Liggend op het dak van een rijdende trein ontvlucht Wim Aloserij (1923) begin 1944 de verplichte Arbeitseinsatz in Duitsland. Hij duikt onder bij een boer in West-Friesland en schuilt maandenlang in een kist onder de grond, tot hij bij een razzia wordt opgepakt. Dat zal het begin zijn van bijna een jaar lang ieder uur, iedere dag angst, honger en terreur. Frank Krake schreef De laatste getuige, een monument voor Wim, die weet te overleven dankzij inventiviteit, levenskracht en wat hij op het Amsterdamse Kattenburg leerde in zijn jeugd. Een verhaal dat nog lang bij je zal blijven. Een verhaal dat niet verloren mag gaan. Want de oorlog houdt niet op als de wapens zwijgen. Generaties lang zullen mensen de littekens dragen.

Frank Krake: "ik ontkwam er niet aan dat het verhaal van Wim onder mijn huid ging kruipen."

Het blijft keer op keer weerzinwekkend wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Het blijft een bron van verhalen. De onwaarschijnlijkheid van de gruwelen benamen mij de adem zo nu en dan. Hoe zorgde je ervoor dat je zelf niet werd meegevoerd door de emoties, dat je objectief bleef tijdens het schrijven?
Ruim twintig jaar ben ik ondernemer geweest. Die achtergrond helpt mij bij het scheiden van ‘werk’ en emotie. Maar al ben ik rationeel ingesteld, ook ik ontkwam er niet aan dat het verhaal van Wim onder mijn huid ging kruipen. Er is maar een moment geweest dat de tranen kwamen en dat was toen we samen naar Husum gingen. Wim zette na zestig jaar weer voet op de – inmiddels historische – bodem van een van de concentratiekampen waar hij onder onmenselijke omstandigheden heeft vastgezeten. Daar is ook die foto die achterin het boek staat genomen, bij de Wasserhahn, waar de Duitsers urenlang gevangenen op lieten zitten die dan moesten kraaien als een haan en genadeloos werden geslagen als ze van uitputting eraf vielen.

Wim werd geïnterviewd door een Duitse filmploeg in het bezoekerscentrum, nadat we al een paar uur waren rondgeleid door Wim en de naargeestigheid van de plek bezit van je had genomen. Het interview zou oorspronkelijk een uur duren, maar duurde uiteindelijk drie uur. De vragen bleven komen en Wim raakte niet uitgepraat. En toen kwam die laatste vraag: ‘Haat u de Duitsers niet?’ Wim antwoordde: ‘We zijn hier op de wereld om elkaar lief te hebben en voort te helpen. Niet om elkaar te haten.’ Toen werd het mij even te veel.
Waar haalt hij deze kracht vandaan?
Er zijn eigenlijk twee aspecten: hoe Wim het kamp heeft kunnen overleven en hoe hij na de oorlog met de herinneringen heeft kunnen leven. Voor wat betreft het eerste: zijn weinig makkelijke jeugd in Amsterdam heeft hem leren bluffen, onzichtbaar te zijn en oplettend. Dat heeft hem in de kampen geholpen om af en toe aan een beter baantje te komen, te ontsnappen aan de doorgeslagen kampbewakers en wat extra eten te regelen, hij wist ‘dingen te organiseren’ zoals ze dat in kamptaal noemen, dingen te stelen, ritselen. Maar nooit ten koste van zijn medegevangenen, altijd van de Duitsers. Hij was een soort Pietje Bel. Voor wat betreft zijn leven na de oorlog: tijdens mijn onderzoek heb ik verschillende experts gesproken en die geven aan dat diegenen die het kamp hebben overleefd, vaak heel erg oud worden. Alleen de sterksten overleven. En dan bedoel ik niet zozeer sterk qua spierkracht, maar qua taaiheid. Na de oorlog heeft Wim een hele sterke vrouw mogen ontmoeten, die ook nog een verpleegkundige achtergrond had en Wim op het juiste moment ook kon aanpakken, je moet niet alleen maar pappen en nathouden. Zijn opgeruimde humeur en het geloof dat hij vond op latere leeftijd zijn andere steunpilaren.
Hoe is dit verhaal op jouw pad gekomen?
