Het prentenboek van het jaar wordt altijd ver voor de Nationale Voorleesdagen gekozen. Namelijk al in april het jaar ervoor. Dus voor Loes Riphagen, die dit jaar het winnende prentenboek Coco kan het maakte, staan de afgelopen maanden veel in het teken van dit prachtige verhaal. “Je stopt er zoveel energie in. Het is echt een grote eer dat anderen dat dan ook zien.”
Coco kan het is de titel van het boek dat zichzelf Prentenboek van het Jaar 2021 mag noemen. Maar de naam van het vogeltje waar dit boek over gaat is voor Loes geen onbekende. Haar driejarige dochtertje heet namelijk ook zo! “Het boek is sowieso aan haar opgedragen, maar we moesten ook nog een naam hebben voor het vogeltje. En opeens wisten we ook dat Coco zo goed paste. Het kan voor een jongen of meisje, het is internationaal”, vertelt Loes.
De vogeltjes uit het nest, op het hoofd van opa
Prentenboek van het Jaar win je niet zomaar. Naast dat het een goed verhaal moet zijn met aantrekkelijke illustraties, moet het boek voldoende aanknopingspunten hebben voor interactie met de peuters. Zij moeten het kunnen verwerken in hun spel. Dat zijn normaal onderwerpen waar Loes zich niet mee bezig houdt. “Ik heb meestal geen moralen in mijn verhaal. Het verhaal borrelt meestal op. Het begint dan met een ideetje of een plaat. Voor Coco kan het had ik de coverplaat in mijn hoofd, daar begon het mee. Automatisch ging het verder: wat als een vogeltje niet durft te vliegen? Wat kan er goed en fout gaan?”, beschrijft Loes haar gedachtegang. Ze is zelf opgegroeid op een boerderij in een dorpje op de Veluwe. Ze denkt ook dat daarom haar verhalen altijd over dieren gaan. Op een dag toen ze samen aan de tuintafel zaten te eten, viel er een vogeltje uit het nest. Zo op het hoofd van haar opa. En later nog eentje. Het was moeder die het kind eruit schopte om hem te helpen met vliegen. Al die dingen samen hielpen Loes het verhaal van Coco kan het in haar hoofd vormen. Het moraal was niet vooraf bedacht, maar achteraf vallen er wel dingen op z’n plek. “Het is niet dat ik dacht dat mijn Coco iets heel spannend vond, dus dat ik een verhaal ging schrijven met de boodschap ‘je kan het’. Maar het grappige is dat ik zelf ook merk dat ik nu dingen tegen haar zeg die uit het boek komen. Dat ik haar echt wil aanmoedigen dat ze bepaalde dingen wel kan.“
Wat vindt Coco?
Maar vooral omdat dit het eerste boek is dat Loes aan Coco opdraagt, maakt het zo speciaal dat ze dit jaar deze prijs mag winnen. “Ik had voorheen geen referentie als ik mijn boeken maakte. Ik ging dan wel naar scholen, maar dan waren ze natuurlijk al klaar. Maar nu, met Coco, valt het me juist op wat zij leuk vindt. Wat spreekt haar aan, waar heeft ze oog voor? Dat kon ik echt in het boek stoppen.” Zo heeft Loes dit verhaal voor het eerst getoetst bij haar eigen dochter. Elke avond als Loes Coco naar bed brengt leest ze een verhaaltje voor of verzint ze er eentje. “Als ik met een idee rondloop, dan vertel ik dat ’s avonds aan haar. Hoe reageert zij er dan op. Vind ze die ene grap leuk? En dan op een gegeven moment laat ik langzaam schetsen zien. Het is heel leuk om dit samen te doen.”