Header Rico
Interviews

Rico Verhoeven: ''Ik doe me niet anders voor dan ik ben"

“Toen Rico werd geboren, woog hij 9 pond. Hij is nooit in zijn leven een kleine jongen geweest. Ik ben altijd televisieverslaafd geweest, net als Rico zelf. The Lion King kende hij helemaal uit zijn hoofd – ik denk nog steeds. Maar omdat ik zo graag tv-keek, heb ik hem genoemd naar mijn favoriete hoofdrolspeler uit Miami Vice: Ricardo Tubbs. Vond ik leuker dan die andere, Sonny Crockett.” - Moeder Jacqueline Deurloo

Het boek RICO is niet alleen een meeslepend en filmisch geschreven verhaal op de huid van de beste kickbokser ter wereld, maar ook een onthullende inkijk in het persoonlijke leven van Verhoeven. Voor het eerst vertelt hij het verhaal van zijn getroebleerde jeugd. Schrijver Leon Verdonschot volgde de wereldkampioen kickboksen een jaar lang intensief. Tijdens trainingen, in voorbereiding naar wedstrijden, tijdens presentaties en workshops, thuis en in zijn vrije tijd. Hij sprak vele (jeugd)vrienden, familieleden, trainers en medesporters. Joeri interviewde Rico zelf.

Waarom moest dit boek er komen?
Het was iets wat op mijn pad kwam. We doen zoveel dingen en krijgen zoveel aanbiedingen. Op een gegeven moment kwam er een uitgever die vroeg naar een boek over mijn leven, over wat ik meegemaakt heb. En zij wisten nog niet eens alles over mijn achtergrond. Toen ik erover na ging denken en overlegde met Karim, mijn manager, kwamen we tot de conclusie dat ik eigenlijk best wel wat te vertellen heb.

Hoe ben je bij Leon Verdonschot uitgekomen?
De uitgever kwam dus met het idee, daarna zijn we het gaan uitwerken. Ze vroegen of ik een voorkeur voor een schrijver had en kwamen zelf met verschillende namen. Ze stelden voor om te beginnen met Leon. Toen zijn we met hem in gesprek gegaan en dat klikte gelijk. Hij is zelf ook een kickbokser en snapt wat ik doe. Hij weet van het spelletje en zit in het wereldje. Dat was heel fijn en daardoor hoefde ik hem niets uit te leggen.

In hoeverre ben je ook betrokken geweest bij de inhoud en de vorm van het boek?
Ik ben bij alles betrokken geweest. Ik heb van tevoren ook alles gelezen, daar ben ik heel perfectionistisch in. Het moet niet goed, maar perfect zijn. En de enige die daarover kan oordelen ben ik zelf. Het is mijn verhaal. Dat is de kracht. Het was een bewuste keuze om het boek ook persoonlijk te maken. Ik vind dat als je het doet, je ook letterlijk een boekje open moet doen. En dat hebben we gedaan.

Je zit in een haantjeswereld. Ook iemands mentale balans is belangrijk in je sport. Ben je niet bang voor eventuele reacties?
Wat moeten ze zeggen? Ik weet het niet. Ik denk dat het een open verhaal is, waarin ik laat zien dat iedereen wel een rugzakje draagt. En bij de een is die wat groter dan bij de ander. Voor mij is de onderliggende boodschap dat je altijd zelf verantwoordelijk bent voor de keuzes die je maakt. Dat is met alles, wat er ook in je leven gebeurt. Ook al begin je met 0-1 of 0-2 achterstand, jij bent zelf degene die er wat van maakt en niemand anders. Ook al word je door andere mensen beïnvloed op bepaalde manieren, jij bent verantwoordelijk voor wat er gebeurt en voor welke keuzes er worden gemaakt.

In het boek staat dat je mentaal vroeger niet de sterkste was. Nu dus wel. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
Je leert met dingen omgaan. Je leert hoe je naar dingen kan kijken. Je kan dingen positief zien, maar diezelfde dingen ook negatief zien. Van het negatieve wordt niemand veel wijzer. Dat heb ik op een gegeven moment ingezien. Sindsdien probeer ik alles om te draaien naar iets positiefs. Ondanks dat dit in sommige situaties heel lastig is.

