Pieter Waterdrinker is even in Nederland voor een lezingenreeks over zijn succesvolle autobiografische Russische roman Tsjaikovskistraat 40, zijn elfde boek. Waterdrinker woont al tientallen jaren met zijn Russische vrouw Julia afwisselend in Moskou en Sint-Petersburg. Monique Huijdink ontving hem bij haar thuis voor dit interview, omdat hij toevallig in Utrecht was. Als haar kat op tafel springt, begint hij tegen hem te praten. In het Russisch. Waardoor ze in de lach schieten. “Ik praat ook altijd Russisch met mijn katten in Sint-Petersburg,” zegt hij, “ik denk dat ze me anders niet verstaan.”

Interview met Pieter Waterdrinker: “Een mens heeft nooit ergens recht op.”
Ben je meer Rus dan Nederlander inmiddels?
“Mijn leven is zo gelopen dat ik in Rusland terecht ben gekomen en in zekere zin was ik al een Rus. Ik bedoel daarmee dat het aansloot bij wie ik toen was. Dat had ook in Spanje of Italië kunnen gebeuren, want Russen lijken heel erg op Italianen en Spanjaarden. Ze zijn emotioneel en niet zozeer rationeel, vaak Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Rusland is een manisch-depressief land waar heel veel gebeurt: de zomers zijn er heter, de winters kouder en de sneeuw is witter. Het is een land van extremen. Het is geografisch ook een heel groot land wat invloed heeft op je manier van denken. Russen zeggen: “Ik leef niet in een land, maar in een ruimte.”
We beseffen niet altijd dat Rusland het grootste land op aarde is, bijna twee keer zo groot als Canada.
“Ik maakte onlangs een reis met lezers over de Wolga. Na 12 dagen hadden we nog maar drie centimeter op de kaart afgelegd. Het land geeft je door die enorme omvang een gevoel van anonimiteit, nietigheid. Dat werpt je terug op jezelf waardoor alles heftiger binnenkomt en je intenser leeft. In Nederland voel ik altijd een soort bedruktheid. Als alles om je heen anders is kun je het makkelijker opzuigen, dat heb ik niet in Nederland. Als schrijver ben je beschouwer, je observeert, kijkt naar mensen. Als je immigrant bent zoals ik in Rusland, zijn je zintuigen scherper. Je ziet andere dingen, omdat je zelf anders bent dan je omgeving.”
Ben je ontheemd geraakt?
“Ik ben buitengewoon ontheemd. Ik sliep vannacht in een hotel in Utrecht en dacht: oké ik heb nog een paar vrienden en familie hier, maar ik heb hier geen huis. Wat ís Nederland nou eigenlijk nog voor mij? Ik zat daar in die kamer en dacht, dít is Nederland voor mij: een hotelkamer. De taal is natuurlijk belangrijk omdat ik hier boeken uitgeef, maar in wezen ben ik ontheemd.”
Maar in Rusland ben je ook geen echte Rus.
“Niet op land en niet op zee, zou Gerard Reve zeggen. Je zou een boek kunnen schrijven over de huidige Nederlandse literatuur die in bepaalde opzichten een exile-literatuur is als je kijkt naar Nederlandse schrijvers die niet in Nederland wonen, zoals Arnon Grunberg, Geerten Meijsing en Ilja Pfeijffer. Een heel interessant verschijnsel is dat.”
Tegelijkertijd hebben we nu juist veel schrijvers in Nederland met een migrantenachtergrond.
“Die schrijvers kijken door hún biografie ook anders naar hun omgeving, kunnen ons een spiegel voorhouden, net zoals ik door mijn biografie en het leven in het buitenland de lezer een spiegel kan voorhouden en dingen kan laten zien die normaal gesproken niet worden opgemerkt.”
In Tsjaikovskistraat 40 staat dat je wilde stoppen met schrijven na je vorige grote Europese roman Poubelle. Je kon niet leven van het schrijverschap. ‘Freelancer-freeloser’, schrijf je. Er was sprake van existentiële wanhoop. Maar nu is alles anders. Je staat al maanden in De Bestseller top 60 met Tsjaikovskistraat 40. Ben je door dit succes veranderd?
“Nee! Helemaal niet. Het is ook literaire spielerei om dit zo op te schrijven. Gerard Reve schreef ook duizend keer dat hij zelfmoord ging plegen. Maar ik ben wel vaak neerslachtig. Poubelle was mijn tiende roman en het was een grote roman van meer dan 500 bladzijden,. Hij verkocht helemaal niet slecht, maar kreeg naar mijn gevoel in literaire kringen niet de waardering die het verdiende. Het is een roman die de morele dilemma’s in het huidige Europa blootlegt. Men leek het grote gebaar in het boek niet te herkennen, omdat men alleen met het debat in Nederland bezig is. Maar Poubelle wordt nu in het Duits vertaald, daar ben ik heel blij mee.”
