Nicci French Interview Janneke Header
Interviews

Nicci French: “We schrijven over de tikkende bom die in iedereen huist”

Vanwege de verschijning van het boek Wachten op woensdag, kwam Nicci French voor een exclusief interview naar bol.com. Het gehele interview is te bekijken in de video’s hieronder. Nicci leest voor. Haar stem is zacht, droevig en kwetsbaar. Je zou uren naar haar willen luisteren. Ze eindigt bij de scène waarin een dochter haar moeder vindt, die op gruwelijke wijze om het leven is gebracht...

Denken jullie tijdens het beschrijven van een moord of een lijk aan iemand in het bijzonder, of aan elkaar – na een ruzie bijvoorbeeld?
S: Je bedoelt of onze karakters gebaseerd zijn op echte mensen? Nicci en ik begonnen onze carrière als journalisten. Er wordt dan van je verwacht dat je de waarheid boven water krijgt en dat je bovendien niet afwijkt van de waarheid en accuraat te werk gaat. Natuurlijk moet je bij het schrijven van fictie ook accuraat zijn in bijvoorbeeld het beschrijven van gevoelens, maar het mooie is dat je overal een beetje informatie vandaan kunt halen. We zijn een soort vampiers, we zijn constant aan het onderzoeken wat we van iemand kunnen gebruiken.

Jullie vrienden vertrouwen jullie nog?
N: Niemand herkent zich in onze personages. Het enige karakter dat we in zijn geheel hebben gekopieerd in een boek is onze hond. Precies zoals ze is. Toen we een keer een kamer van een vijftienjarige wilden beschrijven, zijn we naar de kamer van onze vijftienjarige gegaan. De bende die we aantroffen! Dat hebben we ook een-op-een overgenomen.

Jullie hebben vier kinderen. Lezen zij jullie boeken ook?
S: Toen we begonnen met schrijven, waren onze kinderen 7, 6, 4 en 2 jaar oud. De boeken die ze toen lazen, waren van een hele andere orde dan de boeken die wij toen begonnen te schrijven. Ze zaten in een andere wereld. En toen, zo’n negen jaar geleden, zijn ze begonnen aan onze boeken. Het is best ingewikkeld voor ze, denk ik. Op een bepaalde manier treed je het hoofd van je ouders binnen, hun denkbeeldige wereld. Wachten op woensdag begint met een gruwelijke moord, iets wat we overigens meestal niet doen, maar het is wel ontsproten aan onze fantasie. Ik weet niet zeker of ik zou willen weten wat er zich afspeelt in de fantasie van mijn ouders.

"Je kunt het je eigenlijk niet voorstellen voor jezelf, totdat je je werkelijk in die situatie bevindt."

Stellen ze er vragen over?
N: Alle vier hebben al onze boeken gelezen. Ze lezen onze boeken altijd bijna als eerste. En daar blijft het bij. We praten er vervolgens niet over. Hooguit zeggen ze dat het boek ze beviel. Ze zijn ook min of meer medeplichtig aan de inhoud van een boek. De meeste ideeën voor onze boeken ontstaan tijdens gesprekken aan de eettafel.

S: Ik herinner me dat we een keer aan het lunchen waren en dat we aan het fantaseren waren over dat iemand op de deur klopt en vraagt of hij zich bij ons mag verstoppen. Wat zou je doen? Toen gingen we verder denken. Stel dat het oorlog was, dat we in bezet Polen woonden en dat het een Joodse vluchteling was die aanklopte. Stel dat je hem zou binnenlaten en het wordt ontdekt, dan wordt hij maar ook jij en jouw familie omgebracht. Zou je dat doen?

Zou jij het doen?
S: Het is ingewikkeld. We zijn altijd erg geïnteresseerd in hoe iemand zou kunnen reageren in een gegeven situatie. Je kunt het je eigenlijk niet voorstellen voor jezelf, totdat je je werkelijk in die situatie bevindt. Een van de dingen die we proberen te ontdekken, is wie je nu eigenlijk bent wanneer er iets verschrikkelijks gebeurt. Soms ontdek dan hele nare dingen over jezelf.

