Marlen Beek-Visser debuteerde in 2015 met de thriller Stem!, wat haar direct een nominatie opleverde voor de Schaduwprijs (prijs voor het spannendste debuut). Daarnaast is zij mede-oprichter van het schrijverscollectief Moordwijven en brengt aan het einde van 2016 haar nieuwste thriller Meesterdeal uit. In dit interview gaat ze dieper in op het boek en het schrijfproces.
Marlen, stel je jezelf eens voor …
Ik ben Marlen, 48 jaar, geboren als dochter van de plaatselijke bakker in een dorp dat niemand kent (Hazerswoude). Ik heb een man , een zoon van 20 en een dochter van 17. In het dagelijks leven ben ik manager bedrijfsvoering bij een kinderopvangorganisatie, dus ‘van de cijfers’. Als ik niet werk, schrijf ik of ben ik druk met schrijfgerelateerde zaken. Twee keer per jaar geef ik schrijfworkshops tijdens een schrijfweek op het platteland in Italie. Verder ben ik medeoprichter van het thrillerschrijverscollectief Moordwijven. We organiseren regelmatig activiteiten voor lezers.
Om in conditie te blijven spin ik (in de sportschool) en loop ik regelmatig hard. De enige die in dit plaatje wat verwaarloosd wordt is de piano die al maanden niet heeft geklonken.
Wilde je altijd al schrijfster worden?
Nee. Maar ik had in klas 5 (tegenwoordig groep 7) van de basisschool een leerkracht die dat wel zag zitten. Meester Stolk gaf me, toen ik 11 jaar was, mijn opstel terug, waarop hij het volgende had geschreven: ‘Ga een boek schrijven!’ Ik lachte erom en draaide het blaadje om, op zoek naar mijn cijfer, maar hij was serieus. Hij gaf me een schrift mee waarin ik thuis steeds een stukje ‘moest’ schrijven. Vervolgens schreef hij erbij wat hij ervan vond. Een soort heen-en-weer schrift. Na een paar weken gooide ik het weg. Ik turnde liever. Feitelijk was meester Stolk, zonder dat ik het wist, mijn eerste redacteur.
Jaren later schreef mijn dochter, toen eveneens 11 jaar oud, verhaaltjes op de laptop. Ze deed het niet onverdienstelijk. Haar stijl was creatief en origineel. Ze besloot zelfs een boek te gaan schrijven. Ik vond het geweldig en stimuleerde haar. Maar na 80 pagina’s gooide ze het document zonder pardon weg. Control-alt-delete. Ze ging liever buiten spelen.
Toen kwam voor het eerst de gedachte in mij op: als ik het zo belangrijk vind, waarom ga ik het dan niet zelf doen? Dezelfde dag bedacht ik een plot, personages, etc. en begon te schrijven. Ik kon niet meer stoppen en na een maand of zeven was mijn eerste thriller af. De woorden van meester Stolk was ik vergeten. Pas toen mijn eerste boek van de drukpers rolde , bedacht ik mij weer wat hij mij 35 jaar eerder had geadviseerd. In mijn ogen ben je dan echt een goede leerkracht: als je de talenten van kinderen op jonge leeftijd ziet en ook nog stimuleert.