De kunst van het verdwijnen is een persoonlijk en eerlijk portret over de donkerste periode in Sarah Domogala’s leven. Een aangrijpend autobiografisch verhaal over een medisch verschijnsel dat helaas steeds meer jonge mensen overkomt: de burn-out. Als jonge twintiger is Sarah Domogala hard op weg om de beste filmmaker te worden die er is. Ze werkt mee aan bekende tv-programma’s, is voor haar werk veel onderweg en is een bekend gezicht in de glamourwereld van film en televisie. Haar ogenschijnlijk succesvolle leven in die wereld heeft echter een keerzijde. De druk om te presteren, de beste te zijn, jezelf constant maar te moeten bewijzen… Het wordt haar allemaal te veel. Geheel onverwacht bekruipt haar een beklemmend gevoel en zakt ze hierin steeds dieper weg. Alles tolt, ze kan niet meer ademen, ze moet weg, ze stort compleet in. Ze belandt in een burn-out.
Niet serieus
Sarah is dertien als haar ouders scheiden. Voor het eerst in haar nog jonge leventje ervaart ze paniek. Sarah verandert van een introvert meisje in een uitbundige jonge, populaire vrouw. Alhoewel ze diep in haar hart kunstenares, schrijfster of fotograaf wil worden, kiest ze voor de journalistiek. Ze verhuist naar Amsterdam en neemt zich voor de beste regisseur te worden die er is. Maar de lange dagen, het constant onderweg zijn voor werk en de uitbundige feestjes eisen algauw hun tol. Het begint met vage vermoeidheidsklachten die steeds erger worden. Alleen zoekt Sarah geen hulp: met deze klachten word je toch niet serieus genomen. In 2005 had je het namelijk niet over burn-outs, hooguit was je (lichtelijk) overspannen wat je met een of twee weken vakantie vast wel kon oplossen. Op advies van onder meer haar familie en collega’s doet Sarah in beginsel dan ook weinig aan haar klachten. Ze wil er gewoonweg niet aan toe geven, ze schaamt zich. ‘Zeg maar dat je de griep hebt’, luidt het advies, ‘anders heb je geen werk meer’.
De koude vloer
De paniekaanvallen komen echter steeds vaker en zijn steeds moeilijker te verbergen of te onderdrukken. De koude vloer die voorheen haar angsten deed vergeten, biedt geen afleiding meer. De pillen die ze voorgeschreven krijgt hebben nare bijwerkingen en ook de zelfmedicatie zet geen zoden aan de dijk. Het onvermijdelijke volgt: Sarah stort volledig in. De diagnose: een burn-out. Een nieuw fenomeen voor die tijd, want als je zo jong bent dan kan dat toch niet? Het tegendeel werd en wordt helaas steeds vaker bewezen. Gedurende haar burn-out blijkt dat Sarah niet het enige slachtoffer is en dat het aan begrip nog steeds ernstig schort.