N: Het intrigerende is: wat je ook doet, het is verkeerd. Als je hem binnenlaat – wat natuurlijk goed is – breng je je eigen familie, je dierbare kinderen in groot gevaar. En dat is juist weer het verkeerdste wat je kunt doen. Moreel gezien is er geen juist antwoord. We willen niet schrijven over zekerheden, we willen schrijven over twijfel. We willen ook niet schrijven over goed en kwaad, maar over alles wat daartussen zit.

Is er weleens een kwestie in een verhaal geweest waar jullie niet uitkwamen?
S: Het prettige van samen schrijven, is dat als de een even stuk zit, de ander vaak een oplossing kan aanreiken. We praten er voortdurend over. Het is soms net als het ontwerpen van een machine, je bent eindeloos aan het bouwen tot het eindelijk werkt.

N: Er is een idee waar we al tien jaar mee rondlopen en waarvan we maar niet weten hoe we het moeten aanpakken. We kunnen het niet loslaten. Ja, it eats on us.

"Iedereen moet leren zich te ontworstelen aan zijn familie."

Inmiddels is bekend dat jullie apart schrijven. Jullie geven elkaar de geschreven hoofdstukken en de ander bekijkt het, past het aan en geeft het zonder begeleidend commentaar terug. Uit respect. Als het boek gedrukt is, weten jullie vaak niet meer wie wat heeft geschreven. Jullie zijn getrouwd, jullie schrijven samen. Zoals in elk huwelijk, zijn er bij jullie vast ook weleens onenigheden. Wat ik nu eigenlijk met mijn eerste vraag bedoelde, was of jullie bij het beramen van een moord dan misschien even aan de ander denken …
S: Iemand heeft weleens – heel naïef – gezegd dat wij wel het perfecte huwelijk moeten hebben. Samen leven, samen schrijven … We zouden zeker wel nooit ruzie maken. Maar natuurlijk zijn ook wij het soms niet met elkaar eens. Vaak zelfs. Een onderdeel van getrouwd zijn, is het oplossen van conflicten. Of niet trouwens. Er zijn, net als in een psychologische thriller, regelmatig spanningen. Vaak onderhuids. We schrijven voortdurend over relaties die de verkeerde kant op gaan. Elke relatie heeft dat vroeg of laat wel een beetje in zich.

N: Maar niet altijd komt er een lijk aan te pas. Het samen schrijven vergt veel vertrouwen. Het is heel intiem om samen te werken. Vaak schrijven we juist over het niet kunnen vertrouwen van iemand, of dat je niet zeker weet of je op iemand kunt varen en dat de twijfel toeslaat.

S: Het is misschien een cliché, maar dan in ieder geval een belangrijk cliché: in Engeland worden kinderen opgevoed met waarschuwingen als ‘praat niet met vreemden, stap niet bij een vreemde in de auto’. Maar eigenlijk zouden kinderen moeten horen ‘luister niet naar je ouders, wees behoedzaam voor je oom’. De meest voor de hand liggende persoon om een kind of een vrouw iets aan te doen, is iemand uit de nabije omgeving. Dat is een feit. Denk ook maar aan die momenten waarop er binnen families onenigheid of spanning ontstaat, Kerstmis bijvoorbeeld. Het fascinerende is dat iedere familie haar eigenaardigheden heeft, onderwerpen waar liever over wordt gezwegen of juist te veel over wordt gepraat.

N: Iedereen moet leren zich te ontworstelen aan zijn familie.

Is het schrijven een vorm van therapie?
N: Ja, schrijven kan helpen, het een manier om te ontdekken hoe je de wereld ziet. Zeker nu we in onze serie over een psychoanalyticus, Frieda Klein, schrijven. Maar de beste therapie is therapie. Dat is wederom het bijzondere van samen schrijven, we ontdekken samen de wereld en hoe we hem zien. Waar we onrustig van worden, angstig, jaloers. We schrijven nooit over een bom die afgaat en duizenden mensen om het leven brengt. We schrijven over de tikkende bom die in iedereen huist.

