Philip Dröge heeft meerdere boeken op zijn naam staan. Boeken die stuk voor stuk tot nadenken aanzetten en een typische Dröge-stijl met zich meedragen. Ook zijn historische roman Pelgrim voldoet aan deze criteria. Een verhaal over een bijzondere man die zijn voetstappen in de geschiedenis heeft achtergelaten, maar voor velen van ons totaal onbekend is. Christiaan Snouck Hurgronje is in elk opzicht een man die tot de verbeelding spreekt. Een man die het waagt om nog onbetreden gebied te verkennen en verslag te doen op een manier die in de 19e eeuw ongekend was. Philip Dröge deed hetzelfde door Snoucks Hurgronje’s levensverhaal op te schrijven op een manier die zijn hoofdpersoon waardig is. Pelgrim is een absolute mustread, en voor mij persoonlijk in vele opzichten het beste boek dat ik in 2017 heb gelezen.
Hoe ben je eigenlijk op het spoor van Christiaan gekomen?
Dit is eigenlijk al een flink aantal jaren geleden gebeurd. Ik kreeg zo’n 15 tot 20 jaar geleden een exemplaar van zijn boek Atjehers in handen. Toen ik het las, viel mij op dat het boek opmerkelijk goed leesbaar was. De meeste boeken uit die tijd zijn qua taalgebruik en stijl onleesbaar of op z’n minst moeilijk om doorheen te komen. Christiaan toonde mij een wereld die niet bestond en die ik ook niet kende en hij leidde mij daarin rond. Ik vond dat toen zo bijzonder dat ik vrijwel direct geïnteresseerd raakte in de man en als vanzelfsprekend meer ben gaan lezen.
Buiten zijn levendige en aantrekkelijke manier van schrijven, wat viel jou nog meer op aan Christiaans werk?
Wat ik leuk aan hem vond, was zijn humor. De man is zo nu en dan gewoon grappig, vooral wanneer hij zijn belevenissen in Mekka beschrijft. Ik zal nu niet in de details treden, maar hij beschrijft een heilige stad en schroomt daarbij niet om bepaalde dingen te benoemen die eigenlijk niet benoemd zouden moeten worden. Hij gaat verder dan alleen maar het beschrijven van dat wat zichtbaar is. Christiaan laat het leven in volle glorie zien. De mooie, maar ook de minder mooie kanten. Dat doet hij soms op een zeer grappige manier. Wat ik verder heel bijzonder aan hem vind, is zijn vermogen om binnen een paar weken een andere taal te leren. Ongelooflijk. Taal was zijn wapen, zijn methode, zijn alles. Hij kon zich daardoor ook met de mensen bezighouden, begrijpen wat voor hen belangrijk was en doordringen in hun wereld. Dat maakte hem tot een betere wetenschapper dan wie dan ook. De man schreef woordenboeken. Natuurlijk kreeg hij wel wat hulp daarbij, maar dan nog. Er zit bijna een soort gretigheid in hem om een vreemde taal eigen te maken. Het is die gretigheid die ik fascinerend vind.
Heb je tijdens het schrijven van dit boek Christiaans stijl overgenomen?
Nee, dat denk ik niet. Ik ben wel in mijn eigen stijl blijven schrijven. Ik heb ook niet geprobeerd zijn werk over te doen. Pelgrim gaat over hem. Het is zijn verhaal.
Toch duik je heel diep in je personage.
Dat klopt, dit is eigenlijk ook niet te voorkomen. Je ontkomt er niet aan dat je als schrijver onderdeel wordt van het verhaal. Door het doen van diepgaand onderzoek, zijn gedachten te lezen en zijn voetstappen te volgen, ga je iemand echt leren kennen. Je krijgt een soort van gevoel voor een persoon, maar dat niet alleen, je gaat je in sommige opzichten ook voelen zoals die persoon. Een voorbeeld hiervan is dat je paralellen gaat zien tussen bepaalde gebeurtenissen. Paralellen in de tijd, maar ook met betrekking tot personen. Denk bijvoorbeeld aan de vader van Christiaan. Op een gegeven moment handelt Christiaan hetzelfde als hem. Dat is opvallend, maar het gebeurde wel.