Tijdnood en negatieve reacties
Waar haal je de tijd vandaan om naast je drukke leven met acteren en je zoontje nog een boek te schrijven?
Schrijven doe ik altijd in de ochtend. Bijna direct als ik opsta tot een uur of tien. Ik bevind me dan nog half in een droomtoestand van waaruit ik het heerlijk vind om te schrijven. Tussendoor verzorg ik mijn zoon en breng ik hem naar school. Daarbij heb ik ook de kans gehad om langere periodes te schrijven, omdat ik les geef aan de Theaterschool in Brussel (RITCS) en dat is niet full time.
Van het theater, naar actrice naar het schrijven van een boek, wat kunnen we nog meer van je verwachten?
Het klinkt misschien als heel veelzijdig, maar ik vind het eigenlijk allemaal hetzelfde, maar in een iets ander jasje. Uiteindelijk gaat het over het vertellen van verhalen. Of dat nu in het theater is of op papier, ik heb het gevoel dat het vanuit dezelfde kern komt.
In het boek neem je geen blad voor de mond over het onderwerp gehandicapt zijn, ben je niet bang voor negatieve reacties?
Dat vind ik een moeilijke vraag. De verschillende personages zeggen en doen verschillende dingen. Soms is dat ontroerend en soms confronterend. Maar het boek gaat vooral over een tienjarig meisje. Ik hoop dat mensen het onderscheid kunnen maken tussen een personage en de persoon die het personage heeft geschreven. Ik kan me niet voorstellen dat iemand dan negatief reageert. Als je een boek over een moordenaar schrijft, ben je als schrijver toch niet meteen een moordenaar? Hoewel je de gedachten en acties van alle personages wel hebt verzonnen, betekent dat niet dat je het er mee eens bent.