Header Judith Visser
Interviews

Interview Judith Visser: "Je moet weten dat ik mijn boeken met de hand schrijf."

De in Rotterdam, in de omgeving van het Zuiderpark, geboren en getogen Judith Visser debuteerde in 2006 met Tegengif. Na het schrijven van 10 thrillers heeft ze dit genre verlaten en schrijft ze momenteel romans. In haar jeugd ging ze vaak in de weekenden - eerst met haar ouders, later alleen- met de bus naar de bossen en het strand van Rockanje. Vaak sprak ze met grote overtuiging uit ooit in Rockanje te gaan wonen. Haar omgeving reageerde met ‘Ja hoor Juut, keep on dreaming’, maar woensdag 14 maart had Cees van Rhienen in een uit de winterslaap ontwakend Rockanje een afspraak met haar. In het Badhotel had hij een interessant en openhartig gesprek met Judith over haar nieuwe roman Zondagskind. Een verhaal waarin Jasmijn Vink de rol van Judith Visser speelt in een periode dat termen als syndroom van Asperger en autisme nauwelijks bekend waren. Judith woont met haar man Michael en haar 3 honden Yuriko, Fontana en Sandy in Rockanje.

Na het lezen van Zondagskind vond ik in het personage Jasmijn Vink opvallend veel terug van dat kleine beetje wat ik van je weet. Vertel ons eens met welke ogen we naar Jasmijn moeten kijken.

Jasmijn Vink is in Zondagskind Judith Visser. Alles wat Jasmijn in het boek meemaakt, heb ik ook meegemaakt, maar niet alles wat ik heb meegemaakt vind je terug in het boek. Het leven van Jasmijn bestrijkt de eerste twintig jaar van mijn leven. Alles wat er met betrekking tot Jasmijn in staat is echt, het enige waarmee een beetje is gesprongen is de tijd. Bijvoorbeeld: nadat ik in Rockanje ben gaan wonen kreeg ik pas de diagnose syndroom van Asperger en ben ik ook pas begonnen met rijles. Met dat gegeven en sommige andere dingen heb ik in het boek wat met de tijd gespeeld. Maar het is wel echt gebeurd. Ook zijn de personages om Jasmijn heen hier en daar wat samengevoegd en zijn er ook veel mensen weggelaten. Zelfs de parkiet staat er niet in.

In Zondagskind zijn er twee namen die van onschatbare waarde voor je zijn; je hond Senta en je vriendin Kirstin. Wil je ons daar wat meer over vertellen?

Kirstin bestaat echt en is in het boek mijn hartsvriendin uit de middelbare schoolperiode die me accepteert zoals ik ben en me vaak heeft gespiegeld, geduld met me had en als mijn beste raadgever gold. In mijn huidige leven is Kirstin nog steeds mijn beste vriendin, zij het dat ze in de echte wereld naar een andere naam luistert: Monique. Zij werkt nu met autisten en kan op dat gebied als specialist worden beschouwd. Ze is ook met een autist getrouwd.

Mijn hond Senta heeft met dezelfde naam ook echt bestaan, helaas is zij op dertienjarige leeftijd overleden en dat moment had een onvoorstelbaar grote impact op mij. Senta was voor mij zo belangrijk, ik bestond niet als zij niet in mijn omgeving was. Ik had hele gesprekken met haar, at samen, gingen samen naar Rockanje, kon dagelijks uren met haar wandelen, kortom waar Senta was, was ik ook. In eerdere versies van Zondagskind kwam Senta en ook de rouwperiode om haar ook veel meer onder de aandacht tot het moment dat mijn redacteur me adviseerde dat wat te minderen. Ik heb naar haar geluisterd maar het bevestigt wel de belangrijkheid van Senta in mijn leven.

Judith1

"Het uiteindelijke manuscript telt nu volgens mij zo’n 180.000 woorden, terwijl mijn allereerste versie rond de 300.000 woorden zat."

Boeken schrijven bestaat voornamelijk uit schrappen van eerder geschreven tekst. Heb je in overleg met of op advies van je uitgever veel geschrapt?

