Wat doe je als een crisis uitbreekt? Dan val je terug op wat je weet. Je doorzoekt je gereedschapskist op zoek naar bruikbare spullen en je legt je oor bij anderen te luister om erachter te komen hoe zij ermee omgaan. Managementantropoloog Jitske Kramer heeft dit ook gedaan in het crisisjaar 2020. Ze schreef er het boek Werk heeft het gebouw verlaten over.
Jitske Kramer neemt in het
wereldje van managementdenkers een interessante niche in. Als antropoloog heeft
zij kijken vanuit de antropologie populair gemaakt met haar
boeken, columns en lezingen. Technieken en rituelen vanuit verschillende delen
van de wereld, maakt zij toepasbaar voor werksituaties in het Westen. In andere
landen is men volgens haar vaak beter in het oplossen van ernstige problemen met
wijsheid. Dit zijn dan vaak problemen waar bestaande antwoorden niet toereikend
voor zijn.
Ernstige uitdagingen
Corona heeft ons
opgezadeld met veel ernstige uitdagingen. Wat de lockdowns bijvoorbeeld
betekenen voor hoe we op afstand werken en ook hoe dit straks zal gaan wanneer
het virus de wereld uit is, valt moeilijk te zeggen. Kramer heeft met haar boek
Werk heeft het gebouw verlaten geprobeerd wijze antwoorden te vinden.
Oplossingen en experimenten
Leerzaam zijn de vele oplossingen die Kramer geeft, voornamelijk aangereikt door anderen. Voor Kramer zijn sociale media hier een belangrijke bron voor geweest. Op onder andere LinkedIn krijgt ze veel reacties en suggesties op haar berichten en vragen. Maar, wat voor Kramer ook duidelijk is, is dat ondanks alle experimenten die overal ter wereld met werken op afstand plaatsvinden, we collectief eigenlijk nog geen idee hebben hoe dit nou echt verder moet.
Hoop en vrees
Kramer is voor het schrijven
van dit boek daarom ook te rade gegaan bij haar oude werk, met de vraag wat
daarvan bruikbaar is om deze overgangstijd goed door te komen. Zo presenteert
zij het antropologische begrip ‘liminaliteit’ dat precies hierover gaat: de
tijd tussen wat niet meer is en wat nog komen zal. Het is de onvermijdelijke
fase die wordt gekenmerkt door zowel hoop als vrees. Hierin vindt een
transformatie plaats. Zo kom je op een punt van creativiteit en
scheppingskracht, maar hiervoor moet je het ongemak en de onzekerheid wel
kunnen verduren. Terwijl je snel door wil of juist terug naar het oude, gaat
het er juist om, om bij de twijfel en de verwarring te blijven. Iets waar wij hier in het
Westen juist net niet zo goed zijn.