Schrijfster en overtuigd atheïst Yvonne Kroonenberg woonde in 1968 een jaar tussen de hippies in Amerika. Vorig jaar ging ze terug en bleken ze allemaal gelovig te zijn geworden. Waarom hebben deze hippies religie omarmd? Yvonne beschrijft deze reis in haar nieuwste boek ‘God in Amerika’. Met Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online magazine Lees van bol.com, spreekt Yvonne, behalve over haar nieuwe boek, over haar atheïstische opvoeding, haar begrip voor gelovigen en haar eigen ‘spiritualiteit’.

“Gelovig zijn is een emotie” - Yvonne Kroonenberg
Spiritueel
Ben jij
spiritueel?
Nee, voor geen meter. Ik doe aan
yoga, maar dat is meer bejaardengym. Ik zal nooit een mier doodtrappen, ik ben
enorm eerbiedig en ik hou van mensen en dieren en ik vind het buiten enorm
mooi, maar ik vind mezelf helemaal niet spiritueel. Maar ik begrijp wel hoe het
voelt als je denkt dat God bij je is. Het is niet zo dat je in de Hema staat en
denkt dat Jezus er ook is, het is meer op momenten van bezinning voel je je
geborgen. Op moeilijke momenten heb je het gevoel dat het ergens voor bedoeld
is. Maar ik denk helemaal niet dat er een bedoeling is en ik kom de maandag ook
wel door.
Wat vond
je van de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen? Trump is eigenlijk ook een
soort God in zijn eigen gedachten.
Shockerend natuurlijk, verschrikkelijk, maar we weten nog niet half wat ons te
wachten staat. Ik begrijp het wel, want ik heb die grote gebieden gezien waar
die schrijnende armoede heerst en er gaat veel meer geld naar de kindertjes in
Afrika, dan naar de kindertjes in dat gebied. Die krijgen helemaal niets, de
Mississippi-delta, hele stukken van Texas, het is echt een enorm gebied met
enorme armoede. Die mensen zijn boos, verdrietig, voelen zich niet gezien en
dan denken ze dat Trump het wel even oplost, omdat die makkelijke taal spreekt.
Dat is natuurlijk een hele grote vergissing.
Wint het
geloof ook aan terrein?
Daar kan ik een verstandig antwoord op geven. Er
is wetenschappelijk onderzoek gedaan in welke gebieden, onder welke
omstandigheden mensen het meest godvruchtig zijn. En dat heeft te maken met
bestaansonzekerheid. Dus hoe zekerder de mensen zijn, hoe meer ze een grote
waffel hebben en denken dat ze het zelf wel uit kunnen zoeken. En hoe
armoediger de mensen en onder vreselijker omstandigheden, hoe geloviger ze
zijn, omdat ze helemaal geen invloed hebben op wat er gaat gebeuren. De
overstromingen, de oogst gaat mis, je raakt je geld kwijt, je wordt ziek, je
kind sterft, al die dingen gebeuren en dan geef je je over aan iets wat
kennelijk een hogere macht is. Er wordt ook gezegd dat mensen meer
authenticiteit zoeken en die meer vinden bij Trump dan bij Hillary Clinton.
Het is heel moeilijk om te stemmen voor iemand die je als persoon helemaal niet voelt.

President
Zou jij
president willen zijn?
Nee, ik wil nergens de baas zijn, dat wordt niks.
Dat kan ik niet, ik ben het beste met kleine huisdieren, ik geloof dat ik niet
eens met succes kinderen kan opvoeden.
Je hebt
geen kinderen.
Nee, dat is maar goed ook.
Je praat
liever met grote mensen, las ik ergens. Het liefst met bejaarden.
Ik hou van alle mensen, ook bejaarden, dat ben ik
zelf ook bijna. Ik vind het leuk als mensen heel veel te vertellen hebben over
hun leven.
In een
ander interview zeg je dat je na je menopauze niet meer over seks moet
schrijven.
Nee, op een gegeven moment wordt het ook onkies.
Ik wil best over seks praten, maar niet voor heel Nederland tegelijk. Stel je
dat ik hier moet voorlezen over de voordelen van een clitoraal orgasme, dat
moet je niet doen, hoor. Kijk, als je
achter je kijkt, dan lijkt het heel logisch. Toen ik in de dertig was, schreef
ik over relaties, toen ik in de vijftig was, alles over familie en
familieomstandigheden en dan nu over God, als de kist al bijna openstaat. Maar
als je voor je uitkijkt, dan zie je niets, dan zie je helemaal geen rode draad.
Je bent
van oorsprong psychologe?
Klopt. En dat was je er niet af in de douche, ik
heb ervoor geleerd. Het is een bepaalde manier van kijken. Als je mij iets
vertelt en je vertelt me over tien minuten iets anders, dan denk ik: “Hé, dat
hoort bij elkaar. ” En op een gegeven moment heb ik dan een beeld en dat laat
ik nooit meer los. Ik heb een ontzettende hokjesgeest, maar dat hokje staat wel
open, je mag er wel uit.
Je
schrijft in je boek: “Toen ik nog overal een antwoord op had.” Heb je nu geen
antwoord meer?
Terwijl je
een antwoord geeft, denk je: “Oh, maar ik weet ook nog een ander.” En dan kies
ik de leukste. Kijk, je gaat natuurlijk relativeren en natuurlijk ook nu Magere
Hein in dezelfde straat is komen wonen. Dan kijk je anders naar dingen.
Hoe vind
je het om kritiek te krijgen over je uitgesprokenheid?
Dat vind ik fijn, ik denk altijd dat als iemand
kritiek heeft, dan heeft hij ongetwijfeld gelijk, daar heeft hij vast over
nagedacht, terwijl ik misschien wel iets heb opgeschreven omdat ik dacht dat
het wel leuk stond.
Kun je
goed tegen kritiek?
Ik kan heel erg goed tegen kritiek. Ik moet even
slikken, maar als mensen vriendelijk uit hun ogen kijken terwijl ze het zeggen,
dan kan ik het goed hebben.

