Parallelle werelden
In je boek gaat het over De Fabriek, een verschrikkelijke afwerkplek. Ben je daar ook geweest?
Ja, in Spanje, in Madrid, Casa del Campo, dat is de fabriek. Het is bijna echt een fabriek, want klanten worden daar fabrieksmatig afgewerkt. Er staan ook vrouwen naakt te tippelen, echt gedwongen. Het is heel dubbel. Het zijn parallelle werelden. Enerzijds zijn er gezinnetjes die daar heel gezellig aan het picknicken zijn en een paar honderd meter verderop zit je gewoon bij een keiharde afwerkplek. Ik heb in Nederland afwerkplekken bezocht. Ik ben wel in dat park geweest in Madrid, maar ik ben niet teruggegaan naar Madrid om daar nog een keer heen te gaan. Wel hier in Nederland. Ik heb ook met prostituees gesproken.
Geef je ze met dit boek een stem die ze niet hebben?
Het gaat veel meer over moed en daadkracht en hoe kom ik dit te boven? Ik wil geen pleidooi houden voor de prostituees. Het gaat over een meisje dat alles meeheeft. Ze is hartstikke slim, ze wil architecte worden en dan opeens door een speling van het lot komt ze in deze wereld terecht. Het gaat mij er om: hoe overleef je dat, wat doet dat met jou? Meer dan dat ik op de barricaden wil staan voor de vrouwen die dit overkomt.
De teaser is: “Sommige familieschandalen kunnen beter geheim blijven.” Uiteindelijk wordt het wel bekend en maakt het haar completer als mens.
Ja, het is wel heel schokkend natuurlijk, vooral als blijkt dat haar lot is gestuurd door een hand waarvan ze nooit verwacht had dat die haar lot zou sturen. Ze is op de vlucht geslagen voor haar verleden en heeft het alsmaar onderdrukt. Ze kon op een gegeven moment alleen nog maar communiceren met de buitenwereld via haar werk. Ze kon geen relaties meer aangaan. Alleen Lennart kon ze nog toelaten. Dat is nogal moeilijk allemaal. Uiteindelijk weet ze: “dit is een onomkeerbaar iets, ik heb de deur naar mijn verleden open gezet, ik moet dit uitzoeken, ik moet dit weten. Dat maakt de cirkel rond en dan kan ik verder.” Dat klopt, maar ze zal toch moeten leren leven met de trauma’s uit het verleden.
In hoeverre voel je je verwant met haar?
In zoverre dat ik haar bedacht heb. Als je schrijft, dan word je haar. Ik werd Livia. En ik werd ook tante Pilar, wat een vreselijk kreng is, maar ik moest haar wel worden. Dus in die zin voel ik overal wel verwantschap mee, ook al heeft het niks te maken met wie ik ben, in de letterlijke zin van het woord.
Hoe heb je je in die afschuwelijke tante Pilar verplaatst?
Weet je dat ik het eigenlijk best wel heel leuk vond om over haar te schrijven? Omdat ik totaal niet zo ben. Ik kon er lekker op losgaan. Dat maakt het heel leuk.
Dus als het verfilmd wordt, wil je wel die rol spelen?
Zover wil ik niet gaan.