De gevangene van de hemel is een tussenboek, maar wel een noodzakelijk tussenboek. Wie het vierluik kort achter elkaar leest, zal opmerken: deze boeken zijn delen in een groter verhaal in het universum van het Kerkhof der Vergeten Boeken. De wereld van Daniël Sempere, Fermín Romero de Torres, Julián Carax en David Martin. De werelden rond deze helden en de vergeten boeken zijn nauwer verweven dan we eerder dachten.

De gevangene van de hemel: “Schrijnend prachtig”
Zwarte tijden
Dit derde deel pakt op in 1957, wanneer Barcelona en Spanje nog altijd gevangen zijn in het Franco-tijdperk. Maar ook voor de boekhandel Sempere en Zoon zijn het zwarte tijden, al weet de oude Sempere dat tij te keren met een –in alle eerlijkheid– afzichtelijke kerststal. Maar belangrijker voor het verhaal is de komst van een sinistere, verminkte man die ongezien een kostbaar boek koopt voor hij “die terugkeerde uit de doden,” zoals hij erin schrijft: Fermín Romero de Torres. De legendarische charmeur staat ook op de drempel van het huwelijk, maar zijn verleden achtervolgt hem.
Gevangen in de kerkers
Fermín belandde voor Daniël hem in De schaduw van de wind tegenkwam, in 1939 in de ijzingwekkende kerkers van kasteel Montjuïc. De tegenstanders van het regime die hier zitten vallen onder Mauricio Valls, een mislukte aspirant-schrijver die maar al te graag naam wil maken in het literaire en culturele circuit in Spanje. Een andere van zijn gevangenen is de gevierde schrijver David Martín, het hoofdpersonage in het vorige deel: Het spel van de engel. Zijn medegevangenen horen hem vaak praten met ene Corelli, wie dat ook moge zijn. Duidelijk is dat deze gevangene nog een belangrijk verhaal waarin een engel figureert in zich heeft.
Persoonlijke geschiedenis
Schrijnend prachtig is deze persoonlijke geschiedenis van Fermín gedurende het Franco-regime. Na de eerdere gothic novels en de magisch realistische invloeden is De gevangene van de hemel een pure historische roman. Opvallend zijn de kortere hoofdstukken wanneer je ze vergelijkt met de voorgaande twee delen. De reden hiertoe is inhoudelijk niet altijd duidelijk, maar het maakt het boek wel wat sneller. Want de wereld rond het Kerkhof der Vergeten Boeken mag duisterder zijn geworden, verslavend is zij nog steeds. En nu wachten op het afsluitende deel waarin we onze personages weer naast en tegenover elkaar zullen zien staan in een veelbelovende finale.
Laat ik dan nu nog afsluiten met de bekende en beloftevolle frasen die we ook in dit deel terughoren:
“‘Wat u vandaag gaat zien mag u aan niemand vertellen, Fermín. Aan niemand…’
‘Zelfs niet aan Bernarda?’”