David vertelt over de therapeutische waarde van schrijven en waarom hij in Amerika als schrijver waarschijnlijk nooit voet aan de grond zal krijgen. En dat eigenlijk ook helemaal niet meer wil: ‘Nee, fuck them. Ik doe niets meer voor ze. Ze zijn zelf hun eigen straf, laat ze maar.’

David Vann over Goat mountain
Enige tijd geleden verbleef David Vann (1966) zes weken lang als writer in residence in het Schrijvershuis aan het Spui in Amsterdam. Zijn gemoedelijke voorkomen en zoals hij me bijna vaderlijk wijst op het lage gedeelte in het trappenhuis waar ik mijn hoofd mogelijk aan zou kunnen bezeren, staat in schril contrast met zijn achtergrond die wordt geregeerd door misbruik, een onmogelijke moeder-zoonrelatie, een moord en vijf zelfmoorden. Een van die zelfmoorden betrof zijn vader: terwijl hij David en zijn moeder aan de telefoon had, schoot hij zichzelf door zijn hoofd. Het ene schrijnende verhaal na het andere … met die wetenschap is het een wonder dat hier aan de tafel, met het geruststellende uitzicht op Café Zwart en de andere volle cafés aan het Spui, zo’n rustig ogende man zit. Met een heldere, open blik. Zonder het schrijven had hier misschien wel een heel andere man gezeten. David vertelt over de therapeutische waarde van schrijven en waarom hij in Amerika als schrijver waarschijnlijk nooit voet aan de grond zal krijgen. En dat eigenlijk ook helemaal niet meer wil: ‘Nee, fuck them. Ik doe niets meer voor ze. Ze zijn zelf hun eigen straf, laat ze maar.’
Verslagen over niets
Je geeft naast het schrijven les. Wat is het eerste wat je je nieuwe
studenten leert?
Ik bespreek een aantal
gepubliceerde teksten en dan vertel ik dat je elke regel kunt overtreden,
behalve subtekst. Je kunt nooit alleen maar een verslag van iets hebben, alleen
maar vertellen wat er is gebeurd, er kan nooit maar één verhaal zijn. De meeste
verhalen in de klas zijn slechts een verslag, er is geen tweede verhaal en
daarom zijn ze slecht. Natuurlijk overtreden blogs en ander online materiaal
die regel dagelijks. Het zijn gewoon verslagen over niets. Dus nu hebben we een
hele generatie lezers die verslagen over niets lezen en daar tevreden mee zijn.
Straks weten lezers niet meer hoe ze literaire fictie moeten lezen.
Ben je daar bang voor?
Ja, dat is een
verschrikkelijke invloed. Ik vind een hoop dingen geweldig aan internet, maar
het idee dat lezers hun vaardigheid om meerdere verhalen te lezen verliezen en
in plaats daarvan platte teksten lezen over niets en daar tevreden mee zijn, is
beangstigend.
Lees je alles wat over je wordt geschreven?
Ja, ik lees alles.
Op de sites die de boeken verkopen, de blogs waar een recensie op verschijnt,
de kranten, de bladen. Ook de slechte berichten.
Hoe voel je je dan?
Soms zegt iemand
dat mijn boek blijkbaar niet is geredigeerd omdat ik onvolledige zinnen
gebruik. Alle Amerikaanse schrijvers gebruiken onvolledige zinnen, je kunt
bijna niemand vinden die dat niet doet. Dus als een zo dom en onervaren persoon
mijn boek recenseert, dan voel ik me net alsof ik bij de tandarts zit en een
toevallige voorbijganger mijn tanden trekt. Het totale verlies van
expertise is verschrikkelijk
Kun je het loslaten? Je moet het loslaten…
Oh, ja natuurlijk.
En uiteindelijk is het leuk dat iedereen erover praat. Het ergste voor een boek
is stilte. Dus ik ben blij met alles, maar ik denk wel dat er twee dingen nodig
zijn op het internet: kwaliteit kunnen onderscheiden van rotzooi en het
neerzetten van experts, want die hebben we wel nodig. We kunnen niet zeggen dat
alle meningen gelijk zijn, want dat is niet zo.

Goat Mountain
Kun je me in een paar zinnen vertellen waar Goat Mountain over gaat?
Het is een Griekse
tragedie, geschreven tegen de achtergrond van mijn omgeving: het jachtlandgoed
waar mijn familie altijd jaagde. Elk jaar dat we bij elkaar kwamen, praatten we
over wie er was en wat er was gebeurd. Het was heilige grond voor ons. Vaak
zagen we een stroper die illegaal aan het jagen was op ons gebied. Mijn vader
liet me dan door het vizier van zijn 300 Magnumgeweer kijken naar de stroper.
