De komende drie weken verschijnt er elke vrijdag op Lees Magazine een leesfragment van een debutant bij de uitgeverij Vrijdag. Deze zomer presenteert uitgeverij Vrijdag met ontzettend veel genoegen en trots drie jonge, pittige debutanten. Drie talenten met elk een eigen en verfrissende stem die absoluut niet onopgemerkt zullen blijven. Met deze vrijdag: De studente van Elise Wuyts.
Elise Wuyts neemt ons in De Studente mee naar het Victoriaanse Engeland aan het einde van 19de eeuw, waar zich tussen De Studente en De Dokter een geheimzinnige, door machtspelletjes gedomineerde relatie ontwikkelt.
Eerst even voorstellen
"Chapter one. He adored New York City. He idolized it all out of proportion. Uh, no, make that, he romanticized it all out of proportion. Better. To him, no matter what the season was, this was still a town that existed in black and white and pulsated to the great tunes of George Gershwin. Uh, no, let me start this over." – Manhattan (1979)
Het begin is voor mij altijd het makkelijkst geweest. Als kleuter wou ik het liefst van al leren lezen. Toen ik dat onder de knie kreeg, wou ik schrijven. Mijn ouders en juffen waren mijn eerste publiek. Later ook mijn klasgenootjes, die ik graag bang maakte door op slaapfeestjes enge verhaaltjes te vertellen. Langzaamaan begonnen mijn verhalen serieuzer te worden en meer plot te krijgen. De Studente ben ik beginnen schrijven toen ik 15 was, omdat ik zin had om eens iets anders te doen, maar pas nu, bijna 7 jaar later, is het helemaal af. Het is nooit in me opgekomen om niet te schrijven. Net zoals ik altijd al boeken heb gelezen, zal mijn brein altijd bezig zijn met verhalen verzinnen. Het is een deel van wie ik ben, en een deel waar ik trots op ben.
“So you don’t sleep?” “I only need about four hours a night.” – Something’s Gotta Give (2003)
Spijtig genoeg heb ik zelf iets meer dan vier uur slaap nodig, maar als het aan mij lag, zou ik ’s nachts leven in plaats van overdag. Ik schrijf het best als iedereen slaapt. Het liefst zit ik op de sofa met mijn laptop, de hond aan mijn voeten, een koud glas bier voor me en goede muziek in mijn oren. Voor ik begin, kies ik een bepaalde cd of afspeellijst, iets dat past bij mijn stemming, en beluister die vervolgens opnieuw en opnieuw, tot het verhaal af is. Sommige teksten heb ik zelfs geschreven met slechts één liedje op de achtergrond, dat zichzelf bleef herhalen. Jaren nadien, als ik die muziek weer hoor, weet ik nog exact wat ik toen aan het schrijven was. Eigenlijk heb ik niet veel nodig om te schrijven. Soms schrijf ik korte stukken in een notitieboekje of zelfs op mijn gsm, als ik geen computer in de buurt heb. Een groot deel van De Studente heb ik geschreven tijdens mijn vakantiewerk. Dat is het mooie aan deze hobby, je kan het altijd en overal doen.
"Another lover hits the universe. The circle is broken. But with death comes rebirth. And like all lovers and sad people, I am a poet." – Kill Your Darlings (2013)
Deze film heb ik al zo vaak herbekeken dat ik hem in mijn hoofd mijn ‘schrijffilm’ noem. Bepaalde films, zoals Kill Your Darlings, Cloud Atlas, A Single Man en History Boys, geven me telkens weer de overweldigende drang om iets te creëren. Er komt niet altijd een degelijk verhaal uit, maar gewoon bezig zijn met iets waar ik van hou, is genoeg. Sommige liedjes of boeken hebben hetzelfde effect, maar om welke reden dan ook werkt de juiste film het allerbest. Ze zijn mijn creatieve afrodisiacum, zou je kunnen zeggen.
"All work and no play makes Jack a dull boy." – The Shining (1980)
Schrijven is echter niet alles wat ik doe. Ik studeer nog, heb een gezond aantal vrienden die ik van tijd tot tijd graag eens zie en een familie die erg belangrijk voor me is. Verder ben ik nogal lui. Mijn ideale avond is met een vriendin op de sofa zitten met lekker eten en een goede film of serie. Als ik alleen ben, lees ik het liefst. Boeken waren mijn eerste liefde en ik blijf ze verzamelen, ook al beginnen mijn boekenkasten langzaamaan uit hun voegen te barsten. Welk medium het ook is, ik kan mezelf volledig verliezen in de fictieve wereld van andere mensen. Belgische politiek is me niet zo bekend, maar die van Westeros ken ik op mijn duimpje. Over sport weet ik niet veel, maar de regels van Quidditch kan ik in mijn slaap opnoemen. In geesten en monsters geloof ik niet, maar Buffy heeft me geleerd hoe ik een vampier klein krijg en dankzij de Winchesters weet ik dat ik altijd zout op zak moet hebben. Maar met koffie en een moeder zoals Lorelai Gilmore (eigenlijk gebaseerd op mijn eigen geweldige moeder) kom je ook al ver in het leven.
"You know, the only thing that matters is the ending. It’s the most important part of the story, the ending. And this one… is very good. This one’s perfect" – Secret Window (2004)
Een einde schrijven is een stuk moeilijker dan een begin schrijven. Maar wanneer het goed gedaan is, kan ik een verhaal heel veel vergeven. De beste eindes zijn voor mij de oprechte eindes. Geen wanhoopspoging van de auteur om alles te laten kloppen, geen toegevingen aan de lezers om een gelukkig einde te forceren. Het moet passen bij de wereld die de schrijver gecreëerd heeft. Dat is dan ook wat ik altijd probeer te doen, maar ik weet niet of ik er ook werkelijk in slaag. Het enige wat ik kan doen, net als Lily in Hotel New Hampshire, is blijven proberen, ook al zal mijn einde nooit zo perfect zijn als dat van The Great Gatsby.