Interview Loes Den Hollander Header
Interviews

Loes den Hollander: van directeur tot schrijver

In november verschijnt de 23e thriller van Loes den Hollander. Hoofdredacteur Janneke Siebelink ging in 2013 naar Den Helder, de kop van Noord-Holland, om de schrijfster te interviewen.

Onderuitgehaald: "Met deze psychologische thriller overtreft Loes den Hollander zichzelf weer”


"Torenhoge windmolens staan als wachters op een rij in het verder vlakke landschap dat wordt onderbroken door stroken gele, rode en paarse tulpen. Het knarsende grind onder mijn voeten mist zijn uitwerking niet wanneer ik de betegelde stoep verlaat en het hoekhuis, geflankeerd door een bekoorlijk wit kerkje in een klein Noord-Hollands dorp benader. Nog voor ik het lage tuinhekje kan openen, slaat Oliver, een Duitse herder, zijn poten tegen de voordeur en blaft alsof er een grootmacht aan seriemoordenaars zijn intrede wil doen in huize Den Hollander. "Hij ruikt angst", wordt mij gezegd. Niet veel later eet hij de kruimels onder mijn stoel van de ‘sportkoek’ die ik wel moest knoeien, zo groot als hij was, gesuikerd en bruin van kleur. Oliver is stofzuiger en waakhond in een. Achterin de tuin is een huisje met een kleine veranda, een uitnodigende plek om te schrijven en te denken. Maar niet voor Loes. "Nee, ik werk niet graag buiten, de wind leidt af. Ik zit liever aan mijn bureau. Ook niet omdat ik liever geen aanspraak wil, de tuin is vrij open namelijk. Iedereen kent me hier in de buurt. Mensen klampen zich soms aan me vast. Maar dat heb ik altijd gehad, dat heeft niets met het schrijverschap te maken, ik trek mensen aan."

"Er zijn onderwerpen waar mensen niet van houden. Als je het geloof kritisch benadert, kunnen sommigen heel boos worden"

24 jaar, en nu?

"Ik was 24 en had een prima baan. Maar ik verveelde me. Was dit het nu? Ik besloot de gezondheidszorg in te gaan, begon met de opleiding ziekenverzorging en vervolgens een psychiatrische studie. Ik zal nooit vergeten dat in ineens 400 gulden per maand minder ging verdienen. Mijn toenmalige echtgenoot steigerde, was ik gek geworden? En die onregelmatige diensten. Ik was niet goed geworden, dacht hij. Uiteindelijk ben ik geëindigd als directeur van een zorginstelling. Ik schreef altijd.. Omdat ik het leuk vond en omdat ik er heel veel emotie in kwijt kon. Nooit met de gedachte: Ik kan schrijven. Het was voor mezelf. Ik was aan het studeren, werkte aan mijn carrière. Alles wat ik toen meemaakte en iedereen die ik toen leerde kennen, daar teer ik nog steeds op. Maar ik geef mijn karakters wel een andere lading mee, zodat nooit iemand zichzelf zal herkennen."

Gevoelige snaren

"Er zijn onderwerpen waar mensen niet van houden. Als je het geloof kritisch benadert, kunnen sommigen heel boos worden. In Vluchtgedrag speelt een vrouw met een drankprobleem de hoofdrol. Je wil niet weten wat voor venijnige reacties ik daar op heb gekregen. Als ik daar zoveel van wist, zou ik zelf wel alcoholist zijn. Daar trek ik me niets van aan hoor, daar ben ik te oud voor. Het zegt iets over de lezer. Ik heb een snaar geraakt. Ik kan me voorstellen dat een lezer zijn boosheid botviert op een schrijver als die een boek heeft geschreven waarin iemand een rotte jeugd heeft, net als de betreffende lezer. Je moet ergens je frustratie op loslaten. Of het terecht is, is een tweede … Je kunt onaangenaam gegrepen worden door een boek. In een column die ik schreef voor een vrouwenblad laat ik een vader tegen zijn dochter zeggen: “Als je niet oud wilt worden, dan moet je jong gaan hangen.” Dat zei mijn vader altijd tegen mij en ik wilde die uitspraak een keer gebruiken. Toen kreeg ik een hele heftige reactie van een mevrouw wiens man zich had verhangen, dat kon ik toch niet maken! Hoe ik het in mijn hersens haalde om dat op te schrijven. Heb ik dan mijn werk goed gedaan? Ik weet het niet. Maar als ik me daardoor laat leiden, houdt alles op."