Je moet weten dat ik mijn boeken met de hand schrijf. De eerste versie besloeg meer dan 100 schriften. Ik zei in het begin van ons gesprek dat niet alles wat ik heb meegemaakt in het boek staat. De voorvallen die zijn opgenomen moeten natuurlijk iets toevoegen aan het totaal en dat is niet bij alles het geval. Ik ben dus trouw gebleven aan wie ik destijds was en laat ook de minder fraaie kanten van Jasmijn zien. Herschrijven doe ik doorgaans wel 10 a 12 keer maar bij dit boek was het zaak om bij de waarheid te blijven en dus bestond het herschrijven vooral uit heel veel schrappen en verder alleen wat stijl-dingetjes. Het uiteindelijke manuscript telt nu volgens mij zo’n 180.000 woorden, terwijl mijn allereerste versie rond de 300.000 woorden zat.

Bij het maken van de afspraak voor dit interview vertelde je mij dat je in een roedel leeft. Hoe moet ik me dat voorstellen?

Ik ga je dat uitleggen. Roedel is letterlijk een hondennaam voor familie. De welbekende theorie van onderlinge hiërarchie is ooit bedacht na een studie bij een groep wolven in gevangenschap maar is onlangs volledig ontkracht want de situatie bij in het wild levende dieren is anders. Daar heb je gewoon de vaderwolf, moederwolf, en hun jongen. Dat is een roedel. Bij ons zijn de drie honden gelijkwaardig aan elkaar en ben ik wat men dus vroeger het alfavrouwtje zou noemen maar dus in feite de moeder. De wolfmama. Fontana is de jongste, hij is een pup en hij is vernoemd naar de drummer van Elvis. Hij is herder met een beetje wolf. Yuriko is vier, zij is vernoemd naar een prostituee in het boek Grotesk van de Japanse auteur Natsuo Kirino en is een Tsjechoslowaakse wolfhond: dat is Karpatenwolf met een beetje Duitse herder. Sandy is vernoemd naar een Rotterdame prostituee uit mijn boek Tegengif, zij is herder met een beetje husky. Dus ik grap weleens dat ik samenwoon met een drummer en twee prostituees. Om de onderlinge band stevig te houden voer ik ze regelmatig vanuit mijn mond. Deze drie dieren zijn voor mij even belangrijk als Senta dat is geweest in mijn jeugd. Met Yuriko heb ik de meest bijzondere band, zij gaat overal met mij mee naartoe. Samen geven wij door het hele land lezingen. Zij is mijn zielsverwant.

Judith 2

"Er nestelt zich momenteel wel een idee in mijn hoofd. Maar voor ik daar verder mee ga, zal ik eerst Zondagskind naar het Engels vertalen."

Vanaf je prille jeugd heb je al een grote voorliefde voor Elvis Presley. Is daar in je volwassen leven nog iets in veranderd?

Nee, de stem van Elvis heeft nog steeds een grote positieve invloed op mijn gemoed en dus op mijn leven. Ik vind het heerlijk naar hem te luisteren, word er kalm van en mijn lichaam reageert er ontspannen en rustig op. Dat was en is nog steeds heel belangrijk voor me.

Je boeken hebben doorgaans altijd wel een maatschappelijk thema dat je onder de aandacht wilt brengen. Wat kunnen we nog van je verwachten?

Er nestelt zich momenteel wel een idee in mijn hoofd. Maar voor ik daar verder mee ga, zal ik eerst Zondagskind naar het Engels vertalen. Dat doe ik zelf. De titel wordt: Sunday Special. Het idee wat daarna verder ontwikkeld kan worden en waar ik nog wel veel onderzoek voor moet gaan doen gaat over iemand die dezelfde naam als ik had. In de jaren ’40 heeft er in Rotterdam ook een Judith Visser geleefd. Zij fascineert mij, ook omdat ze Joods was. De oorlogstijd heeft altijd al mijn belangstelling gehad en dit kleine zaadje moet nog verder ontkiemen. Als tweede verhaallijn denk ik dan aan een eenzame wolf die zich door de gebombardeerde straten van Rotterdam voortbeweegt. Het idee zit er dus maar het moet eerst nog rijpen. Ik heb er zin in.

Judith 3

Die rijpingstijd zij je van harte gegund, wij gaan eerst genieten van het boek dat nu in de boekwinkels ligt, Zondagskind. Ik heb groot respect voor je dat je dit verhaal aan het papier hebt toevertrouwd.

Cees
Cees