Ik stond een paar keer op het punt om de trekker over te halen, het voelde
alsof het niet veel scheelde, het was niet onvoorstelbaar. In het boek, aan het
eind van het eerste hoofdstuk, haalt de jongen de trekker over en dat zorgt
voor enorme problemen voor zijn vader, opa en de vriend van zijn vader. Het
verhaal gaat over de impuls of het instinct van een moordenaar en over delen
van de Bijbel. Het is geschreven in retroperspectief. De jongen kijkt er later
jaren op terug en probeert te begrijpen wie hij was en wat dat weekend, dat
verschrikkelijke weekend, betekende.
Wat wil je mensen aanreiken met het verhaal?
Wat ik hoop te
bieden is een verkenning van onze goede en slechte kant. Waarom vermoorden we
zoveel mensen, waarom is er oorlog, waarom is er massamoord, waarom doen we de
mensen waar we het meeste van houden pijn – de mensen van wie we houden en die
we willen beschermen – waar komen al die slechte dingen in ons vandaan?
Frustreert het je dat je de antwoorden op deze vragen niet hebt?
Nee, er zijn geen
antwoorden op de belangrijkste vragen. Je kunt hier eeuwig over doorgaan, net
als over inzichten. Iedereen heeft wel vragen die niet beantwoord kunnen
worden.
Ben je bang voor je eigen donkere kant?
Ja, maar ik denk
dat schrijven een veilige plek is voor demonen. Het is een plek waar lezers en
schrijvers samenkomen en een manier hebben om te denken over wie we zijn, welke
regels ons samen houden en onze sociale relaties bepalen. Uiteindelijk is
tragedie geruststellend, want als we over onze slechtheid denken en zo dicht
mogelijk bij onze slechtheid komen, is het een enorme opluchting en een
geruststelling dat we er zo dicht bij zijn geweest en dat we nog steeds veilig
zijn. In het echte leven, zoals toen mijn vader stierf, was het gewoon
beangstigend en betekenisloos, maar door erover te schrijven in fictie, krijgt
het betekenis en zijn er patronen en samenhang en daarom is het enorm
geruststellend. We willen graag dat alles een context, betekenis en structuur
heeft. Echt, het hele idee van catharsis is vernieuwing. Je ziet hoe het
sociale contact, de sociale familiebanden worden verbroken, maar die worden
weer vernieuwd doordat je ze verbroken hebt zien worden. Je komt er weer uit.
Ik werd niet depressief van jouw boeken. Inderdaad, het gevoel kwam dichter
in de buurt van troost.
Je kunt het bijna
zien als een religieus ritueel. Rituelen creëren een heilige plek buiten onze
levens om en bedreigen en breken als het ware, maar stellen daarna gerust. Als
je bijvoorbeeld een kerkganger bent en je hebt het over het lijden van Christus
en alle verschrikkelijke dingen die hij heeft doorgemaakt, wordt je daarna
gerustgesteld door het feit dat hij het voor ons heeft gedaan. Dus je hebt
altijd eerst een negatieve boodschap en eindigt dan met een positieve
geruststelling.
Hoe vind je het dat mensen je boeken deprimerend noemen?
Dat gebeurt alleen
in sociaal conservatieve landen zoals Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Ik
heb me eindelijk gerealiseerd dat er een patroon is. Sociaal conservatieve
landen ontkennen dat taboes worden doorbroken. En sociale relaties en
familiebanden … daar willen ze niet over nadenken. Een conservatieve manier van
denken is altijd een leugen: als we doen alsof het slechte niet bestaat, is het
er ook niet. En daarom willen sociaal conservatieve landen hun slechtheid niet
verkennen. Dus in Amerika zal ik nooit heel bekend worden. Mijn carrière zal
voornamelijk gericht zijn op Europa, want in Europa zijn mensen realistischer
over de beperkingen van hun goedheid. Zij begrijpen dat ze niet alleen maar
goed zijn.

De natuur als metafoor
Heb je een missie?
Nee, ik heb geen
missie. Ik probeer niet …
Ik bedoel in Amerika, om ze aan het lezen te krijgen.
Nee, fuck them. Ik
doe niets meer voor ze. Ze zijn zelf hun eigen straf, laat ze maar. Ik ben toch
weg. Ik woon daar niet meer.
Waar woon je nu?
Ik woon zes maanden
per jaar in Nieuw-Zeeland, geef elke herfst tien weken les in Engeland, ik zeil
iedere zomer een paar maanden langs de Turkse kust, en dan ga ik nog naar
festivals en schrijvershuizen zoals deze in Europa.
Je hebt zeker geen kinderen?
Nee, hoe weet je
dat? (lacht).
In je boek gebruik je de natuur als een metafoor, als een personage bijna.
Ja, het is zelfs
meer dan dat. In mijn boeken betekent de omgeving voor ieder personage iets
anders. Elk personage ziet het anders, dus het landschap is slechts een manier
om het innerlijk van elk personage te beschrijven. Dit komt voort uit een
Amerikaanse traditie van rauwe, regionale fictie die zich focust op
landschappen, zoals Cormac McCarthy, de belangrijkste van deze generatie
schrijvers, dat ook doet.
