Header 8
Header 8
Interviews

Mijn recepten van London Loy is een soort autobiografisch kookboek

Het enthousiasme spatte er vanaf: London Loy heeft zijn eerste kookboek! Op het moment dat wij elkaar spreken heeft hij net de dummy van zijn boek in handen gehad. Mijn recepten van London Loy is niet alleen een kookboek, maar ook een klein kijkje in het leven van deze familieman.

Dit is je eerste kookboek, was dat altijd al een grote wens?
“Ik heb net mijn dummy opgehaald, wauw man. Dat voelt best wel machtig. Het voelt al bijna echt, maar dat is het nog niet. Ik heb straks gewoon een boek waar recepten in staan, die ik gemaakt en verzonnen heb. Dat durf je wel te dromen, maar je denkt ook: ‘het zal allemaal wel’. Het was diep in mijn onderbewustzijn wel een wens. Maar dat was ook wel lang geleden, dan verwatert dat gewoon. Maar dan krijg je toch een kans! Ik had al vrij snel een idee hoe ik het graag zou willen, maar het was voor mij ook de eerste keer. En daar komen dan mooie invullingen vanuit het team bij. Het is echt zo’n proces dat groeit. Ik stond open voor ideeën van anderen. Die input was tof. Ze wisten echt wat in mijn straatje paste. Nu heb je hem zo in je handen, vet man. Ik vind het wel apart; het is vrij donker. Brutaal, lekker eten in je mond. Het is net anders. Super blij mee.”

In je voorwoord begin je ook over je eigen stijl. En dat je jezelf dat vaak hebt afgevraagd, omdat je zo’n veelzijdige chef bent. Uiteindelijk is jouw signatuur gelijk aan jouw roots. Maar wat vind je zo leuk aan de Surinaamse, Caribische en Aziatische keuken?
“Ik vind de pittigheid lekker. De smaken van de Surinaamse en Aziatische keuken zijn allemaal knallers. Het is niet flauw, je voelt meteen smaak in je mond. Ik vind dat heel erg belangrijk. Maar ik vind het ook belangrijk dat het kleurrijk is. Dat is vooral in de Aziatische keuken. Dat je denkt: ‘wauw, dit ziet er smakelijk uit.’ Zoals limoen. Daar ben ik echt de grootste fan van. De zurigheid, de kleur. En ik ben gek op specerijen. Elke hap is lekker en vernieuwend.”

Hoe ben je tot die beslissing gekomen?
“Mijn opleiding was Frans georiënteerd, zoals alles destijds. En dat was super tof. Je leert zoveel technieken en hoe de basisingrediënten werken. Ik heb stiekem wel spijt dat ik er nooit geweest ben voor stage, maar dat kon niet vanwege de topsport die ik deed. Maar toen ik klaar was wist ik nog niet waar ik goed in was, omdat je zo breed bent opgeleid. Daar zat ik echt wel een tijdje mee te struggelen. Dus ik ging nadenken. Ben gewoon ergens gaan zitten, zes uur lang, helemaal zen. En heb heel veel gesprekken met mijn moeder gehad. Daardoor kwam mijn interesse voor de Surinaamse keuken ook dichterbij. En toen zag ik het licht! Waarom houd ik het niet dichtbij?! Ik heb Surinaams, Aziatisch en Caribisch bloed. Meng dat met elkaar en dan heb je een smaakparadijs. Die beslissing is nu vijf jaar geleden.”

Je schrijft in je boek dat je op school een appeltaart moest maken en daarvoor kreeg je een 9. Toen wist je dat je nog ergens goed in was. Wat deed dat met je?
“In principe was ik een kind van de straat. Ik vond spelen erg belangrijk, school boeide mij niet. Alleen de fysieke dingen vond ik leuk, maar leren, nee. Op een gegeven moment kregen wij kookles en moesten we een appeltaart maken. Ik dacht echt niet: ‘ik ga nu heel goed mijn best doen’, maar kreeg toch een negen. Een super goed cijfer! Dus de juf vond mij goed. Ik realiseerde mij dat ik iets goeds kan. De weken daarna ging ik steeds mijn best doen. Toen dachten we dat het misschien handig was om later naar de koksschool te gaan; ik wist eerst niet eens dat dat bestond.”

In het boek schrijf je veel over jezelf en je familie. Wilde je met dit boek een soort autobiografisch kookboek maken?
“Klopt, het is niet alleen een kookboek. Ja, het heeft genoeg recepten, maar ik vind het wel mooi dat de mensen mij nu een beetje kunnen leren kennen. Klein beetje meer diepgaan in mijn leven. Hoe ik ben, waarom ik dingen gedaan heb, wat de relatie is met mijn familie, met eten. Dat wilde ik vastleggen in zwart op wit. Dat vind ik gewoon super tof. Als ik ook kijk naar het boek, dat past gewoon bij me. De fotografie, ik hou van nostalgie. Daarom schoot de fotograaf ook analoog, behalve het eten dan. Maar ik zocht het minimalisme, geen poespas. En Nadia van Luijk heeft de tekeningen in het boek gemaakt.”

Had je meteen al gerechten in je hoofd die erin moesten?
“Ja, tuurlijk wel ideeën. Ik heb altijd wel wat, maar ik wilde het from scratch doen. Dat vind ik juist heel tof. Tuurlijk is het mooi als je gerechten klaar hebt, maar die ga je toch weer verder ontwikkelen. Dat is nu ook zo geweest met dit proces. En soms zijn gerechten heel tof, maar die passen dan niet.”

Welke waren dat dan?
“Ik had het zelf niet zozeer, maar mijn team wat meer. Ik had zoveel recepten, maar toen zeiden zij dat sommige dingen misschien niet hoefden. Zoals Suri Rendang, mensen kennen dat wel. Ik heb meer de recepten die minder bekend zijn bij het brede publiek. Zoals de kokos-cassave cheesecake die ik met Miljuska bedacht. Echt te gek om twee dingen met elkaar te fuseren. Het is fantastisch en het is anders.”

Waardoor word jij geïnspireerd om weer nieuwe gerechten te maken?
“Dat gaat bij mij de hele dag door. Als ik tv kijk, radio luister, op straat loop of thuis zit. Er komen altijd wel ideeën bij mij op. Als het aan mij ligt is de koelkast altijd leeg, zodat ik elke dag boodschappen kan doen. Maar mijn vriendin wil liever voor de hele week boodschappen doen. Ik vind het niet erg om naar de supermarkt of markt te gaan. Dan kom je van alles tegen! Misschien dingen die je niet kent en dan raak je meteen geïnspireerd. Ik ben de hele dag met eten bezig.

Jij kookt zo exotisch, maar wat vind je van de Nederlandse keuken?
Nederlandse keuken, grappig dat je daarover begint. Sowieso vind ik stamppot echt lekker. Daar kun je mij voor wakker maken. Maar ik ben nu voor Koffietijd bezig met de oude gerechten, zoals blote billetjes in het gras. Het is een hele andere tak van koken, maar vind het super interessant. Ga mij daar nu echt meer in verdiepen. Thuis aten we geen Nederlands, maar wel bij vriendjes en op school. Dus ik ben er wel mee opgegroeid. Vooral met jus, heel veel jus. Heerlijk smeuïg.”

Bekijk hier de trailer van het nieuwe kookboek Mijn gerechten van London Loy