In Een ongeduldig verlangen haalt acteur en schrijver Willem Nijholt (82) herinneringen op aan zijn eerste jaren in Nederland. Hij is elf jaar als hij in 1946 met een repatriantenschip vanuit Indië Nederland bereikt. Verhalen uit Millingen aan de Rijn, waar hij samen met zijn moeder, broer en zusje terecht komt bij familieleden, zijn verweven met de gruwelijke herinneringen aan het jappenkamp in Indië.
Herinneringen
De drang om uw herinneringen te vertellen spat van de bladzijdes. Is dat ook een van de redenen voor u geweest om dit boek te schrijven, om dit verhaal levend te houden?
Ik was het niet van plan om dit boek te schrijven, maar het kwam vanzelf door. Ik kon er niks aan doen. In Met bonzend hart – Brieven aan Hella S. Haasse heb ik al ontzettend veel verteld, maar nog niet alles. Ik was nog niet uitgepraat, maar dit is wel het laatste boek. Hier laat ik het bij.
Herinneringen aan uw tijd in Indië en het jappenkamp komen telkens bovendrijven in het boek. Is dat ook zo in het dagelijks leven?
Niet zozeer herinneringen aan het jappenkamp. Wel herinneringen aan mijn moeder. Mijn moeder is er elke dag nog. Een snoepje, een geurtje - een odeurtje, een liedje dat ik hoor. Voordat wij het jappenkamp in gingen zong zij altijd. Zelfs in het kamp nog: toen het kerst was zette zij het Wilhelmus in. Wat overigens niet in dank werd afgenomen door de jap.
Er zijn wel momenten dat ik opeens een dikke strot krijg en tranen in mijn ogen
Deed het soms pijn om alle details van die tijd weer op te roepen?
Jongetje… - diepe zucht - het is al zóó lang geleden. Er zijn wel momenten dat ik opeens een dikke strot krijg en tranen in mijn ogen. Bijvoorbeeld als ik denk aan hoe weinig mijn moeder nog heeft meegemaakt na de oorlog. In 1959 is zij al gestorven. Door dit boek kwamen er juist ook bijzondere herinneringen naar boven, zoals papa die het altijd had over de vouw in mijn broek. Hele kleine details die ik toch opschrijf, omdat ze zo bepalend zijn voor hoe het er in die tijd aan toe ging.