Incident
Er was
dat incident in Assen, in de Action.
Ja, maar dat is zo verschrikkelijk verkeerd
opgevat, een artikel in HP De Tijd, waarin ze het zo hadden neergezet dat het
net leek of dat ik op de mensen neerkeek. Ik ken juist heel veel mensen die
niet uit mijn eigen aquarium komen, die niet na het gymnasium braaf zijn gaan
studeren. Dat is begonnen met die fabrieksarbeider van toen ik zestien was,
toen dacht ik dat er heel veel mensen waren die dus niet op die manier zijn
grootgebracht. Daar heb ik heel veel belangstelling voor en daar houd ik altijd
rekening mee.
Maar in
dit geval ben je dus gewoon verkeerd begrepen.
Ja, dan krijg je ontzettend op je flikker en dat
is niet leuk.
Komt het
woord spijt in je vocabulaire voor?
Ik vond het verschrikkelijk, vreselijk. Fouten
maken vind ik heel naar. Ik voel me altijd al schuldig voor ik fouten heb
gemaakt, kun je nagaan wat er gebeurt als ik wel een fout maak. Ik denk altijd
wel dat ik te kort schiet, is het wel leuk genoeg, heb ik de mensen wel goed
genoeg begrepen, heb ik het goed gedaan?
Waar
komt dat uit voort?
Dat is gewoon een bepaalde manier van zijn, ik
vind het belangrijk dingen zo goed mogelijk te doen. Als je je maar een beetje
met je linkerachterpoot door de wereld schopt, dan maak je mensen ongelukkig en
dat zou ik jammer vinden.
Waar
wind jij je nog over op?
Dierenleed, eenzaamheid in de wereld, ik kan
gruwen van wreedheid van mensen.
Vind je
de wereld een mooie plek?
Ik heb een boek gelezen van Stephen Pinker, heel
moeilijk, dik boek waar je maar ternauwernood doorheen komt, maar de eerste
hoofdstukken waren wel leuk geschreven. Die toont aan dat de wereld steeds
minder gewelddadig wordt en dáár knap je van op. Het is echt zo, vroeger was
alles veel erger. Het is nog steeds erg natuurlijk, maar in de Middeleeuwen kon
je gewoon niet buiten de stadspoorten komen, want dan werd je vermoord of in
ieder geval beroofd en ze vonden het hartstikke grappig om een kat tegen een
muur te spijkeren, want dan begon die zo leuk met zijn voetjes te trappelen.
Voor vierendelen kwamen mensen echt kijken. Dat is nu ondenkbaar. Er wordt nog
steeds gemarteld, maar niemand knapt daarvan op, het is niet zo dat dat een
heel gewoon volksvermaak is. Er zijn hele statistieken van oorlogen, nu hebben
we het begrip ‘oorlogsmisdaad’, vroeger vonden ze dat vet prettig. Als je
iemand kon doodmaken die niet bij jou hoorde, dat was heel goed. We zijn in
ieder geval veel minder gewelddadig in woord en daad. Daar hou ik me maar aan
vast.
Ben je
bang om eenzaam te worden?
Ik ben de eenzaamste mens die ik zelf ken. Ik vind
dit heel gezellig, als het regent kan ik in een bushokje een gesprek aangaan.
Je moet nooit denken: van mij hoeft het niet meer. Dat is heel slecht, ook al
vind je je buren niet leuk, het zijn toch je buren.
Wat
zouden je ouders van het boek hebben gevonden?
Die zouden gaan ‘barfen’. Overgeven , die zouden
het heel erg gevonden hebben. Mijn moeder schopte al herrie toen mijn broer een
kerstboom wou voor zijn kinderen. Dat vond ze heel erg, ze waren echt
belijdende atheïsten.