft geen voorkeur. En zo voel ik dat ook. De rode draad is inderdaad dat ik steeds weer op zoek ga naar dezelfde uitkomst. Er is zoveel wijsheid te vinden in de wereld. Ook in bijbelverhalen.

Heb je nu meer rust?
Er was geen gebrek of zo, geen tekort aan rust. Ik volg mijn nieuwsgierigheid, die brengt me altijd naar dat wat ik interessant vind, wat mij boeit. Ik houd van zoeken, vorsen, uitpluizen. Ik wil weten hoe het leven in elkaar zit. Religies en spirituele stromingen brengen je in de buurt van antwoorden, maar 100% duidelijk is het nooit. Maar toch… als ik denk aan een volgend boek, dan zal het weer een zoektocht zijn. Omdat iedere fase nieuwe antwoorden en inzichten vraagt.

Wat kan er dan nu nog komen?
(Stralend lachend) Dat weet je bij mij nooit.