Judith Visser heeft tot nu toe dertien romans en thrillers geschreven. Een paar voorbeelden: Hasta la vista, Tegengif en Stuk! Haar nieuwste boek, Zondagsleven, is het vervolg op het succesvolle Zondagskind. Judith Visser was niet van plan een vervolg te schrijven, maar na zondagskind kwam vaak de vraag: hoe het verder ging met de volwassen Jasmijn? Het leven stopt niet als je van school af komt en autisme stopt ook niet als je volwassen bent. Dus besloot ze Zondagsleven te schrijven.
Zondagsleven beslaat een periode van ongeveer twintig jaar. Het start in Jasmijns eigen flatje, dat ze deelt met haar hond Romy, als ze begin 20 is. Ze heeft een vriend die ze op afgesproken dagen ziet en vooral niet te vaak of onverwacht. Haar vriend wil bij haar intrekken, maar aan samenwonen moet Jasmijn niet denken. Ze kan omgaan met haar autisme, maar heeft veel tijd voor zichzelf nodig. En hersteltijd na sociale gebeurtenissen, zelfs van een avond of weekend met haar vriend met wie ze al vier jaar een relatie heeft moet ze herstellen.
Haar eigen ‘vinkenest’ bevalt goed, alleen zijn, geen verplichting en al helemaal geen school. Maar het lukt, ze is zelfstandig. Ze neemt je helemaal mee in de veilige bubbel die ze voor zichzelf heeft gecreëerd.
Maar dat is toch heel normaal?
Jasmijn vertelt hoe ze is begonnen met het schrijven van haar autobiografische boek, hoe ze een uitgever heeft gevonden en haar boek werd uitgegeven. Over werken als receptioniste op een kantoor, wat voor haar een hel is die ze elke dag weer moet zien door te komen. Hoe ze op staande voet ontslagen werd, waarna ze zich eindelijk vrij voelde en zich helemaal op het schrijven kon gaan richten.
Er gebeuren geen grote dingen, maar voor Jasmijn zijn normale gebeurtenissen al een hele beleving. Dat weet ze ook zo te beschrijven. Je zit in haar hoofd, met de daarbij horende beelden, geluiden, kleuren en lichtflitsen. Je ervaart zelf dat dat niet meevalt.
Autofictie
Tijdens het lezen vroeg ik me vaak af in hoeverre het verhaal autobiografisch is en wat er verzonnen is. Op het einde krijg je antwoord op die vraag. Ik had dit liever in een voorwoord al gelezen. Zondagsleven moet lezen als een roman, het is losjes gebaseerd op Judiths eigen leven. Ze put uit haar eigen observaties, hoe zij haar autisme ervaart. Het is autofictie, want er zijn ook verschillen tussen Judith Visser en Jasmijn Vink.
Een andere wereld
Judith wilde een zo eerlijk mogelijk beeld schetsen van de beleveniswereld van iemand met Asperger. Dat is gelukt, je gaat heel diep mee haar wereld in. ‘Autisme is niet het einde van de wereld. Het is een ándere wereld.’ Ze hoopt met dit boek op meer begrip en ruimte voor mensen in die andere wereld.
Door Zondagsleven leer je mensen met een stoornis in het autistisch spectrum beter te begrijpen, er meer geduld voor te hebben en anders mee om te gaan. Ze hebben een andere manier van denken. ‘Ik weet bijna niets van je.’ ‘Je vraagt ook niks.’ Zo werkt het voor veel autisten.
Het is wel handig om eerst Zondagskind te lezen. Dan weet je precies wat er in haar jeugd is gebeurd voordat Jasmijn de diagnose autisme kreeg en hoe ze in elkaar zit.