Schrijfster en schilderes Jet van Vuuren debuteerde in 2011 met de thriller ‘Zomerdruk’ en heeft inmiddels al negen boeken op haar naam staan. Met Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online magazine Lees van bol.com, praat ze over haar nieuwste boek ‘Eindfeest’, haar schrijfproces en schrijven onder een pseudoniem.
Jet van Vuuren: “Verknipt? Ja, ik denk als je een thriller schrijft je altijd wel een beetje verknipt moet zijn.”
Mannen en hoofdrollen
Er zit
ook een moreel aspect aan het boek, heb je als psychiater een meldingsplicht
als een cliënt tegen jou zegt dat ze boze of verkeerde intenties heeft?
Ja, ik heb dat uitgezocht, je moet ook altijd
zoeken naar feiten. Dus ik heb een psychiater en psycholoog gevraagd hoe dat
werkt. Dan hoor je dus, als iemand dit in het geheim aan jou vertelt, onderzoek
te doen en dat is heel lastig. Want iemand zegt: “Ik gá een moord plegen”, maar hij heeft het nog niet gedaan en dan
hoort die psychiater wel te praten met collega’s hierover. En je hebt geheimhoudingsplicht,
dus dat is heel lastig. Zeker voor het personage Viktor, want er speelt nog
iets anders mee. Deze vrouw heeft nog maar een afzienbare tijd te leven, en ze
stopt hem geld toe, ze zegt: “Ik wil dat jij mij alleen behandelt de komende
week en niemand anders en daar krijg je geld voor.” Dus waarom zou hij het
vertellen?
Komt er
wel eens een boek met een man in de hoofdrol?
Dat is best een goede. Dat is weer hetzelfde
verhaal, ik begin aan een verhaal vanuit een bepaald idee en dan denk ik: nou,
nu lekker een man, heerlijk, een psychopaat. Ik ben nu met mijn tiende boek
bezig en daarvoor ben ik me eens gaan verdiepen in psychopaten. Dat zijn
voornamelijk mannen. Mannen zijn eigenlijk de sociopaten en psychopaten, er
zijn maar heel weinig vrouwen die dat zijn. Ik weet niet wat de reden is, er is
onderzoek naar gedaan en daaruit kwam dat het maar heel zelden voorkwam dat een
vrouw een seriemoordenaar wordt of gewetenloos is en maar rücksichtslos gaat
moorden. Misschien is het een hormonale kwestie, ik weet het niet, maar vrouwen
hebben meer geweten. Toen dacht ik: ja, dan kan ik eindelijk een man opvoeren,
iemand die maar gewetenloos door moordt, maar nu ben ik al een eindje op weg in
dat boek en nou zit er weer zo’n valse heks in.
Voel je
de druk dat je steeds moet voldoen aan een bepaalde verwachting van je fans?
Weet ik eigenlijk niet. Ik stel wel eisen aan
mezelf en ik wil alleen maar beter en beter worden in het schrijven en
vooruitkomen. Bij Papadag boorde ik
weer iets anders aan, maar het is wel leuk om te vertellen hoe iets ontstaat.
Bij RTL Boulevard, zo’n lekker roddelprogramma waar ik naar kijk, vertelde een
bekende Nederlander dat hij heel lang bezig was geweest met zijn vrouw om een
kind te krijgen. En dat lukte steeds maar niet, totdat ze eindelijk zwanger
raakte. Iedereen natuurlijk in een hoerastemming, toen moesten ze een DNA-test
laten doen, er was in ieder geval iets in het ziekenhuis en wat blijkt: die
vrouw is zwanger, maar niet van hem. Dan heb je even een rare situatie thuis.
En toen dacht ik: dat is fascinerend, zeg. Wie is de biologische vader? En zo
ontstaat dan het verhaal en de personages. Ik ga dan naar de roeiclub en kijk
hoe al die dingen daar heten, hoe zit dat in zo’n boot, mag ik meekijken, mag
ik meevaren? Hartstikke leuk. En dat waren allemaal van die keurige kakmensen
en toen zei een van die dames die me een rondleiding gaf: “Nou, dat zijn boten
en dat zijn de riemen.” Ik zei: “Ik vind het zo leuk dat ik mee mag kijken,
willen jullie een boek van mij? Ik schrijf thrillers.” “Nee, nee, ik houd niet
zo van die gewelddadige boeken, ik lees alleen maar romans.” Toen kwamen we in
een ruimte waar al die riemen liggen en toen hingen er ook nog van die andere
stokken, met zo’n gevaarlijke punt eraan. Ik vroeg wat dat waren en toen zei
zij: “Dat zijn pikhaken, die je moet meenemen in de boot.” Nou, met die
pikhaak, ik garandeer je, daar kan je iemand de hersens mee inslaan. En ze
houdt niet van enge boeken, maar ik had meteen mijn moordwapen.

