Jeroen De Leijer Header
Interview

Illustrator van de maand januari: Jeroen de Leijer

Omdat ze de wereld een beetje liever kleuren. Omdat ze gouden randjes aan de verhalen geven. Omdat de tekeningen sprookjes op zich zijn. Daarom iedere maand een podium voor illustratoren.

Wat beweegt ze, waar zijn ze trots op, wat inspireert ze? Deze maand Jeroen de Leijer.
Jeroen de Leijer (Hilvarenbeek, 1969) studeerde aan de kunstacademie St. Joost in Breda. De Leijer brak door met zijn strip Eefje Wentelteefje door publicaties in bladen als Zone 5300, Brabants Dagblad en Blvd. Eefje Wentelteefje stond wekelijks in Brabants Dagblad en BN/De Stem. Onderwerpen voor de avonturen van Eefje Wentelteefje haalt De Leijer uit alledaagse dingen en hij zoekt de grap in kleine dingen die misgaan. Samen met poppenspeler Frans van der Meer trekt Jeroen de Leijer door het land met de Eefje Wentelteefje Roadshow. De Roadshow is een poppenkastvoorstelling waarin de hoofdfiguurtjes uit de strip de hoofdrol spelen. Voor Radio Bergeijk, een initiatief van Hans Teeuwen en Pieter Bouwman, maakte Jeroen de Leijer strips. Elke week verscheen een nieuwe Bergeijk-strip in onder andere de VPRO-gids.

Met Gummbah is Jeroen de Leijer een van de opmerkelijkste vertegenwoordigers van een nieuwe generatie tekenaars. Samen met onder meer Gummbah richtte hij de Bond Tegen Humor op, met het tijdschrift De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn. Jeroen de Leijer woont in Tilburg.

Wie is Jeroen de Leijer?
"Ik ben striptekenaar, illustrator, beeldend kunstenaar en geestelijk vader van stripheldin, poppenkastdiva en televisiester Eefje Wentelteefje. Eefje had een eigen televisieserie bij VPRO’s Villa Achterwerk. Van Eefje Wentelteefje verschenen vijf stripboeken. Ik heb strips en illustraties getekend voor diverse kranten en tijdschriften (o.a. NRC Handelsblad en VPRO Gids). Daarnaast ben ik een van de oprichters van ‘Wobby’, een magazine dat we zelf drukken op de Risograph machine en vier keer per jaar uitgeven. We werken met wisselende schrijvers en illustratoren Bart Schoofs en Aart-Jan Venema."

Op welke illustraties (boeken) bent u het meest trots en waarom?
“Je bent zo goed als je laatste werk en daar ben ik ook het meest mee bezig. Terugkijken doe ik niet zoveel. Als ik kijk naar de boeken die ik heb mogen maken ben ik het meest trots op de ‘Kenjezelf Kit’. Het is een uitgave die veel verwarring zaait. Er ligt een hele wereld achter en ik word er altijd heel vrolijk van.”

Waardoor en/of door wie wordt u geïnspireerd?
“Momenteel ben ik erg geïnspireerd door pulpromans. Beeldverhalen voor volwassenen met de meest onwaarschijnlijke verhalen. Soms heel slecht getekend maar vaak ook met een verassende schwung. Momenteel produceer ik heel veel maar het meeste zal verdwijnen in de grote pulpmolen des levens. Ik voel me dan ook zeer verwant met de anonieme broodtekenaars uit het verleden.”

Heeft u een favoriete kleur?
“Zwart, de kleur van inkt en geel de kleur van de zon.”

Welke techniek gebruikt u het liefst?
“Ik teken het liefst met cd markers op goedkoop houthoudend papier. Een onmogelijke combinatie omdat de inkt heel snel vloeit waardoor je weinig tijd hebt.”

Aan welke voorwaarden moet een tekening wat u betreft voldoen?
“Een tekening moet tot leven komen. Virtuositeit vind ik niet zo belangrijk. Het is leuk als je kunt laten zien dat je goed kunt tekenen maar als je als er geen leven in zit, is het een saaie boel. Kindertekeningen zijn eigenlijk altijd goed omdat ze zo direct zijn.”

Hoeveel tekeningen maakt u om tot een eindresultaat te komen?
“Zo weinig mogelijk. Meestal is het eerste idee het beste en als je dat direct op papier weet te zetten is het gelukt.”

Welk boek maakte op u als kind het meeste indruk?
“Als kind las ik alles wat ik te pakken kon krijgen en vooral heel veel strips. De verhalen van Donald Duck-tekenaar Carl Barks vond ik geweldig. Ik denk dat ik daar veel inspiratie uit gehaald heb.”

Wat is uw grootste wens met betrekking tot de toekomst van het kinderboek?
“Dat ze evenveel waardering krijgen als boeken voor volwassenen. Andersom hoop ik dat er in boeken voor volwassenen ook wat meer plaatjes komen.”

Welke illustrator mag volgende keer bovenstaande vragen beantwoorden en waarom?
“Aart-Jan Venema, hij heeft een volstrekt eigen stijl. Zijn werk is kleurrijk en fantasievol. Als ik zijn tekeningen zie krijg ik zelf zin om te gaan tekenen.”