Olav Mol maakte zijn debuut als Formule 1-commentator in dienst van de NOS tijdens de Grote Prijs van Monaco in 1991. In de jaren die volgden verhuisde hij telkens met de uitzendrechten van de F1 naar verschillende televisiestations. Na 25 jaar is hij nog steeds dé verslaggever van Formule 1 op de Nederlandse televisie.
Van dj naar verslaggever
Je begon je carrière als dj. Hoe ben jij verslaggever van de Grand Prix Formule 1 geworden?
Dat zijn dingen daar rol je eigenlijk een beetje in. Ik was nog vrij jong en woonde in Vogelenzang, in de buurt van Zandvoort. Ik kwam daar dus al vrij vroeg en ook op het circuit. Uiteindelijk toen ik nog dj was kocht ik een oud autootje en ging ook racen en deed cursussen, hierdoor ontstond er een soort verbinding en op een gegeven moment ging ik ook op het circuit werken, op de rem sportschool, waar je andere mensen moest leren racen. Hierdoor leerde ik andere mensen kennen. Ik werd een keer gevraagd of ik wilde helpen met verslag geven. En zo doende ben ik speaker op het circuit geworden. Vanuit die positie ben ik doorgegroeid tot Veronica sport, dat was in 1988. En in 1991 deed ik mijn eerste Grand Prix, dus daar zitten wel wat jaren tussen, waarbij je veel dingen leert van televisie en teksten schrijven, commentaar geven bij andere sporten en dergelijke. Maar ik ben wel altijd al een roomboter babbelaar geweest.
Was de Formule 1 altijd al jouw passie?
Nee, niet zo zeer. De Formule 1 is binnen de autosport wel het hoogst haalbare voor mij. Ik heb in 1985 op het circuit van Zandvoort, toen nog als speaker, de laatste Formule 1 Grand Prix in Nederland voor de mensen op de tribunes verslagen. Uiteindelijk werkte ik bij Veronica Sport en bij Bob de Jong producties, met programma’s als de Heilige Koe. Wij deden veel met sport en motorcross. Ook gaf ik commentaar bij andere wedstrijden en rally’s. Doordat je dat doet komt er een plaatsje vrij. Aan diegene die ermee stopte werd gevraagd wie zou kunnen opvolgen, op dat moment stopte Fred Putten ermee en zei misschien moet je Olav Mol eens vragen. Dat is gebeurd en dat moment is 20 jaar geleden.
Wat betekent de Formule 1 voor jou?
Alles, het is mijn werk, mijn leven en mijn passie. Ik ben daar per jaar 110 dagen voor op reis en tussendoor vergaar je het nieuws. Ik ben ook een online radio station gestart in 2012, Grand Prix Radio, en daar plaats ik ook berichten op, zoals verslagen en interviews. Het is vooral veel kijken, luisteren, lezen en praten. Het is een journalistiek vak, maar ik voel mij geen journalist. Ik ben meer een verslaggever en het verschil voor mij daarin is dat ik kan werken als een verslaggever in dienst van de sport. Als journalist moet je wat meer afstand houden en nog kritischer zijn. Ik denk dat ik kritisch genoeg kan zijn, maar ik ben nooit echt op zoek naar nieuwtjes en grote scoops en dikke verhalen. Ik vind het leuker om mensen uit te leggen wat ik leuk vind aan de Formule 1, omdat ik ervan uit ga dat als ze dat voelen, merken en begrijpen er meer aanhangers voor de sport komen.
Waarom ben je ook boeken gaan schrijven over de Formule 1?
Ik heb dat in het verleden ook al vaker gedaan. Dat waren boekjes met verzamelingen van een column die ik voor een Formule 1 blad schreef. Daarna heb ik een Italiaans boek over de Formule 1 vertaald, maar dat was een hoop gedoe. Door uitgeverij Q in Amsterdam ben ik gevraagd om een boek over Max Verstappen te schrijven. ''Ja dat zou best kunnen, maar als ik heel eerlijk ben is er nog niet genoeg vlees om een slagerij te beginnen als het over Max gaat.'' Max was toen net begonnen, er zijn nu wel al meer verhalen, maar een heel boek alleen maar daarover dat valt niet mee. Ik zit al heel lang in het vak en heb al veel meegemaakt, toen zeiden zij dan schrijf je daarover. Ik houd niet van schrijven zelf, dus ik spreek de audio in en stuur dat op naar Erik Houben en die schrijft op wat ik verteld heb. Dan krijg ik het te lezen en check ik de feiten. Daaruit voortvloeiend kwam het tweede boek met de redactie van Grand Prix Radio. Die jongens zijn ook jeugdig fan geweest en hadden nog plakboeken en verhalen van vroeger liggen. Dat bundelen we bij elkaar en ik schreef er nog wat verhalen bij. Hieruit kwam de gedachte in ons op om een boek over 2016 en de doorbraak van Max Verstappen te maken, en het enorme gevecht tussen Lewis Hamilton en Nico Rosberg. Het is een soort naslagwerk maar wel met verhalen over de reizen tussendoor en dingen die wij meemaken. De mensen die het boek nu lezen hebben veel ‘’oh ja’’ momenten, maar als je het in de kast laat liggen en over 10 jaar er weer in kijkt dan komen er veel herinneringen naar boven, en besef je weer hoe bijzonder het was. Een overwinning in de Grand Prix voor Nederland.