Heb je op voorhand met jouw kinderen over de inhoud van het boek gepraat?
We hebben het er veel over gehad, maar ook in algemene zin, over het adopteren van de werkelijkheid in de kunst. Mijn dochter maakt muziek en schrijft, mijn zoon is kunstenaar. Hun vader is kunstenaar. Hun opa is fotograaf.
“Ja, de waarheid is vaak ongeloofwaardiger dan de leugen.” Laat je Sara schrijven tegen het einde van het boek.
Mijn kinderen snappen de noodzaak van het aandikken of weglaten om een verhaal, in welke vorm dan ook, kracht bij te zetten, kunnen verzwaren of juist verlichten. Dat emoties in de kunst momentopnames zijn.
Wat vinden ze van het boek?
Van mijn zoon weet ik het nog niet, maar mijn dochter vindt het wel heel heftig ja. Ze herkende veel, niet per se van onze situatie, maar ook van vrienden met gescheiden ouders. Over bepaalde situaties vroeg ze zich af of het dan ook echt zo was gegaan. Ze waren immers klein en zeker niet overal bij. Het is inmiddels ook al weer een tijdje geleden, de scheiding. Ik kan niet schrijven in het heetst van de strijd. Er moet afstand zijn om me vrij te voelen allerlei elementen aan de waarheid toe te voegen.
Hoe was om het om bepaalde situatie te herbeleven tijdens het schrijven en herlezen van het manuscript?
Tijdens het schrijven heb ik me af en toe behoorlijk kut gevoeld. Je moet weer op zoek naar dat gevoel. Maar met gepaste afstand. Je gaat op een beroepsmatige manier in je gevoelsleven kijken, je voorbijgaan aan het feit dat je verdrietig bent. Dat is evident. Maar wat zit er áchter dat verdriet. Waarom ben je angstig? En waarvoor? Je analyseert jezelf als een buitenstaander. Op het moment dat je die gevoelens aanzet, kun je ze niet zomaar uitzetten. En dat is best een heftig proces, een proces dat je ook alleen maar met jezelf kunt doen. Niet met een uitgever, redacteur of vriend.
Hoop je dat de dader, de man die jou verkracht heeft, dit boek zal lezen?
Hij leeft niet meer. Dat heeft me een beetje vrijheid gegeven.