De Vlaamse thrillerauteurs Bram Dehouck en Hilde Vandermeeren zijn als debutant gelauwerd in België en hebben al vele prijzen en nominaties in de wacht gesleept. Op de Antwerpse boekenbeurs interviewt Janneke Siebelink, Hoofdredacteur Boeken bij bol.com, ze over hun nieuwste thrillers, “Witte raaf” (Bram) en “Scorpio” (Hilde).

“We hebben allemaal een thriller in ons” – Bram Dehouck en Hilde Vandermeeren
Ideeën uit mijn persoonlijke leven
Wat zou jullie tip zijn voor een aspirant-schrijver? Hoe kun je opvallen als debutant?
H: Ik zou eigenlijk in het algemeen zeggen: vooral de moed niet opgeven. Naast de creativiteit is het echt een kwestie van doorzetten. Al lukt het niet meteen, dan moet je toch sterk blijven en je omringen met mensen die positief zijn. Blijf jezelf evalueren, wat kan er beter? En hoe moet je opvallen? Daarnaast is het vooral belangrijk om telkens zo’n goed mogelijk boek af te willen leveren. Meer kun je eigenlijk niet doen.
B: Ik denk dat het belangrijk is dat je vooral je eigen ding doet. Dat je niet probeert te imiteren of succes te hebben met je boek, maar dat je echt iets schrijft dat uit jezelf komt, dat je zelf zou willen maken en zelf zou willen lezen. En daarnaast is natuurlijk wel belangrijk dat als je eenmaal iets geschreven hebt, je het volop promoot.
Lees je alle reviews die over je boeken worden geschreven?
B: Nee. Vroeger wel, maar nu niet meer. Het vervelendste vind ik als mensen fouten uit je boek kunnen halen. Als er bijvoorbeeld een technische fout in je boek zit, bijvoorbeeld: ‘Hij reed weg in zijn groene Cadillac’ en dat iemand dan mailt: ‘Cadillacs zijn nooit in het groen verkrijgbaar geweest.’ Dan mail je naar de uitgeverij: ‘wil je er een rode van maken?’ Maar dan ben je eerst de hele avond Google aan het afstruinen om te kijken of die wel in het rood bestaat. Ik krijg die reacties graag omdat ik ze dan kan verbeteren, maar je weet dat je op een gegeven moment een lezer hebt geïrriteerd en dat is jammer.
Denk je dan ook vaak: zou mij dat ook kunnen overkomen, zou ik die weg ook zijn ingeslagen als mij iets in mijn jeugd zou zijn overkomen?
B: Eigenlijk haal ik al mijn ideeën uit mijn persoonlijke leven. Mensen denken vaak: die moet een afschuwelijk leven hebben, maar dat is niet waar. Ik denk dat we allemaal een thriller in ons hebben. Als een bepaalde situatie in je leven escaleert, dan kun je al in een thriller verzeild raken. Dat vind ik tof om te beschrijven.
Wat is er in jouw leven gebeurd om een thrillerelement omheen te bouwen?
B: Voor Hellekind bijvoorbeeld heb ik me voor een deel gebaseerd dat we in de klas iemand hadden waarvan we als kinderen aanvoelden: er klopt hier iets niet. Dat is later ook gebleken. Ik heb me ook gebaseerd op Joran van der Sloot, een bekend geval van een jongere die is ontspoord. Ik vraag me dan af: als je dat als kind ziet, kun je dat als ouder dan ook zien? Het verkeersongeval van mijn zus heeft me alerter gemaakt op verkeersongevallen en dat heeft me geïnspireerd tot De minzame moordenaar. En op die manier kan eigenlijk iedereen uit zijn leven wel situaties halen die inspirerend kunnen zijn voor een verhaal.