"Het luistert heel nauw, zo’n klein boek. Je moet niet te veel lijnen uitzetten, want die kun je niet voldoende uitwerken"

Schrijfster van het geschenk

"Ik werd uitgenodigd bij de CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek), samen met de uitgever en de marketingmanager. We hadden wel meteen het vermoeden dat het hierover zou gaan. Waarom zou je anders moeten komen? Dat kwam ook omdat het in augustus 2012 was. Dat boekje komt een klein jaar later uit, in juni. Iedereen zit in augustus een beetje te wachten. Mijn uitgever had al een keer aangegeven dat hij wel zou willen dat ik het geschenk een keer zou schrijven. Uiteindelijk hadden we in september het gesprek en kreeg ik de officiële uitnodiging voor het schrijven van het verhaal. Maar ik was allang begonnen, ik was al bijna halverwege. Ik had al 10.000 woorden van de gevraagde 25.000 geschreven. Het boekje telt maximaal 96 bladzijden. Ze vragen je tussen de 22.000 en 26.000 woorden te schrijven. Ze hebben liever dat je aan de lage kant blijft richting de 22.000, anders zijn de bladzijden zo 'vol' en dat leest niet prettig. 24.800, daar ben ik uiteindelijk op uitgekomen. De deadline was halverwege december, dat haalde ik met gemak. De titel had ik ook al bedacht. Net als de cover."

Nooit alleen

"Het luistert heel nauw, zo’n klein boek. Je moet niet te veel lijnen uitzetten, want die kun je niet voldoende uitwerken. De grootste fout die je kunt maken, is dat je te veel personages opvoert, want die kun je niet allemaal uitdiepen en dan blijft de lezer met een onbevredigd gevoel achter. "Het is een mooi verhaal he?" Ik beaam dat. Het is een thriller gespeend van clichés. Een knap kort verhaal. ‘Ik wilde met Nooit alleen vertellen dat het noodlot zomaar naast je kan wonen. Mensen met dubbele persoonlijkheden, ze lopen rond. Zeker nu die psychiatrische inrichtingen zo ontmanteld zijn en patiënten in de buurt moeten wonen. Vroeger zaten ze opgesloten, tegenwoordig tref je ze als buren. En als mensen hun medicijnen niet innemen, kunnen ze hele rare dingen gaan doen."

"De persoon in mijn boek die de dood ziet en met God praat, ja kijk, er zit vrijwel altijd een verhaal achter.. Guusje, de hoofdpersoon, is geïnspireerd op twee vrouwen die ik ken uit mijn verleden in de psychiatrie. De ene vrouw sprak met God, de andere had een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Die eerste heb ik helemaal uitgewerkt. Het gegeven dat ze met God sprak, was niet voldoende. Er moest iets bij, ze moest een complexer persoon worden. Dat karakter heeft altijd in mijn hoofd gezeten, ik móest daar ooit iets mee doen. Tegenwoordig heb je praatgroepen, psychologen, hulptroepen. Vroeger was dat er allemaal niet. Dan werd je opgeborgen als je een beetje vreemd ging doen en over het algemeen bleef je daar je hele leven. Zwaar onder de medicijnen. Dat had deze Guusje ook meegemaakt. Ze had als uitvlucht haar eigen God gecreëerd. Ze voelde zich schuldig over haar eigen jeugd, en strafte zichzelf via deze God. Hij gaf haar opdrachten. Ze moest haar eten aan anderen afgeven, of heel hard fietsen, urenlang. Dan was ze uitgeput."

Touwtjes in handen

"Tja, hoe waak je er voor dat de gekte niet toeslaat in je hoofd? Toen ik nog in de kliniek werkte, zag ik op een gegeven moment twee vrouwen binnenkomen die onlangs waren gescheiden. Ze waren de waanzin nabij, helemaal de kluts kwijt. Ik was zelf ook net gescheiden, ik dacht dat mij dat dus ook zou kunnen overkomen. Het waren intelligente vrouwen, zelfstandig, maar de scheiding had hen gebroken. Dat was een eyeopener. Ik ben iemand die de regie graag zelf in handen houdt, ik laat me ook niet zo gauw gek maken. Ieder mens heeft zijn grens, dat heb ik in de psychiatrie gezien. Je moet nooit zeggen “ik word niet gek”. Welke omstandigheden zorgden er voor dat die vrouwen doorsloegen, waar moet je op letten? Het sluipt er namelijk in, zonder dat je het in de gaten hebt."

"Voor iedereen die zijn boek gepubliceerd wil zien: laat je verhaal door een professionele manuscriptbeoordelaar lezen. Niet door je familie, die vindt het altijd goed"

Digitaal versus papier

Loes houdt via Facebook contact met haar fans. Ze speelt met ze, geeft ze een hoofdstuk met een cliffhanger die er om smeekt om vervolgd te worden. "Dat vind ik leuk. De spanning opvoeren. Het misleiden. Dat is wat me zo aantrekt in het schrijven van thrillers." Digitaal is Loes helemaal bij, maar verhalen leest ze nog altijd het liefst van papier. De toekomst van het boek is eindig, daar is ze van overtuigd. Maar dat duurt nog wel een generatie. Op zich is de overgang naar digitaal niet erg, als er maar goede regels komen. Nu wordt er veel te veel gekopieerd en gestolen. Als dat zo doorgaat, drogen de bronnen op. Schrijvers kunnen niet leven van de lucht. Loes heeft niet het idee dat er minder wordt gelezen. Er wordt minder gekocht maar meer geleend in bibliotheken. "Vorig jaar was ik de meest uitgeleende schrijver in Nederland. En dat merkte ik aan de royalty’s van de LIRA (Stichting Literaire Rechten Auteurs, red.), die waren verdubbeld. Er is een verschuiving naar digitaal lezen, dat is een feit, maar schrijvers moeten wel betaald blijven worden. Anders kunnen er geen nieuwe boeken komen."