En William Faulkner.
Ja, Faulkner, en
helemaal terug tot Melvill en Hawthorne, en nu ook Marily Robinson, Nanny Prue,
Tony Morrison en de poëzie van Elizabeth Bishop. Dit is de langste, de grootste
en voor mij de beste traditie in Amerikaanse fictie, dat men zich richt op
landelijke omgevingen en letterlijke omgevingen altijd veranderen in
figuurlijke omgevingen. De bergen van steen worden figuurlijk bergen van angst,
dat is een traditie in Meridiaan van bloed van Cormac McCarthy. De omgeving is
een indirecte manier om het innerlijk uit te leggen.
Heb je een ritme waarin je schrijft?
Iedere dag begin ik
met het lezen van de vorige pagina’s en dan schrijf ik gewoon. Ik typ zo snel
als ik denk. Ik schrijf 300 woorden in vijftien minuten per dag en dat is het.
Het hele schrijfproces is één uur, waarvan 45 minuten lezen en dan vijftien
minuten schrijven. Het belangrijkste is om dit elke dag te doen. Elke dag gaat
over in de volgende. Ik voel het gewicht van de vorige keer. Ik voel het
verband en het patroon. Maar ik ben echt geschokt door hoeveel patronen er
onbewust zijn, zoals dat ik het maar blijf hebben over religie. Het komt steeds
weer naar voren en ik heb geen idee waarom. Net zoals dat ik, zelfs op het
einde van een boek, nog niet weet wat er gaat gebeuren.
Schrijven is een soort therapie
Ben je gelovig?
Nee ik ben atheïst.
Dit gaat alleen over het onderbewustzijn.
Maak je geen plan van tevoren?
Nee… in Aarde
komen moeder en zoon in een vreselijke situatie terecht waar ze beiden uit
willen. Ze willen elkaar geen pijn doen, want ze houden van elkaar, maar ze
zitten vast en ze kunnen niet ontsnappen uit de situatie en dat is ondraaglijk.
Ik dacht – toen ik begon met schrijven – dat ze er wel uit zouden komen, maar
dat was niet zo. Net zoals mijn moeder en ik in het echte leven niet hebben
kunnen ontsnappen uit onze slechte relatie.
Wat vindt ze van dit boek?
Oh, ze is heel
aardig. Ze heeft me een heel lieve brief geschreven en mijn tante, haar zus,
ook. Ze hebben het niet direct gelezen. Ik werd al geïnterviewd terwijl ze het
nog niet hadden gelezen, ze wachtten een tijdje. Dit boek schrijven was een
heimelijk genoegen voor mij. Ik wist dat het ze overstuur zou maken, maar het
gebeurde gewoon. Het was een verhaal dat al heel lang op me wachtte. Ik moest
schrijven over de gewelddadigheid van de opa in Aarde en de nalatenschap van de
familie en het oude huis. Maar vergeet niet: het is ook fictie, het is anders
dan hoe het echt gebeurd is.
Was het schrijven van het boek een soort therapie?
Alle boeken waren
een soort therapie. Toen ik klaar was met Goat Mountain, was ik echt klaar met
al mijn familieverhalen en klaar met het leven. Ik vond dat ik alles had
bereikt wat ik had moeten bereiken. Echt helemaal klaar. Wat een geweldig
gevoel, heerlijk. Dat was ongeveer twee jaar geleden. Ik dacht dat ik nooit
meer een ander boek zou schrijven, het was heel therapeutisch en ik voelde me
over alles beter. Maar zoals ik al zei, ik denk dat de overeenkomst tussen
schrijven en therapie is dat ze allebei over de waarheid gaan, maar schrijven
heeft ook een esthetisch doel, het gaat over schoonheid, en daardoor is het
heel anders dan therapie. De transformaties die plaatsvinden op de pagina’s
zijn heel onbewust. Het is net zo’n inktvlekkentest (Rorschach test), maar er
is een patroon op al die honderden pagina’s en dat is uiteindelijk veel meer
een geheel dan een therapiesessie. Het is een ander soort ambitie om iets
proberen te maken, om iets te vormen en een vergaande verandering te maken.
Maar helpt het je?
Ja, het is wel
therapeutisch, maar ik hoop dat het verdergaat dan dat, want therapie is geen
kunst.
Wat is het laatste dat je je studenten leert?
Ik laat ze in
eerste instantie dus al die regels zien over hoe fictie werkt, hoe verhalen in
elkaar zitten en op het einde laat ik ze alle regelbrekers zien: schrijvers die
zich niet aan de regels houden. Verhalen waar het niet om de hoofdpersoon
draait, een hoofdpersoon die geen dramatische relaties heeft, waar de mensen er
niet toe doen. Ik probeer ze bij te brengen dat, behalve dan dat je een tweede
verhaal moet hebben om te vertellen, er geen regels zijn en dat ze mogen doen
wat ze willen om hun beste materiaal te vinden, hun eigen stem.