Ik heb Wim een jaar geleden ontmoet na afloop van een lezing die ik gaf naar aanleiding van mijn vorige boek Menthol op de jaarlijkse contactdag van de Vriendenkring Neuengamme*, een van de twee andere concentratiekampen waar Wim heeft gezeten. Naast Wim ontmoette ik daar een andere man die daar gevangen heeft gezeten. Het contrast kon niet groter zijn tussen hem en Wim! Wim was vol levensvreugde, optimisme en verhalen en hij was verbitterd, weigerde ook maar een voet op Duitse grond te zetten. Ik voelde bij Wim dat er iets bijzonders aan de hand was, los van wat hij allemaal had meegemaakt. Bij hem speelt ook een rol hóe hij het heeft overleefd.
Kun je je enigszins een voorstelling maken van hoe jijzelf zou hebben gehandeld in zijn situatie?
Nee. In het boek De rampondernemer schrijf ik over wat ik in mijn eigen leven heb meegemaakt. Als dertiger werd ik directeur van tuinmeubelfabrikant Unimeta. Bij mijn ambitieuze pogingen het bedrijf succesvol te maken, werd ik voortdurend getroffen door tegenslag: de vuurwerkramp vernietigt de hele voorraad, Ik zat midden in het gebied in China waar SARS uitbrak, failliete leveranciers brengen het bedrijf aan de rand van de afgrond en 9/11 haalt een streep door het Amerikaanse avontuur want ik zat zelf in het vliegtuig onderweg naar Chicago, toen de aanslagen gepleegd werden. Het vliegtuig moest uitwijken en een noodlanding maken in Newfoundland. Eerst heb ik acht uur op het vliegveld gewacht, zonder te weten wat er aan de hand was. We kregen noodpakketten van het Rode Kruis. We sliepen met 200 medepassagiers op veldbedjes in een grote sporthal. Bij het zien van de beelden de volgende dagen realiseerden we ons pas goed welke verschrikkelijke gebeurtenissen er hadden plaatsgevonden en hoeveel geluk wij hebben gehad. Ik heb vijf nachten in Canada met 200 medepassagiers op veldbedjes moeten slapen in een sporthal omdat het Amerikaanse luchtruim dicht ging. Met helemaal niets, zelfs de handbagage mocht niet mee naar buiten. Door bepaalde omstandigheden ben ik ook met de dood bedreigd. Het zijn zulke uitzonderlijke situaties, ik denk dat geen mens zich dat voor kan stellen.
"Er is nooit een gelegenheid op zijn pad gekomen om het hele verhaal te vertellen."
Wat heb je geleerd van die situaties?
Dat je je als mens snel aanpast. In Canada had ik gelukkig wel mijn creditcard, dus ik ging een tandenborstel kopen, tandpasta. Kleine dingen om weer iets op te bouwen.
Het is net als in het verhaal De laatste getuige bijna ongelooflijk dat één man het slachtoffer kan zijn van zoveel rampspoed?
En toch is De rampondernemer een waargebeurd verhaal, een verhaal over veerkracht en doorzettingsvermogen. Net als De laatste getuige.
Hoe ervaren de kinderen van Wim het verhaal?
Ze hebben het nooit geweten. Ze wisten niet hoe erg het was. Wim heeft er nooit met ze over gepraat. Hij heeft zijn kinderen ervoor willen behoeden. Hij zei: ‘Wat koop ik ervoor als mijn gezin opgroeit met mijn ellende, ik heb ze willen beschermen.’ Wim vertelde alleen de ‘leuke’ dingen, dat hij olielampjes jatte, in de ziekenbarak had gewerkt. Hij vertelde anekdotes. Ze hadden het wel heel graag willen hebben geweten. Het zou dingen voor ze hebben verklaard.
Waarom vertelt hij zijn verhaal nu wel?
Er is nooit een gelegenheid op zijn pad gekomen om het hele verhaal te vertellen. En hij is 94, hij voelde wel aan dat áls er een kans is om het verhaal te vertellen dat nu is.
Waar ben je begonnen met jouw onderzoek voor De laatste getuige?
Bij het NIOD. Ik wilde bij de basis beginnen. Vrijwel alle interviews met mensen die terug zijn gekomen uit Neuengamme heb ik gelezen. De grootvader van Sybrand van Haersma Buma heeft daar ook gezeten, hij heeft het helaas niet overleefd. Zijn dossier heb ik wel kunnen lezen en daar staan dan weer verhalen in over hem, het zijn verhalen uit eerste hand. Dichter bij de bron kun je niet komen. En dichter bij de waarheid ook niet, want over deze verslagen is geen mensenleven heen gegaan. Hier heeft de herinnering nog geen ‘kleur’ kunnen krijgen. Alles wat Wim mij vervolgens vertelde in onze gesprekken heb ik gecheckt. Alles wat hij me zei, klopte. Ieder voorval, iedere naam, iedere plek.