Hoe kijk jij naar een tegenstander, hoe maak je een strijdplan?
Heel tactisch. Waar zit zijn kracht en wat zijn de zwakke punten? Van daaruit gaan we aan de slag. Daar passen we de tactiek op aan. Als dat niet blijkt te werken, gaan we terug naar de basis. Ik heb sowieso de mentale rust om dat aan te kunnen passen. Ik denk dat ik daar nu zover in ben, en zoveel ervaring in heb, dat ik dat gewoon kan doen. Ik kan verschillende wedstrijdplannen gebruiken terwijl ik aan het vechten ben. Je zult je stijl soms aan moeten passen. De tegenstander traint ook op jou. Dus het kan zijn dat wat je getraind bent, in het begin niet helemaal werkt. Dus dan moet je misschien eerst wat anders doen en daarna terugvallen op wat je getraind hebt. Pokerface. Dit is onze sport. Op het moment dat het zwaar wordt, laat je niks merken

"Normaal gesproken zou ik zeggen dat ik Rico als een kleine jongen heb zien komen, maar hij was ook tien jaar geleden al geen kleine jongen meer. Hij was zeventien en een beer van een vent, alleen nog geen vent. De allereerste keer dat ik hem zag, was toen ik met een jongen meeging die moest vechten op een gala waar Rico ook vocht. Hij werd toen in de kleedkamer ingesmeerd door zijn vader. Ik zag die enorme benen, en vroeg: “Wat krijg jij te eten? Superaardappels of zo?” - Mental coach Alviar Lima

De eerste keer tegen Errol Zimmerman (Errol "The Bonecrusher" Zimmerman is een professionele Nederlandse Muay Thai kickbokser en vechtsportkunstenaar van Curaçaose afkomst, red.) maakte je de fout je te laten verleiden dat je plan te laten varen en er one for you, one for me van te maken…
Ik deed die eerste keer tegen Zimmerman wat Dennis zei dat ik niet moest doen. Het laatste wat je moet doen bij een man die zo lekker en zo hard kan stoten is er gewoon in lopen. Dat deed ik wél. En toen lag ik op mijn rug. Daar baalde ik heel erg van, ik keek heel erg uit naar een gevecht om dat recht te zetten. Mijn vader ging mee naar dat gevecht, en het was ook meteen mijn kwalificatiewedstrijd voor Chicago, waar ik wereldkampioen werd. Elke partij die ik heb verloren deed echt pijn. Ik begon meteen met nagaan waar ik de fout in ging. Ik ging goed KO. Ik stormde er vol in, terwijl we hadden getraind op afstand houden. Een grote fout. Natuurlijk, ik heb flink wat tikken gehad, en van Sem Schilt kreeg ik ze van alle kanten, maar ik ben gelukkig nooit helemaal in elkaar geslagen. En alles is een les. Zoals Conor McGregor ooit zei: “I never lose. Either I win or I learn.” De meeste mensen gaan meteen met vingers wijzen als ze verliezen. Maar de eerste naar wie je moet wijzen, ben je zelf. Niet alleen in de sport, maar volgens mij in je hele leven. Kijk eerst naar jezelf, wijs dan pas naar een ander.


Waarom deed je dat?
Door de zenuwen. Maar waarom kon ik die zenuwen niet bedwingen? Alle wedstrijden die ik ooit heb verloren, heb ik terecht verloren. En op één keer na, namelijk tegen Sem Schilt, doordat ik zelf een fout maakte. Soms te veel druk op mezelf, soms mezelf te veel laten meeslepen door de spanning, of doordat ik niet hard genoeg voor mezelf was en nog een tikje had kunnen doorbijten om de wedstrijd naar me toe te trekken. Maar ik ben nog nooit helemaal afgeslagen in de ring.

Hoe voorkom je bij zware personen dat je achteruit moet vechten?
Dat is altijd lastig, als iemand groot en zwaar is. Maar als het goed is ben jij sneller, want kleiner en lichter. Dus je moet in- en uitvechten. Alleen: je hebt kans dat je er eentje op je gezicht krijgt als je inkomt, en weer een als je eruit gaat. Twee punten voor hem, in het slechtste geval. Dus je moet veel doen, veel punten maken als je erin gaat. Erin, pam-pampam, eruit met je dekking hoog.

Hoe ziet je week eruit?
Ik probeer nu minimaal elke dag te trainen. Maar verder is het bizar druk met afspraken. Zakelijke afspraken, televisieprogramma’s, dat soort dingen. En ik heb een gezin natuurlijk, zij willen ook wat aandacht. Maar ik zit nu op dit level, dus ik moet nu gas geven. Het is volgens mij voor het eerst dat er iedere week op televisie aandacht is voor kickboksen. Positieve aandacht, bedoel ik dan.

Komt er veel psychologie bij kijken?
Zeker weten. De staredown is een soort psychische oorlog. Je staat tegenover elkaar, maar je mag niks doen. Maar agressie is niet de basis van deze sport. Als je boos bent, is je eerste reactie vaak ook niet de beste. Dus bij een staredown en in de ring is het volgens mij belangrijk om rustig te blijven.

