Ze heeft al meerdere titels op haar naam staan. Toch is haar naam nog steeds rijzende binnen de boekenwereld. Thrillerauteur Yvonne Franssen bracht dit jaar haar nieuwe boek uit: Kamer 305. Een verhaal waarin de levens van Kim en Eva met elkaar verstrengeld raken tijdens een zoektocht naar het motief van een aantal moorden.
Al vanaf jonge leeftijd houdt de auteur zich bezig met boeken. ''Ik begon met schrijven in een schrift, toen ik ongeveer elf jaar oud was. Dat waren dan altijd verhalen die heel erg leken op de boeken die ik had gelezen. Jarenlang heb ik er niet meer over nagedacht. Tot een vriendin van mij een boek wilde gaan schrijven. Ik vond het erg interessant wat zij deed, dus ik dacht: hoe moeilijk kan het zijn? Ik ga zelf ook een boek schrijven.'' Nadat deze eerste stap was gezet, verscheen haar eerste boek: Talio (2011). Ondanks het plezier dat zij ontdekte in het schrijven, durfde ze niet iedereen in haar omgeving te vertellen hoe serieus zij hierover nadacht. ''Ik denk dat dat deels gêne was. Ik was al ruimschoots volwassen en werkend en dan voel je je eigenlijk een beetje naïef om te dromen over het schrijven van een boek. En daarbij komt ook de gedachte of het wel goed genoeg is.''
''Mijn eerste boek was meteen een thriller, dat vond ik wel een heel fijn genre. Bij een thriller heb je natuurlijk een gebeurtenis die opgelost moet worden.'' Een ander genre heeft ze zich nooit aan gewaagd. ''Dat is een beetje zo gelopen. Soms heb ik ook gedacht: ik zou zo graag eens een hartverscheurende roman schrijven. Dat je op een gegeven moment in tranen uitbarst en niet meer kan stoppen met huilen uit ontroering. Mijn schrijfstijl is vrij kort en bondig en ook wel laconiek in sommige dingen. Dan is het heel erg moeilijk denk ik om op die manier iemand tot tranen toe te roeren. Ik schrijf thrillers; dat is wat ik doe en dat bevalt me.''