Geen verschil gemerkt
Hoe werkt dat voor jou, Hilde?
H: Bij mij komt de inspiratie niet uit mijn echte leven. In mijn boeken gebeuren dingen die ik zelf nooit zou doen, en ik hoop dat lezers ook weten dat de hoofdpersonages mijn ideeën niet vormgeven. Maar door me in te leven in slechte geesten en mensen met duistere gedachten probeer ik wel zo waarheidsgetrouw mogelijk te zijn. Ik haal mijn inspiratie eigenlijk overal om me heen, bijvoorbeeld uit de krant. Stille grond is gebaseerd op een krantenbericht waarin iemand in een biechtboek in Italië had geschreven: “het spijt me wat er gebeurd is” over een tot dan toe onopgeloste moord op een dertienjarig meisje.
Wat vinden jullie van de term literaire thriller?
B: ik heb het gevoel dat die wat aan het uitsterven is. Ik denk dat men dat vooral gebruikt heeft voor thrillers die niet de pure politieroman waren of harde boeken, maar over mensen die in hun thuissituatie in de problemen raken, bijvoorbeeld als een vrouw een foute man ontmoet en dat misgaat. Er is ook veel kritiek op geweest. Maar ik vind het een onzinnige discussie, omdat de lezer daar uiteindelijk geen boodschap aan heeft en vooral een goed boek wil lezen. Want al die literaire auteurs die zeggen nooit een thriller te lezen, zitten op zaterdagavond wel onder hun fleecedekentje te kijken naar Silent Witness en Midsomer Murders. We moeten daar gewoon open in zijn. Een goed boek is een goed boek.
Is er onder recensenten in Vlaanderen en Nederland een verschil? Is er in het ene land een andere voorkeur voor een bepaald subgenre dan voor het andere?
B: In Nederland zijn de populairste auteurs van literaire thrillers, dus gewoon de huis-, tuin- en keukenmisdaad. In Vlaanderen zijn de topauteurs toch meer de mensen van de politieroman. Maar ik heb nog geen verschil gemerkt in de ontvangst van mijn boeken. Die worden in beide landen zeer positief ontvangen.
H: Ik vind het moeilijk om dat verschil zo samen te vatten. Ik was eigenlijk al blij dat ik in Nederlandse kranten een recensie kreeg, dat is al een eerste barrière. En als dan in het NRC Handelsblad een viersterrenrecensie staat en in het Algemeen Dagblad een vijfsterrenrecensie ben ik wel extra blij dat het de grens overgaat en dat ik daar ook word gevonden en gelezen. Dat zijn allemaal stimulansen.

Vingertje wijzen
Ik had nog nooit gehoord van de term witte raaf.
B: Ik vond Witte raaf een mooie titel omdat veel bedrijven echt zoeken naar een witte raaf. Als je dan ziet welk profiel je dan nodig hebt om te gaan werken bij een bedrijf, is het heel aantrekkelijk voor bedrijfsoplichters om hun slag te slaan. Ze komen binnen als de grote vernieuwer, de people manager, de change manager, al dat soort termen. Op den duur vallen ze door de mand bij hun ondergeschikten, omdat ze zelf eigenlijk niks uitvreten. Maar zodra die ondergeschikten alarm willen slaan bij de directie, zo van: er zit iets fout, heeft de witte raaf er al voor gezorgd dat die lijnen zijn doorgeknipt dat de ondergeschikte wordt weggewerkt.
Heb je als schrijver een maatschappelijke plicht, dat je iets moet aanraken?
H: Ik denk dat het niet de bedoeling is dat de boodschap de kop begint op te steken. Schrijven is voor mij belangrijk omdat ik het graag doe en als mensen het lezen, dan heb je op zich geen boodschap meegegeven, maar heb je wel iemand een aantal uur ontspanning bezorgd, heb je hen soms ook doen nadenken over dingen of heb je hen soms tot ontroering gebracht. Maar dat is heel wat anders dan een boodschap willen meegeven. Ik denk dat het hoe dan ook belangrijk is dat mensen blijven lezen, maar verder ben ik niet zo van het vingertje wijzen.
B: Ik vind het interessant om een maatschappelijk thema aan te raken, maar niet per se een oordeel op te dringen. Maar ik vind het wel fijn dat mensen door een boek die als entertainment is bedoeld, kunnen reflecteren op hun eigen leven. Ik vind dat zelf ook interessant in een misdaadroman.
Zijn er onderwerpen waar jullie niet over zouden kunnen schrijven?
H: Voor mij is het vooral de manier waarop ik schrijf. Ik probeer de dingen subtiel te beschrijven, geweld en seks vind je bij mij niet openlijk in het boek. Dat is zelfs een risico in thrillers. Het kan vaak hilarisch zijn en dat is niet de bedoeling. Seksscènes vind ik ook niet altijd een meerwaarde hebben, dat probeer ik liever subtiel mee te geven. Hetzelfde met geweldsscènes. Die vind ik dreigender als je suggereert wat er gebeurt of gebeurd is dan dat je expliciet het bloed van de pagina’s laat spatten.
B: Ik heb eigenlijk niet nagedacht over onderwerpen waar ik niet over zou willen schrijven. Mijn ideeën komen me aangewaaid en er blijft een bepaald idee bovendrijven en daar ga ik mee aan de slag. Wat ik wel heb gemerkt is dat bijvoorbeeld Hellekind, dat gaat over een vader die besluit zijn eigen zoontje te vermoorden, voor veel mensen schokkend was. Ik had daar nooit bij stilgestaan.