"Veel vrouwen worden verliefd op de verkeerde man, de man die juist niet goed voor ze is."

Het zijn dus in zekere zin situaties die iedereen kan overkomen. Ik kan me voorstellen dat er lezers zijn die zich in jullie verhalen herkennen …
N: Jazeker! We hadden het boek Killing me Softly geschreven, het was ons derde boek. Het gaat over een vrouw wier leven compleet op orde is, een goede baan, gezond, ze heeft een doel voor ogen. En dan ziet ze een man aan de overkant van de straat en wordt hopeloos verliefd. Het is het begin van een zeer obsessieve relatie. En dan gaat het helemaal mis, het is toch een Nicci Frenchboek natuurlijk. We vroegen ons tijdens het schrijven nog af of de lezers deze halsoverkop verliefdheid wel zouden accepteren. Maar het boek was verschenen en we werden overladen met reacties als: ‘Dit is precies wat mij is overkomen! Dit is mijn verhaal. Hoe wisten jullie dat?’ Veel vrouwen worden verliefd op de verkeerde man, de man die juist niet goed voor ze is.

In eerdere interviews zeiden jullie dat jullie nooit een serie zouden willen schrijven, omdat jullie niet aan een hoofdpersoon vast willen zitten. Waarom nu dan toch een serie?
S: We wilden realistische thrillers schrijven, over situaties die echt kunnen voorvallen. Over normale mensen, die niet weten dat ze in een thriller figureren. Wij vonden het niet realistisch dat zo’n ‘normaal’ persoon ieder boek weer tegen een moord aanloopt als ze op vakantie gaat, of op familiebezoek. Dat gebeurt niet in het echte leven.

N: In een review over onze laatste stand alone thriller stond dat een van de mooie dingen van de boeken van Nicci French is dat ze geen series schrijven. Dat was een beetje een trigger om iets nieuws uit te proberen. De voornaamste reden is echter dat toen we Frieda Klein hadden bedacht, we erachter kwamen dat dit karakter meer dan een boek nodig had om zich te kunnen ontwikkelen. Een lichtbeschadigd persoon, solitair, goed in het afschermen van haar eigen geheimen, psychoanalist. Het idee dat ze acht boeken nodig heeft, is later ontstaan, naar de dagen van de week plus het achtste boek waarin alles samenkomt.

S: Tot nu toe schreven we een boek waarin iets gebeurde, dat werd verholpen en klaar. Maar nu, met Frieda Klein, schrijven we een verhaal waaruit blijkt dat het oplossen van een misdaad niet alles oplost.

N: In Blauwe maandag, het eerste boek in de serie, vindt een gebeurtenis plaats die als een boog alle boeken met elkaar verbindt. Je kunt alle boeken ook los van elkaar lezen, maar tegelijkertijd sluiten ze bij elkaar aan. Die grote lijn, die hebben we min of meer uitgezet. We moeten weten waar het verhaal naartoe gaat, maar de verhalen in de boeken op zich laten we organisch ontstaan, daar hebben we niet een vastomlijnd plan voor uitgedacht. We hebben ruimte nodig om Frieda’s karakter zich te laten ontwikkelen. En soms doen karakters niet wat je wilt dat ze doen, gaan ze niet in de richting waarvan je wilt dat ze op zouden moeten gaan. We moeten dus flexibel kunnen meebewegen.

"In het echte leven gebeuren dingen vaak zonder samenhang. Als schrijver moet je gebeurtenissen met elkaar verbinden"

Dromen jullie over haar, Frieda Klein?
N: Dat is een interessante vraag. Zou zij over ons dromen …

S: Ze is ons eerste karakter dat mij een beetje angst inboezemt. Ik heb het gevoel dat ze slimmer is dan ik. Het is iemand die lastig te doorgronden is.