Tsjaikovskistraat 40
Tsjaikovskistraat 40
In Waterdrinkers nieuwste, sterk autobiografische roman Tsjaikovskistraat 40 neemt hij de lezer mee op een duizelingwekkende reis door de Russische geschiedenis en door zijn eigen leven. Vertrekpunt is zijn huis in Sint-Petersburg, waar de auteur woont met zijn vrouw en drie poezen, midden in de buurt die honderd jaar geleden het epicentrum was van de Russische revolutie van 1917. Behalve een kroniek over deze periode, die de loop van de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw ingrijpend zou bepalen, is de roman een verslag van het onwaarschijnlijk avontuurlijke leven van de auteur, die de afgelopen kwarteeuw in de Sovjet-Unie en Rusland doorbracht. In de handen van meesterverteller Waterdrinker wordt dit een rit op een literaire achtbaan. Een roman van een aangrijpende schoonheid, een ode aan de gespleten ziel van Rusland en de eeuwige interne strijd die dat oplevert. Groots ook in de wijze waarop Waterdrinker zijn eigen worsteling beschrijft met het leven, zijn schrijverschap, de liefde.
Je schrijft ook: ‘Deze wereld wordt geregeerd door willekeur.’ Of toch wat goed is wordt vanzelf een keer erkend en beloond?
“Ik heb nooit geschreven voor geld. Als je een serieuze schrijver wilt zijn, moet je daar je leven voor geven, vind ik. Dingen liepen in mijn leven - zoals dat bij iedereen kan gebeuren – soms niet helemaal zoals gehoopt, maar dat heeft geen invloed gehad op mijn toewijding aan de literatuur. Maar de meeste schrijvers kunnen niet leven van hun werk. Een mens heeft nooit ergens recht op. Ik had altijd wel succes in literaire zin met nominaties voor literaire prijzen – ook in België en Engeland – en goede recensies. Nu is Tsjaikovskistraat 40 een commercieel succes, maar het had ook niet kunnen gebeuren. Je moet gewoon mazzel hebben. Het aardige is wel dat men nu in retrospectief mijn eerdere werk herontdekt. Er is een heel mooie serie van herdrukken in hardcovers van mijn verhalen in Een dame in Kislovodsk, ook Poubelle is in die serie herdrukt. In het voorjaar 2019 komt daar de herdruk van De dood van Mila Burger bij, die nog genomineerd is geweest voor de Libris Literatuurprijs. Zo krijgt het werk een nieuwe kans.”
Heeft je optreden als VPRO Zomergast in augustus 2018 bijgedragen aan dit succes?
“Tsjaikovskistraat 40 verkocht al meteen goed toen het uitkwam, maar Zomergasten heeft het wel een extra zetje gegeven. Dit is meer een autobiografische roman. Mijn vrouw Julia zei dat mensen houden van persoonlijke waargebeurde verhalen. Lezers kunnen gluren in een kwart eeuw van mijn leven. En dat leven is op zijn minst roerend geweest, ik heb veel meegemaakt in die 25 jaar in Rusland. Mensen beseffen nu pas dat Rusland heel belangrijk voor ons is en onze levens ook voor een deel gaat bepalen. Tsjaikovskistraat 40 is nu vertaald in het Engels, Duits en Italiaans. Er is in Europa nieuwsgierigheid ontstaan naar Russen.
Je was genomineerd voor de BookSpot Literatuurprijs 2018, maar je hebt alsnog één prijs gewonnen. De Tzum-prijs voor de mooiste zin van 2018; een zin van 95 woorden: ‘Zou deze stad op een andere breedtegraad liggen, in een ander landschap, met een andere stand van de zon, zonder de ellenlange grijze maanden van regen, mist en grauwheid, niet op deze schrale moerasgrond staan, in de bodem waarvan de botten liggen van de ontelbare stakkers die hun leven bij de bouw ervan hebben gelaten, maar op een rots, te midden van fraaie glooiende heuvels, met de zwartinkten silhouetten van olijfbomen en cipressen, dan zou Sint-Petersburg met zijn grande armée van mintgroene, zachtroze, bosbesrode en geel gesausde pleisterwerkgevels Florence met gemak naar de kroon steken.’ Er staan nog veel langere zinnen in Tsjaikovskistraat 40. Zelfs een zin die zeven pagina’s aanhoudt, dat is tegen alle schrijversvakschoolwetten in. Had je daar plezier in?
“Karel van het Reve zei al dat literatuur geen wetenschap is omdat het niet te falsificeren is, dus het zal allemaal wel met die schrijfwetten. Iets is mooi of iets is niet mooi. Er zijn wel technieken, maar je moet er geen dogmatiek op leggen van zo moet je wel schrijven en zo moet het niet. Schrijvers die iets doen wat anderen niet doen, maken iets los. Mensen zeggen over mij dat ik een barokke stijl heb. Maar toen Herman Koch mijn roman Lenins balsem had gelezen, vond hij dat het heel helder geschreven was. Dus hoe komen ze bij die barok? Ik ben blij dat ik nooit voor schrijven heb doorgeleerd.”
Ben je al bezig aan een volgende roman?
“Ik heb nog weinig tijd gehad, maar maak wel aantekeningen. Deo Volente, zeg ik altijd. Als God het wil komt er een nieuwe roman.”