Ontslag met contract op zak

"Door reorganisaties en dergelijke hield mijn baan op te bestaan. En zo kwam het dat ik op maandag mijn exitgesprek voerde en dinsdag bij de uitgeverij zat om over mijn boek te praten! Ik dacht er eerst nog over na om als vrijwilliger in een hospice te gaan werken, maar ik zag de narigheid voor me. Het verdriet. Ik wilde nu iets leuks gaan doen. Schrijven, echt schrijven. Nadat ik mezelf ervan had verzekerd dat het er goed uitzag, drukten we samen – mijn man en ik – op een zondagavond op de verzendknop. Dinsdag werd ik al gebeld. Ze waren erg enthousiast. Wat een heerlijk gevoel. Al speurend op het internet kwam ik bij uitgeverij Karakter uit. Hun fonds sprak me aan, en de website. Niet hooghartig, maar uitnodigend. Ik ben ook nog babs geworden, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Morgen sluit ik mijn 185ste huwelijk. Ik vind het heerlijk om te speechen, om een mooi verhaal in elkaar te zetten voor het bruidspaar."

Aanwijzingen van de meester

"Voor iedereen die zijn boek gepubliceerd wil zien: laat je verhaal door een professionele manuscriptbeoordelaar lezen. Niet door je familie, die vindt het altijd goed. Daar moet je geld aan uitgeven. Dan krijg je een goed oordeel. En laat ook beoordelen of je talent hebt. Dat heb je of dat heb je niet. Talent kun je niet aanleren. En zorg ervoor dat je Nederlands op orde is. Als een uitgeverij jouw hele boek vijf keer moet corrigeren, dan kost dat erg veel geld en tijd. Een manuscriptbeoordelaar zal dat ondervangen door aan te geven dat je te veel spelfouten maakt. Ga eerst op een cursus Nederlands. Probeer bovendien een origineel verhaal te bedenken. Mensen zijn erg geneigd een verhaal te schrijven dat over henzelf gaat. Het zogenaamde “bekentenisschrijven”. Daar zit niemand op te wachten. Ga bij jezelf na of je ook nog meer te vertellen hebt dan alleen dit relaas. Als er verder niets in je hoofd zit, dan houdt het ook op. Hou het dan maar voor jezelf. Streef niet iets na dat je niet in huis hebt. Mensen willen heel graag schrijven. Maar schrijven is meer dan jouw verhaal vertellen."

What’s in a name?

"Ik kijk bij caissières altijd op hun naambordjes en als het een leuke naam is, schrijf ik ‘m op. Altijd handig. Als ik in kranten of tijdschriften namen lees waarvan ik denk dat ik ze kan gebruiken, noteer ik ze. Moeilijke namen kunnen erg afleiden. Je moet naar de tijdsgeest kijken, en er op letten of een naam beladen is. Ik zou nooit een Joran opvoeren. Of een Dolf, Adolf Hitler. Mensen denken namelijk dan ook direct dat dat dan wel de slechterik zal zijn. Het leidt af. Tijdens een lezing vroeg ik een keer wat de mensen nu “foute” namen vinden. Iemand riep “Gijs”. Een ander riep: “Zo heet mijn man!”. Best lastig. Ik gebruik ook weleens een naam die ik op Facebook voorbij zie komen, dat laat ik die persoon dan ook altijd weten. Dat vinden ze prachtig."

Loes heeft het druk, zo in de aanloop naar de Maand van het Spannende Boek. De lezingen, signeersessies en interviews zijn welkome onderbrekingen van het schrijven. Het hoort er bij. Voor de Avond van het Spannende Boek in Felix Meritis in Amsterdam heeft ze al een mooie jurk gekocht, zegt ze met glimmende wangen. Het belooft een mooie avond te worden waarop veel bekende auteurs acte de présence zullen geven, zoals Nicci Frenc, Karen Slaughter, en Monaldi & Sorti. Volgend jaar wordt het geschenk weer geschreven door een buitenlandse auteur. "Ik hoop dat het mijn favoriete schrijver Håkan Nesser (Zweedse misdaadschrijver) wordt, of Lindwood Barclay – die vind ik ook erg goed." Haar man onderbreekt ons. De foto’s die hij eerder deze middag van ons maakte in de tuin zijn ingeladen. Loes bekijkt ze met een expressie die het midden houdt tussen zeer kritisch en licht vermakelijk. Haar ogen zijn half toegeknepen om de beelden scherp te kunnen zien. ’s Avonds krijg ik een e-mail. Slechts twee kwamen door de ballotagecommissie. Ja, Loes houdt de regie graag zelf in handen, zoals het een directeur betaamt.