N: Ik ben bang dat ze recht in mijn ziel kan kijken. Je komt bij haar niet weg met een ontwijkend antwoord, ze prikt door je heen. Frieda is iemand die je aan je zijde wilt hebben, zeker niet tegen je. Frieda vindt autonomie zeer belangrijk, en dat je zelf verantwoording neemt voor je daden. Ze zal nooit zeggen: “Kom maar hier, ik zal je blij maken.” Nee, ze zal je helpen jezelf beter te leren kennen. Iets wat soms erg confronterend kan zijn.

Als jullie niet zouden schrijven, waren jullie psychoanalisten geworden?
S: Het werk van een psychoanalist, is soms bijna hetzelfde als dat van een detective. Je bent allebei op zoek naar een geheim, naar iets dat verborgen is. Ook het werk van een schrijver lijkt op dat van een psychoanalist, zoals je de chaos in een mensenleven probeert te stroomlijnen. In het echte leven gebeuren dingen vaak zonder samenhang. Als schrijver moet je gebeurtenissen met elkaar verbinden, net als een detective en een psycholoog. We hebben weleens gefantaseerd over wat voor soort psycholoog wij zouden zijn. Je hebt hele goede, en hele slechte, die de zaak alleen maar erger maken.

Is een van jullie in therapie geweest?
N: Ja, twee keer. De eerste keer was voor een korte tijd omdat ik de gruwelijkheden van een rechtszaak die ik versloeg voor een krant niet kon loslaten. Ik voelde me vergiftigd. De tweede keer betrof het de fase in mijn leven waarin de kinderen het huis verlieten. Ik leerde, net als Frieda dat doet, dat er geen deur bestaat die je kunt openen en je als vanzelfsprekend naar Happy Land leidt. Een van de naarste dingen die een mens kan overkomen, is het gevoel dat je geen controle hebt over je eigen leven. In therapie leerde ik dat je zelf de regie in handen kunt nemen door de verantwoordelijkheid te nemen. Zelfbeschikking.

"Londen is een metafoor voor het leven."

Frieda Klein maakt ’s nachts lange wandelingen als ze de slaap niet kan vatten. Wat doen jullie als de onrust je wakker houdt?
N: Bakken. Cake, koekjes, om drie uur ’s nachts. Verstandelijk weet je wel dat om 4 uur in de ochtend niets goed voelt, en dat je gewoon weer moet gaan slapen.

S: De wandelingen die Frieda maakt, maken wij ook, alleen niet midden in de nacht. In deze serie zijn er twee hoofdpersonen: Frieda en Londen. Londen is een vreemde stad die oneindig vaak is vernietigd en weer opgebouwd. Londen is een land op zich, een vraatzuchtig karakter dat andere plaatsen en dorpen tot zich neemt. Londen verandert voortdurend.

N: Londen is een metafoor voor het leven.

Wat is jullie grootste angst?
N: Mijn vader verliest zijn geheugen. Dat is voor mij een van de meest beangstigende dingen: iemand waar ik veel van hou, zien verdwijnen. Dat boezemt mij meer angst in dan wanneer iemand een wapen op me zou richten.

S: Door films en boeken hebben we een vals beeld van hoe mensen reageren op een heftige situatie. Vaak als er iets gebeurt, gaat je brein in een andere modus opereren, daar heb je geen invloed op. Sommige mensen slaan dood, bevriezen, andere worden heel proactief. Echt scary dingen gebeuren geleidelijk, sluipen ongemerkt je leven binnen.

Gaan jullie na deze serie weer een stand alone thriller schrijven?
N: Als deze serie klaar is, naar verwachting over vier jaar, schrijven we door. Of dat weer een serie zal zijn, of een op zich staand boek, dat weten we nog niet.

S: Het zal nog best raar zijn om straks afscheid van Frieda te moeten nemen. Wie weet wat die emotionele situatie weer voort zal brengen … therapie misschien.

Stukje lezen

Wil je altijd op de hoogte zijn van de boeken binnen jouw favoriete genre? Stel je voorkeur in en ontvang updates.