Hoe is het idee voor je eerste boek ontstaan?
Toeval, louter toeval. Ik zat in Mosset bij ons huisje op een fruitkistje. Ik moest daar zijn om toezicht te houden op een paar mensen die bezig waren met bouwkundige werkzaamheden. Ik zag het chateau van Mosset, mijn fantasie ging met mij op de loop en dat was het begin. Zonder vooraf een schrijversopleiding gevolgd te hebben, ging ik volledig vanuit mijn gevoel met Vrij uitzicht aan de slag. Naast schilderen, dat ik ook doe, vond ik in het schrijven een mooi tegenwicht aan mijn dagelijkse drukke werkzaamheden als directeur VVV Zuid-Limburg. Ik doe al deze dingen gepassioneerd maar mijn grootste passie is mijn vrijheid. Ik wil los staan van de dingen en nergens van afhankelijk worden. Ik sta niet toe dat ofwel de VVV ofwel het schrijven mijn wezen gaan overheersen en voel ook dat dit niet gaat gebeuren. Wel zie ik dat het schrijven in mijn gedachten en gevoel aan het groeien is. Dat ondervond ik bij de research voor Het dossier. Daar speelt natuurlijk het succes van beide boeken ook een rol in. Over Vrij uitzicht heb ik amper nagedacht en het schrijven daarvan is min of meer een spontane actie geweest.
''Ik behoor tot de categorie die de werkelijkheid pakt. Ik ben een auteur waarbij het moet kloppen.''
Is research voor je verhalen belangrijk?
Mijn verhalen zijn gebaseerd op facts. Was het schrijven van Vrij uitzicht meer spielerei, bij Het dossier heb ik me erg verdiept in de onderwerpen die aan de orde komen. Ik behoor tot de categorie die de werkelijkheid pakt. Ik ben een auteur waarbij het moet kloppen. Bij de research voor Het dossier heb ik ongeveer zestig Oost-Europeanen gesproken. Ik wilde doordrenkt zijn van de Stasi en hoe de mensen daar leefden en dachten. Ik heb genoten van de research. Bij Het dossier had ik de fascinatie voor een repressief systeem en hoe snel na de val van de muur de Oost-Duitsers genormaliseerd zijn tot West-Duitsers. In mijn jeugdherinnering is de koude oorlog manifest aanwezig, net als de dreiging die daarvan uit ging.
Heb je aan 24 uur in een etmaal wel genoeg?
Ik merk dat het schrijven in mijn gedachten groeit. Mijn geest werkt sneller dan het op papier zetten. Toen mijn collega directeur bij VVV Zuid-Limburg door een reorganisatie uren beschikbaar kreeg, ontstond voor mij de mogelijkheid om één dag minder te gaan werken. Ik heb die kans aangegrepen en werk sinds kort vier dagen per week. Vrijdag is mijn vrije dag. Dus blijven er wekelijks drie volledige dagen over voor het schrijven. Het is nu donderdag en ik verheug me al dat ik morgen weer verder kan met mijn andere passie, het schrijven.
Mijn derde boek vordert sneller dan gepland. Ik merk dus al duidelijk het effect van die extra dag. Ik kan mijn concentratie langer vasthouden en dus wat langer in de flow blijven. Mijn nieuwe verhaal is weer helemaal anders dan mijn vorige twee boeken. Ik blijf klaarblijkelijk vernieuwing zoeken. Het onderwerp dat ik behandel is ook origineel. Ik heb nog geen ander boek gevonden dat het thema aansnijdt waar ik nu aan werk.