“Het leek gewoon een korte droom te zijn geweest. Maar ik wist al te goed dat het geen droom was. Als het een droom was, zou deze hele wereld waarin ik leefde één grote droom worden.”
In de eerste bladzijden van De moord op Commendatore is meteen weer duidelijk waar het ook in Haruki Murakami’s nieuwe, grootse roman om draait: de vage scheiding tussen onze werkelijkheid en een droomwerkelijkheid. In de zeer normale wereld waarin de naamloze 36-jarige portretschilder tegen zijn painter’s block vecht komen de droomelementen steeds terug.
“Dat het in ons leven regelmatig voorkomt dat de grens tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid niet zo makkelijk te vatten is.”
Maar het begon allemaal met de raadselachtige buurman Menshiki op een bergtop. En met het schilderij ‘De moord op Commendatore’ van de nihonga-schilder Tomohiko Amada, in wiens huis en atelier ons hoofdpersonage na wat omzwervingen door Japan verblijft. En met een bel waarmee midden in de nacht ergens vanuit de achtertuin gerinkeld wordt. Menshiki en de schilder komen voor raadselachtige antwoorden te staan als ze op zoek gaan.
Voor de Murakami-liefhebber
Voor de Murakami-liefhebber zijn er altijd weer de herkenbare elementen: een kattengezin komt al vroeg langs en ook de fascinatie voor oren zagen we eerder. Vreemde namen –Yuzu–, de diepe put in zijn achtertuin, en de oude jazzplaat –Thelonious Monks ‘Monk’s Music’ alhoewel er in deze Commendatore-roman vooral plek is voor oude operaplaten– komen ook voorbij. En natuurlijk dingen die verschijnen; het zit al in de ondertitel: Een Idea verschijnt. Uit de put komt een Idea, een soort geest, tevoorschijn in de gedaante van de Commendatore op het schilderij.
Ook Murakami’s schrijven is herkenbaar: vaak korte, eenvoudige zinnen en Murakami verzinkt soms in cliché’s: “De mededeling kwam volkomen onverwacht, als een donderslag bij heldere hemel.” Zo makkelijk ook leest dit boek weg.
Maar zo doe ik deze roman geen eer aan, want het raakt zeker grotere thema’s aan; zo spelen relaties, en ook verbroken relaties zoals die van de protagonist, een duidelijke rol: terwijl ons hoofdpersonage na 6 jaar alleen verder moet, probeert zijn buurman contact te krijgen met zijn buurmeisje dat misschien zijn dochter zou kunnen zijn. Onmogelijke relaties, we zien het eigenlijk vaker bij Murakami, maar ook relaties met het verleden: het hoofdpersonage dat terugkijkt op een vormende periode uit zijn leven. In De moord op Commendatore is er ook ruimte voor de wereldgeschiedenis: de Anschluss en een mogelijk complot tegen de Duitse overheersers in het Wenen van 1938. Murakami mag dan qua vreemde werkelijkheden terugschroeven naar droomwerkelijkheden, en niet naar parallelle werelden als in 1Q84, maar hij geeft sommige personages, en daarmee het verhaal, stevig wat voorgeschiedenis mee. Alleen Menshiki blijft een flamboyante, rijke en vooral erg raadselachtige buurman.
Het vervelende is echter wel dat het een onaf verhaal blijft. Een Idea verschijnt is een voorspel: midden in de film gaat het licht aan. Gelukkig verschijnt 12 januari het tweede deel: Metaforen verschuiven. Om naar uit te zien.