Heb je het gemist om de vrijheid van keuze te hebben?
Ja, ik had genoeg sturing van mijn ouders, maar de vrijheid, eigenlijk het idee dat je een keuze of een kans hebt in het leven, heb ik gemist. Ik had heel lang het idee dat ik geen keuze had, dat je moest studeren, moest werken. Iedereen moet afzien. Ik dacht altijd dat het leven alleen maar afzien was, en ook dat iedereen zijn werk haatte. Maar dat bleek tegen te vallen, mijn vrienden vonden hun werk best leuk. Toen ik bedacht dat ik ook keuzes had, wilde ik iets creatiefs doen. Ik wilde al sinds mijn tienerjaren schrijven en ben toen een cursus creatief schrijven in Utrecht gaan volgen. De docent zei op een gegeven moment tegen me: je komt er wel. Hij lichtte elke week mijn verhalen uit en over het eindverhaal was hij echt heel lovend. En dat heb ik onthouden. In 2004 ben ik er vol voor gegaan.
Weet je nog waar dat verhaal over ging?
Ja, over vier jongens die aan het Risken waren, het bordspel, en oude spanningen leefden op tijdens het spel en er ontstond ruzie. Eigenlijk een oude ruzie herleefde waardoor twee jongens ruzie met elkaar kregen waardoor de groep uit elkaar viel. De leraar vond dat verhaal heel indrukwekkend.
Hoe kijk je er zelf op terug?
Ik heb het eigenlijk nooit meer herlezen. Het is vol conflict en er zit spanning in. Het is ook beeldend geschreven, dus ik denk wel dat er sporen van de huidige schrijver in dat verhaal zitten. Ik denk dat ik het nu vast anders zou doen. Het is nu veertien jaar later dus als ik het nu zou herschrijven zou het misschien iets anders worden. Een verhaal is nooit af. Maar ik dacht toen wel, ik ga er vol voor, voor het schrijven. Ik heb heel veel gelezen van de grote meesters om te kijken hoe zij het doen. Schrijvers als Gabriel García Márquez, Orhan Pamuk, J.M. Coetzee en W.F. Hermans om te achterhalen wat hun stijl nou zo goed maakt.
Haal je ook inspiratie uit muziek? Want het motto van Wees onzichtbaar komt uit het lied ‘Be Still’ van The Killers (Don’t break character / You’ve got so much heart). Waarom heb je voor dit motto gekozen en hoe belangrijk is muziek voor je?
Muziek is echt heel belangrijk. Ik luister altijd naar muziek tijdens het schrijven. Ik heb een koptelefoon op en heb dan een vaste playlist, die vaak wel wordt uitgebreid, waar iets van 70 nummers op staan. Vooral van de indie rock band The National, dat is mijn favoriete band. Maar ook muziek van bijvoorbeeld Hammock. Dit lied is dan toevallig van The Killers. Het zit niet in mijn playlist, maar ik vond het wel heel toepasselijk. Het was een van de eerste liedjes die mijn verloofde me aanbeval omdat ze het een mooi nummer vond. Dat vond ik ook, de tekst sprak me erg aan en ik vond het goed passen bij het boek. ‘Don’t break character, You’ve got so much heart’ is eigenlijk wat die personages overkomt. Dat je niet je karakter moet laten breken. Er wordt heel veel van ze gevraagd, van de moeder, de hoofdpersoon en de zus. Eigenlijk worden hun karakters een beetje verbogen, maar breken niet omdat ze een soort van leeuwenhart hebben, strijdvaardig zijn en zich emanciperen. Ze gaan toch de strijd aan met die moeilijke vader die een soort van tiran is in het gezin. Langzaam zie je dat de moeder emancipeert, ze gaat werken, heeft haar eigen geld en wordt steeds sterker. En de hoofdpersoon ook, ze worden allemaal sterker. En die vader maakt een andere ontwikkeling door, waardoor de krachtsverhoudingen veranderen en er heel veel spanningen en confrontaties in het gezin ontstaan.
Kom je toe aan het schrijven van een derde roman?
Het is echt heel moeilijk. Ik worstel ermee sinds ik vader ben en gestopt ben als jurist, wat toch een soort houvast gaf, geen positieve houvast maar toch een vorm van structuur. Nu heb ik heel veel vrijheid, hoewel ook weer niet door mijn zoontje, maar het is een hele andere, nieuwe wereld. Ik zoek naar een balans. Soms lukt het heel goed, dan heb ik een hele goede dag waarop ik iets van 1800 woorden schrijf en op andere dagen heb ik te veel afleiding, dan hoor ik mijn zoontje huilen of lachen en dan ga ik naar beneden om even mee te kijken en hem te knuffelen. Maar ik heb ook veel optredens en veel mailverkeer. De lezersmail die ik krijg via sociale media is eigenlijk meer dan ik aankan. Er zitten hele mooie mails bij, van mensen die echt geraakt zijn. Ik wil wel altijd persoonlijk reageren, dat vind ik bijzonder en ook belangrijk maar het duurt vaak even. Er is zoveel afleiding en social media is eigenlijk een soort van gif voor het schrijven, voor überhaupt iets creatiefs doen. We zijn met z’n allen verslaafd gemaakt door Facebook, Instagram en Twitter. Iedere keer maar kijken of er iets is gebeurd. De oude dagen waren voor een schrijver wel beter. Ik heb nu de app ‘selfcontrol’ op mijn Macbook geïnstalleerd die er voor zorgt dat ik twee of drie uur lang geen internet heb. Dan kan ik alleen bij de site van Van Dale en synoniem.net. Dat werkt wel goed. Dan kan ik afdalen in de tunnel van mijn gedachten.