Ik noem je Jet
Het wordt
je gewoon aangereikt op een presenteerblaadje als je je zintuigen ervoor
openzet. Is dat een voorwaarde voor een goed schrijver, dat je constant moet
observeren?
Ja, ik denk het wel, ik denk dat je heel goed moet
opletten wat types mensen er zijn, wat mensen zeggen en hoe ze praten, met een
dialect of niet. Daarom ben ik ook saai, ik observeer graag en dan werk ik het
uit. Je moet echt een beetje saai zijn, niet te wild leven leiden als
schrijver. Ik zit de hele dag gewoon te werken in een oude broek. Het is zonder
meer werken. Er zijn mensen die heel romantisch over een schrijver denken: ik
ga inspiratie opdoen aan zee, of in het bos.
Nou, ik ga af en toe naar zee en het bos, maar ik zit voornamelijk
achter mijn computer te werken. Het is gewoon een ambacht, je moet zinnen aan
elkaar plakken en opnieuw nadenken of het wel klopt. Het is een puzzel, zeker
een thriller is een puzzel.
Je
schrijft onder een pseudoniem, je echte naam is Hennie de Groot.
Ja, Hennie kan een man zijn en dat wordt altijd
gevraagd. Toen ik ging debuteren, ging Paul Goeken dood, die schreef onder het
pseudoniem Suzanne Vermeer. Toen zei mijn uitgever: “Ai, nu zijn de vrouwen in
de war. Die dachten altijd: Suzanne weet alles over vrouwen, wat herkenbaar
geschreven.” En toen bleek het een man te zijn die dat schreef. Mijn uitgever
wilde die desillusie al voorkomen door te zeggen dat Hennie ook een man kan
zijn en die wil ook mijn boeken verkopen, dus dat is de achterliggende reden
geweest. Zo van: we gaan er gewoon een leuke vrouwennaam opplakken, en dat vond
ik heel leuk, want ik schilder al onder de naam Hennie de Groot en dat is een
andere discipline.
Ik noem
je ook Jet, dat is prima?
Ja, ik voel me ook Jet. Het is geen rol, er zijn
er zoveel met een andere naam. Bernlef was niet zijn eigen naam, Anna Enquist
heet eigenlijk in het echt anders. En wat ook wel heel leuk is, is dat je heel
lang geleden als vrouw een mannelijk pseudoniem nam om te verkopen. Mannen
waren beter dan vrouwen, die verkochten goed, George Sand was een vrouw, maar
die had een mannennaam. Nu is het andersom.
Als je
klaar bent met een boek, ben je helemaal opgegaan in het verhaal en de
personages. Wat doe je dan, begin je dan gelijk aan een nieuw verhaal of heb je
eerst een tijd nodig om het eerdere boek te verwerken?
Ik heb eigenlijk niet echt tijd nodig, meestal heb
ik twee weken ertussen en dan begint het alweer te kriebelen. Dan hoor ik iets
of dan lees ik iets en het is net als een verslaving geworden dat schrijven. In
de zomer heb je dan wat meer tijd vrij en dan zeggen vriendinnen me wel eens om
een gootsteenkastje uit te gaan soppen. Dat vinden sommige mensen blijkbaar
heel ontspannend, maar daar heb ik helemaal geen zin in. Ik wil gewoon weer
door met een nieuw boek. En dan is dat boek klaar en ligt het bij de uitgever
en dan kan ik lekker weer helemaal opnieuw beginnen. Een leeg vel, dat is echt
lekker om te doen.
Wat heb
je nog voor ambities? Wat zou het hoogste zijn dat je nog kunt bereiken
Ik zou de publieksprijs wel een keer willen
hebben, misschien een verfilming. Ik weet het niet.
Wat ik wel heel leuk vind, is dat Isa Hoes mijn boeken ook leest, en ze gaat twee boeken van mij voorlezen, Eindfeest en Bed & breakfast. Dat vind ik hartstikke gaaf. Dus jullie kunnen ook nog naar de boeken luisteren, het is een hele fijne stem om naar te luisteren.
Header: Tessa Posthuma de Boer