Hans Koeleman is tweevoudig Olympiër, storyteller en schrijver. In 2015 gaf hij zijn debuutboek Het blauwe uur uit en daarop volgde in oktober 2016 zijn tweede boek Olympiërs.
Keuzes en situaties durven aanpakken
Hoe ben je op het idee gekomen om over dit onderwerp te schrijven?
Het zit al sinds een paar jaar na de Spelen van 1984 in mijn hoofd, maar vijf jaar geleden ben ik pas het echt schrijfproces in gegaan. Ik voelde ineens dat ik dit verhaal wilde schrijven en had het idee dat het een goed verhaal zou worden. Ik wilde iets over de Spelen van Rio beschrijven, maar mijn uitgeverij de Arbeiderspers vroeg mij of ik het idee van de Spelen van 1984 wilde schrijven.
Moest je het eerst even laten bezinken, voordat je aan het verhaal kon werken?
Ja, dat klopt. Omdat het idee al langer bestaat, had ik vele manuscripten liggen. Als ik ze nu teruglees, dan is het totaal verschillend van het eindresultaat. Het begon als een zeer romantisch verhaal, maar dat is niet vergelijkbaar met het uiteindelijke boek. De basis was er wel, maar de details heb ik veranderd. Dat is ook iets waar je jaren voor nodig hebt om achter te komen en dat is misschien de reden geweest dat het zo lang duurde voordat het schrijfproces afgerond was.
Ik ben een hele nieuwsgierige man, een ontdekkingsreiziger, kan niet stilstaan en ik ga door daar waar alle anderen stil blijven staan. Ik heb vaak een Amerikaanse kijk op situaties, ik heb er 15 jaar gewoond,: blijf doorgaan, ben onderzoekend en wil altijd weten wat er achter een denkbeeldige heuvel zit. Dat laatste omschrijf ik als mijn innerlijke drijfveer en dit is een soort middel dat er voor heeft gezorgd dat ik ging hardlopen. Het doel dat ik toen tegenkwam was het bereiken van de Olympische Spelen.
Het verhaal gaat over de Olympische Spelen en hardlopen, maar het is eigenlijk een oproep aan iedereen om je dromen na te jagen.
Heeft het ook te maken met keuzes maken en situaties durven aanpakken?
Keuzes waren er niet echt voor mij. Ik zat al lang op dit pad, voor dat ik er erg in had. Mensen vroegen weleens: ‘moet je er niet veel voor laten?’. Nee, is dan mijn antwoord. Iets moeten laten houdt in dat er een alternatief is, maar die was er niet. Na jaren kom je er soms achter dat er ergens nog wel een tweesprong was, maar dat heb je nooit bewandeld.