"Ik dacht dat de Titanic de grootste scheepsramp ooit was."
Heb je feiten ontdekt die voor jou nieuw waren met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog?
Het is meer een bevestiging die ik heb ik gekregen. Het drong nu pas tot me door wat het betekent als men zegt dat er goede Duitsers en foute Nederlanders zijn. De scheidslijn tussen goed en kwaad viel niet samen met de grens tussen Duitsland en Nederland. De oorlog kende net zo goed Duitse slachtoffers als Nederlandse daders. In beide landen is een hele generatie getekend door de oorlog. Wat ik niet wist: 95% van de Duitse rechters die na de oorlog recht moesten spreken over de oorlogsmisdadigers, voor de nazislachtoffers, zaten ook al op hun post tijdens de nazitijd. De slager keurde zijn eigen vlees.
Wat voor mij ook nieuw was, was de ramp met de Cap Arcona. Ik dacht dat de Titanic de grootste scheepsramp ooit was. Die met de Cap Arcona maakte vier keer zoveel slachtoffers. Vier keer!
Hoe belangrijk is het dat deze verhalen verteld blijven worden?
Als je kijkt naar de hedendaagse maatschappij, wat er nu gebeurt in landen om ons heen, is het niet eens zo ver van hier. Het is als onkruid dat zomaar weer op kan schieten. Je moet alert blijven. Daar helpen deze verhalen bij.
Wat was de eerste vraag die je Wim stelde?
Ik wilde beginnen bij het begin. Chronologisch. Ik had toen ook nog niet bedacht dat ik Wim zijn jeugd ook wilde beschrijven, maar al pratende begreep ik dat juist zijn jeugd bepalend is geweest voor zijn kracht en vindingrijkheid in de kampen. Zijn weinig warme jeugd, waarin hij weinig verwachtingen hoefde te hebben, was zijn redding in de kampen, waar hij op niets en niemand hoefde te rekenen.
Heb je er weleens aan gedacht om met een van de Duisters te praten die in het verhaal voorkomt, als die nog in leven zou zijn?
Als je het helemaal goed wilt doen, journalistiek gezien, zou je iemand aan het woord willen laten die SS’er is geweest. Dan heb je de beul en het slachtoffer. Je moet je begrenzen in je onderzoek. Ik wilde het boek heel graag dit jaar nog uitbrengen, vanwege Wim zijn leeftijd. Als ik nog meer onderzoek had moeten doen, naar die andere kant, had ik dat niet gered. Daarbij: veel Duitsers gaan nog altijd gebukt onder een groot schuldgevoel, schaamte. Ik voelde geen noodzaak om dat nog meer te voeden.
"Hij voelde dat hij de verkeerde beslissing had genomen toen hij uit de hooiberg kwam"
Waarin verschilde het schrijven van dit boek met bijvoorbeeld het schrijven van Menthol?
Het was makkelijker. Menthol overleed in 1955, dat maakte het in historisch opzicht moeilijker. Ik kon alles verifiëren bij Wim. Ik heb hem wel honderd keer gebeld. Ik heb hem honderden uren gesproken. Bij Menthol moest ik bepaalde dingen invullen, dat schrijf ik ook in mijn verantwoording. Dat hoefde en kon bij het verhaal van Wim niet.
Je schrijft boeken over verschillende soorten mensen, niet per se alleen over helden.
Ik zoek niet de makkelijkste weg. Mijn voorlaatste boek Rood bloed gaat over Joop Munsterman, die het onmogelijke fikste door FC Twente in 2010 landskampioen te maken. Koning van Twente en bewonderd door voetbalminnend Nederland. Hoe anders was de situatie zes jaar later. FC Twente bijna failliet en Munsterman als de grote boosdoener. Twee miljoen euro en een illusie armer. Nooit meer zal hij werkzaam zijn in de voetballerij. Maandenlang zweeg Joop Munsterman als het graf. Menthol, het boek dat ik voor Rood bloed schreef, was weer een heel andere verhaal. Het intrigeert mij dat hij de moed had om moederziel alleen, als donkere man in 1920 vanuit het deels zwarte Amerika de oceaan over te varen, wetende dat je een blanke wereld tegemoet gaat. Daarnaast vind ik het ontzettend knap dat hij op tijd veranderde van tandpastaverkoper naar konijnenfokker en -viller en dat hij in beide succesvol is geweest. Wat me nog het meest fascineerde, is dat hij vervolgens met het mooiste meisje uit Hengelo trouwde.
