Natascha van Weezel is auteur en filmmaker. In haar boek Thuis bij de vijand schetst Natascha een eerlijk beeld van de relaties tussen moslims en joden in Nederland aan de hand van haar ervaringen, aangevuld met interviews met onder andere oud-burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn, Marokkaanse activist van het eerste uur Abdou Menebhi, opperrabbijn Binyomin Jacobs en de Palestijnse radicaliseringdeskundige Montasser AlDe'emeh. Voor Lees Magazine schreef zij een column hierover.
Wanneer je opgroeit in het welvarende Amsterdam-Zuid leer je van alles: waarom servethouders belangrijk zijn bijvoorbeeld, wie je moet vousvoyeren en tegen wie je juist ‘jij’ mag zeggen, of waarom de Derde Symfonie van Brahms een hogere vorm van kunst is dan rapnummers van 2Pac. Wat ik in mijn oude buurt níet echt leerde was omgaan met mensen met een andere achtergrond; die kende ik simpelweg niet.
Eigenlijk kwam ik gedurende mijn jeugd voornamelijk mensen tegen die leken op mijn ouders en mezelf: blank, hoogopgeleid en meestal Joods. Ook tijdens mijn studie bleef ik rondlopen in diezelfde bubbel. Ik zag geen reden om daar uit te breken. Wat ik kende was toch veilig?
Kritisch zionist
Maar tijdens de derde Gaza-Oorlog in 2014 veranderde er iets. Voor mijn gevoel werd een conflict dat zich op vijfduizend kilometer afstand afspeelde naar ons eigen land geïmporteerd. Opeens hoorde ik sommige Joodse vrienden de lelijkste dingen over Palestijnen zeggen. Aan de andere kant schrok ik van de pro-Palestina demonstraties waar rapper Appa ‘Fuck de Talmoed’ riep, en waar hakenkruizen gelijk werden gesteld aan davidsterren. Wat was er aan de hand? Waar kwam die wederzijdse haat vandaan? Waarom schreeuwde iedereen zo? Waarom konden we er niet gewoon op een rustige manier over praten? In een televisieprogramma noemde ik mezelf een ‘kritisch zionist’. Ik bedoelde hiermee dat ik het verschrikkelijk vond dat er door bombardementen van het Israëlische leger zoveel onschuldige slachtoffers vielen in Gaza, maar dat ik het tegelijkertijd wél belangrijk vond dat er een Joodse staat bestaat, al was – en ben – ik niet van mening dat daar alleen Joden mogen wonen. Meteen na afloop werd ik uitgescholden voor ‘vuile fascist’ door een meisje met een Free Gaza T-shirt aan. Toen ik thuiskwam zag ik dat een aantal Joodse kennissen op mijn Facebook Timeline had geschreven dat ik een ‘landverrader’ was.
Dit was het moment waarop ik besefte dat het verre van verstandig is om je tot je eigen bubbel te beperken; daardoor wordt je namelijk nooit geconfronteerd met een ander perspectief op het leven. Niet lang daarna begon ik dan ook aan een persoonlijke en journalistieke zoektocht: hoe zat het eigenlijk met de relatie tussen joden en moslims in Nederland? Uiteindelijk is hier mijn boek Thuis bij de vijand uitgekomen. Ik verruilde de straten van Amsterdam-Zuid voor andere buurten, waar ik geregeld te vinden was in moskeeën, shisha lounges en koffiehuizen.