"Dit is alarmerend! We moeten hier met z'n allen wat aan doen." zei Manon Sikkel toen we haar mochten spreken over het leesprobleem in Nederland. We staan onderaan de lijst wat betreft leesmotivatie en kinderen komen steeds slechter uit hun woorden. Volgens Manon kan dit niet langer doorgaan. We moeten actie ondernemen!
Manon voert actie mede doordat zij nu Kinderboekenambassadeur is. Elke ambassadeur heeft een missie waar hij of zij de komende jaren aan wil werken. Manon wil er onder andere voor zorgen dat er meer nieuwe leesboeken op scholen komen, zodat kinderen ook zin hebben om een nieuw boek te pakken. Wij spraken haar over het leesprobleem, maar ook wat ouders kunnen doen om kinderen actief te laten lezen.
Je bent in 2019 de Nederlandse Kinderboekenambassadeur geworden. Waarom is dit in het leven geroepen?
“De Kinderboekenambassadeur is begonnen in Engeland, waar Quentin Blake, de illustrator van de Roald Dahl boeken, de allereerste ambassadeur was. Er zijn nu geloof ik tien andere landen met een Kinderboekenambassadeur. In 2019 werd ik gevraagd om Kinderboekenambassadeur te worden, wat ik heel leuk vond. Ik zet mij in voor meer diversiteit en inclusiviteit in boeken. Daarnaast wil ik er ook voor zorgen dat scholen nieuwe leesboeken ontvangen. Als je alleen maar oude boeken hebt die leerlingen al kennen, verliezen ze de aandacht. Maar die enthousiasme wordt juist aangewakkerd als er nieuwe boeken op school zijn. Daar wil ik mij nu echt voor inzetten.”
Wat doe je zoal als Kinderboekenambassadeur?
“Ik geef veel interviews en ik geef lezingen. Dan bezoek ik bijvoorbeeld pabo’s, waar ik aan juffen en meesters uitleg dat voorlezen erg belangrijk is. Ook bezoek ik uitgeverijen en collega-schrijvers, waar ik vertel dat diversiteit belangrijk is; in namen, kleuren en ook waar kinderen wonen. Ik maak een soort reclame. Waar ik iets kan betekenen, doe ik dat.”
Waarom vind je het belangrijk dat diversiteit wordt meegenomen?
“Ik ben zelf opgegroeid in een hele diverse omgeving en dat vond ik als kind ook meer dan normaal. Toen ik kinderboeken ging schrijven, heb ik er vanaf het begin voor gezorgd dat er in al mijn boeken bijvoorbeeld homoseksualiteit naar voren kwam, kinderen met kleur en verschillende geloven waren. Maar dat deed ik heel subtiel. Toen ik Kinderboekenambassadeur werd dacht ik: dit is te subtiel. Je moet in kinderboeken laten zien dat iedereen meetelt. Het gaat niet alleen om kleur en geloof. Het gaat er om dat mensen verschillend zijn, maar dat iedereen even belangrijk is. Ik vind dat als je die boodschap aan je kinderen wil overbrengen, dat het via kinderboeken op een makkelijke manier kan, zonder belerend te zijn.”
Op het moment is er een leesprobleem onder kinderen. Wat vind jij daarvan?
“Ik ben écht in shock dat één op de vier vijftienjarigen laaggeletterd is. Dat betekent ook dat een op de vier volwassenen dat is en dus niet goed genoeg kan lezen; dat vind ik echt alarmerend. Het wordt voor iedereen steeds duidelijker dat dit probleem er is. Het is niet de taak van één iemand om dit aan te pakken, maar juist van ons allemaal; ouders, leerkrachten, bibliotheken en de overheid.”
“De oplossing voor dit probleem is het lezen van boeken. Gewoon lezen en doen. Als je wil dat kinderen gaan lezen, moet je zorgen dat er op alle scholen en in alle huishoudens boeken zijn en dat er ook tijd is om te lezen. Met z’n allen moeten we ervoor zorgen dat kinderen leeskilometers maken, dat ze boeken tot hun beschikking hebben, ze voorgelezen worden en er thuis en op school wordt gepraat over boeken. Dat geldt ook voor tv-programma’s, kinderprogramma’s, maar ook voor Instagrammers of vloggers. Op alle niveaus moet er gepraat worden over kinderboeken om maar te zorgen dat kinderen veel lezen.”
Wat voor verschil kan (voor)lezen maken bij een kind?
“Uit allerlei onderzoeken blijkt dat als kinderen veel lezen en veel worden voorgelezen, ze veel meer woorden leren. Ze kennen echt daadwerkelijk duizenden woorden meer. Als je meer woorden kent, dan snap je geschreven taal ook beter. Dat niet alleen, want je kunt ook beter uit je woorden komen en die gebruiken voor wanneer je je mening geeft. Dat maakt je zelfredzaam, het zorgt dat je je veiliger voelt in de maatschappij en dat je beter voor jezelf en een ander kunt opkomen als je de taal beheerst. Die taal leer je door te praten, maar ook door te lezen en te schrijven. Ik merk ook dat sommige kinderen moeilijk uit hun woorden komen, omdat ze echt de woorden missen om te zeggen wat ze bedoelen. Die woorden leer je in de context van een verhaal.”
Wat zou jij ouders willen meegeven?
“Wat ik écht zou willen meegeven is dat je aandacht moet hebben voor lezen. In de meest ideale situatie begin je vroeg met voorlezen en blijf je dat doen tot een kind 14 jaar is. Maar ik snap ook heel goed dat ouders daar geen zin in hebben of geen tijd voor hebben. De meest ideale situatie is beginnen met voorlezen en dat zo lang mogelijk blijven doen. Daarnaast zou ik ook willen meegeven dat er meer aandacht moet zijn voor boeken. Je bent het grootste voorbeeld voor je kind, want ze kopiëren het gedrag van de ouders. Zorg dat je kind lid is van een bibliotheek en zorg ervoor dat áls je kind een boek van school meeneemt, je ernaar vraagt zodat je aandacht hebt voor wanneer je kind een boek leest.”
© Foto Manon Sikkel van Jørgen Koopmanschap
© Illustraties van Marja Meijer