Hoeveel keer eet je per dag?
Een keer of zeven. Kleine beetjes tussendoor, hè. De verbranding hooghouden. Hoe dichter bij de wedstrijd, hoe meer ik train, hoe meer ik eet, en hoe slanker ik word. ’s Avonds heb ik vaak trek. Na het trainen. Als ik niet hoef te vechten bel ik dan weleens Domino’s.

Drink je weleens?
Soms vind ik het wel leuk om iets te drinken, voor de gezelligheid. Champagne.

"Achteraf heeft hij veel levensfasen overgeslagen, maar dat zijn fasen waar hij nooit behoefte aan heeft gehad. Ik zie hem ook niet over tien jaar zeggen: ‘Oh, was ik maar veel gaan stappen, of had ik maar veel meer vrouwen gehad vóór Jacky.’ Met cafés had hij nooit iets, alleen met de fruitautomaat. Letten op zijn eten is dan nog zijn grootste opoffering: Rico is de laatste kandidaat die ik ooit verwacht te zien in Expeditie Robinson. Je kan hem niet blijer maken dan met eten, terwijl ik inmiddels soms bang ben dat hij ooit zelf verandert in een kip met rijst." - Zus Nadia Tsouli

Uit jouw mediapresentatie komt een, voor de kickbokswereld, atypische persoonlijkheid naar voren. Is mijn mening gebaseerd op verkeerde vooroordelen of deel je die mening?
Nee, ik denk dat er wel een vooroordeel is, maar het is een moeilijke kwestie. Want wat je zegt, je hebt haantjes in deze sport. En ik denk dat mensen in het verleden te veel het gevoel hadden dat ze juist die kant moesten laten zien op het moment dat ze in de media kwamen. En ik ben gewoon wie ik ben. Take it or leave it. Ik doe me niet anders voor dan ik ben.Ik weet niet of ik atypisch ben. Ik ben tegelijkertijd ook die haan, snap je? Anders kan je niet aan deze sport doen. Iedere (kick)bokser is op een bepaalde manier een haan. Op het moment dat je gaat sparren laat je je hoofd niet van je romp slaan. Iedereen heeft dat op een bepaalde manier in zich. Alleen weet ik wel wanneer ik dat moet laten zien en wanneer niet. En dat is in de sportschool of op een persconferentie, als het sportgerelateerd is.

Merk je daar al verschil in?
Zeker weten. Dat merk ik aan alles, aan de vibe in de arena’s en als ik over straat loop. Iedereen spreekt me aan. Van jong tot 50, 60, 70 jaar oud. Ze spreken me allemaal aan. De diversiteit aan mensen die het volgen is gewoon heel groot geworden. Dat is alleen maar leuk. Hoe tof zou het zijn als we de Johan Cruijff Arena kunnen uitverkopen?

In april was Wembley uitverkocht voor het boksgevecht tussen Klitschko en Joshua. In Nederland hebben we genoeg goede kickboksers die de sport moeten kunnen dragen. Waar ontbreekt het in Nederland aan?
Sowieso is de kickbokssport nog niet zo’n oude sport. De bokssport is er al veel langer. En boksen is altijd een stuk georganiseerder geweest. Er was één bond, het is een Olympische sport. Wat dat betreft is het allemaal een stuk serieuzer. Onze sport staat eigenlijk nog gewoon in de kinderschoenen. Je merkt wel dat we nu stapjes aan het maken zijn. We zijn aan het kruipen, misschien dat we zelfs af en toe al een beetje opstaan, en hopen dat we dadelijk al een beetje gaan lopen en wie weet dat we in mijn tijd nog een keer kunnen gaan rennen.

Toch las ik dat je over 5 jaar wilt gaan stoppen.
Dat is mijn idee nu, ja. Het kan 5 jaar zijn, het kan 3 jaar zijn, het kan 7 jaar zijn. Ik durf het niet te zeggen, daarom zit ik in het midden. Het hangt af van allerlei dingen waar ik nu mee bezig ben. Ik ben bezig met een fitness-app, met acteren. Als alles ineens een stuk sneller gaat dan verwacht, stop ik misschien wel eerder.

Er stond in het boek dat jij denkt dat alles met een reden gebeurt. Ben je er al achter waarom jij dit mag meemaken?
Ik heb geen idee. Het enige wat ik weet is dat ik heel dankbaar ben. Het is gewoon heel speciaal. Ik werk heel hard voor wat ik wil bereiken. En daarom ben ik ervan overtuigd dat alles in het leven met een reden gebeurt. Het is niet zo dat als je een week hard werkt, een half jaar hard werkt of een jaar hard werkt, je gelijk resultaat moet zien. Het resultaat komt pas later, soms pas jaren later.