De gemeenschappelijke deler van alle boeken is dat we moeten uitgaan van onze eigen kracht en trots mogen zijn op wie we zijn.
Zeker. Dat is wat hun verhalen en het mijne bindt.
Heeft Wim spijt van dingen die hij heeft gedaan?
Ja. Hij voelde dat hij de verkeerde beslissing had genomen toen hij uit de hooiberg kwam, op de boerderij waar hij ondergedoken zat in het voorjaar van 1944. Cor, waarmee hij samen daar zat, was al gepakt. Cor had geen weerstand kunnen bieden aan de onheilspellende schoten in de lucht van de landwachters die riepen: ‘Als je niet komt, schieten we en steken we de boel hier in de fik!’ Wim vond dat hij Cor moeilijk alleen mee kon laten gaan. Maar de landwachters liepen al met Cor naar de deur. Ze hoorden het geritsel, draaiden zich om en zagen tot hun stomme verbazing Wim met zijn handen omhoog naar hen toelopen. Cor en Wim werden achterop motoren gezet. Hun polsen werden links en rechts van het lichaam met een dik touw vastgebonden aan de verchroomde bagagedragers. Een dag later reed hij over de Euterpestraat. Waar de hoofdkwartieren zaten van de Gestapo en de Sicherheitsdienst. In het gebouw waar ooit de meisjes-HBS zat werd gemarteld, gefolterd en gemoord. Heel wat verzetsmensen waren daar op de pijnbank gelegd. Ja, van die beslissing had hij spijt.
En spijt in de zin van dingen die hij in de kampen heeft gedaan om te overleven?
Ik weet het niet. Ik heb niets wat in die richting wijst. Ik denk dat hij nee zal zeggen.
Er waren gevangenen die tegen het schrikkeldraad opliepen, zich lieten neerschieten uit wanhoop… Heeft Wim deze moment van radeloosheid ook gekend?
Niet op die manier. Er waren wel moment dat hij dacht: ik moet de situatie veranderen anders ga ik er aan onderdoor. Waar anderen dan voor het hek kozen, koos Wim voor een andere strategie. Zeker niet zonder risico, maar hij wist: als ik niets doe, ga ik dood. Hij heeft altijd geweigerd zich bij de omstandigheden neer te leggen.
Wim overleeft drie kampen, de bevrijding is op handen in de lente van 1945. Maar hij gaat niet naar huis.
Enkele dagen voor de bevrijding komt hij met zevenduizend medegevangenen op de luxe oceaanstomer Cap Arcona terecht, in de baai van Lübeck. Terwijl de geallieerden het Duitse leger op de wal tot overgave dwingen voeren jachtvliegtuigen van de RAF-bombardementen uit op de schepen die in de baai voor anker liggen. De Cap Arcona wordt vol getroffen. De gevangenen zitten benedendeks als ratten in de val. Op wonderbaarlijke wijze weet Wim het inferno te ontvluchten. Met niet meer dan vierhonderd andere gevangenen overleeft hij één van de grootste scheepsrampen aller tijden.

Hoe was het voor Wim om weer thuis te komen?
Niemand had werkelijk een idee van de gruwelijkheden die hadden plaatsgevonden. Ook zijn eigen zus niet, die hij na de oorlog weer terugzag. Stel je voor: je komt uit een jaar van ellende die onbeschrijfelijk is, je hebt mensen om je heen zien sterven door honger door fysieke en mentale uitputting, je hebt mensen beesten zien worden. Een humanitaire ramp. Je vlucht naar huis en wat tref je aan? Een groot feest. Complete euforie want we zijn bevrijd! Wim kon nergens zijn verhaal kwijt, wie zat daar nu op te wachten? De oorlog was voorbij en dat moest gevierd worden. Met feesten, niet met droevige verhalen. Hij heeft op dat moment besloten de verhalen in zijn gedachten op te sluiten.
Het boek sluit je af met het prachtige gedicht Invictus van William Ernest Henley. Wat betekent dit gedicht voor jou in relatie tot het verhaal van Wim?
‘Ze hebben me er niet onder gekregen. Ze hebben geprobeerd mij te breken, maar het is ze niet gelukt.’ Het optimisme van Wim, zijn intuïtie.
* Neuengamme was een Duits concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het kamp ligt zo'n achttien kilometer ten zuidoosten van Hamburg bij het dorp Neuengamme.
Wil je altijd op de hoogte zijn van de boeken binnen jouw favoriete genre? Stel je voorkeur in en ontvang updates.