Vanavond, woensdag 19 april om 20.30 uur, wordt Het Bestand uitgezonden wordt bij BNN-VARA op NPO 3. Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online magazine lees.bol.com, interviewde acteurs Stefanie van Leersum (Lillian in de film), Roos Ouwehand (de moeder van Lillian), Thomas Höppener (Sep) en scenarioschrijfster Judith Goudsmit over hacken, boekverfilmingen en Arnon Grunberg.

Thomas Höppener: “Hackers zijn de nieuwe kunstenaars”
Het Bestand
Kenden jullie het boek al voordat jullie de rol kregen?
Roos: Ik had er wel van gehoord, maar ik had het nog niet gelezen.
Stefanie: Ik had het gelezen.
Wat trok je erin aan?
S: Ik vond Lillian een heel boeiend personage. Ik vind namelijk dat het boek heel erg op haar drijft en op haar innerlijke wereld, haar gedachten en hoe ze met de wereld omgaat. Het is toch een apart meisje en dat intrigeerde me wel.
Voel je je verwant met haar?
S: Ja, misschien wel, op sommige vlakken. Ze heeft heel veel ideeën over hoe ze de wereld beter zou maken, maar daarin is ze heel erg zoekende. Dan maakt ze een goede keus, of toch een verkeerde keus, en dan komt ze er weer op terug of belandt ze daarin. Dat nadenken en ergens op terugkomen is wel iets dat ik herken.
Heb je meer begrip gekregen voor het activistische aspect in de film?
R: Ik heb sowieso altijd wel begrip voor activisme, ik hou heel erg van activisten. Maar ik voelde me wel vrij oud toen ik het script las. Ik dacht echt: dit is het nieuwe activisme. Het is iets anders dan met een spandoek de straat op. Er zijn meerdere vormen van verzet, protest en activisme en dat vind ik wel heel leuk. Daar gaat de film ook over: hoe kun je via het wereldwijde web dat we nu hebben, iets proberen te veranderen of aan de kaak te stellen?
Is dat beter dan vroeger?
R: Volgens mij is het niet interessant om daar een oordeel over te geven. Het is alleen heel interessant omdat je elkaar zo makkelijk kunt bereiken. Dat vind ik heel bijzonder. Ook hoe het nu gaat in de wereld. We weten veel sneller wat er afgelopen nacht gebeurd is. Dan zijn er ook gelijk allerlei experts die daar wat over zeggen. Dus hoe je je informeert is heel anders dan vroeger. Toen moest je wachten tot de krant kwam om erover te lezen.

Een onbekende wereld
Wat wist je van hacken?
R: Echt niks.
S: Helemaal niks. Ik heb wel een aantal documentaires gekeken voor het gevoel. Thomas, de regisseur, heeft zich er wel redelijk in verdiept, want hij vond het belangrijk dat het technisch zou kloppen. Niet dat het daarover gaat in de film, dat is niet zo relevant, maar hij wilde toch dat als iemand keek die er wel verstand van had, niet zou zeggen: “dat kan echt niet.” Hij heeft er dus veel over verteld, maar ik ben de helft alweer vergeten, want het is zo ingewikkeld. Je houdt niet voor mogelijk wat er allemaal mogelijk is.
Beangstigt je dat ook op een bepaalde manier?
S: Het is gewoon een wereld die ik helemaal niet ken. Als je het bijvoorbeeld over de bitcoins hebt, waar het in de film ook over gaat, toen werd mij uitgelegd: het is zoveel geld, maar het is een stukje code. Dat snapte ik toen al niet en dat is best wel gangbaar nu.
Je speelde al eerder in een boekverfilming, in Tonio. Is er een verschil tussen een boekverfilming en een gewoon script?
S: Soms. Voor een acteur hoeft dat niet. Als je gewoon het script als uitgangspunt neemt, is het gewoon een verhaal en een verfilming. Dus het ligt eraan hoe trouw het script aan het boek is en hoe de regisseur dat wil vermengen. Bij Tonio heb ik het boek ook gelezen en daar was nog het verschil dat het waargebeurd is. Daar was het voor mij als actrice veel meer aan de hand dat het een boek was, veel meer dan bij dit script.
Arnon Grunberg heeft tijdens het schrijven van het boek zijn hersenactiviteit laten meten door neurowetenschappers. Daarna hebben nog 300 lezers diezelfde test gedaan om te kijken hoe ze gingen reageren. Hebben jullie dat ook gedaan?
R: Nee. Ik heb erover gelezen en ik heb foto’s gezien van al die elektroden op zijn hoofd, maar ik heb het niet gedaan.
Begrip en emotionele afstand
Wat betekende deze rol voor jou?
R: Het leeuwendeel van het verhaal gaat over Lilians beslissingen in haar leven en wat ze gaat ondernemen. Dat is natuurlijk wel interessant, die hele computer- en hackerswereld. Het is gewoon jij en het scherm. Je bereikt elkaar wel makkelijk via internet, maar de andere kant is dat je niks meer nodig hebt, alleen maar dat scherm, of denkt dat je niks meer nodig hebt. Een soort emotionele afstand of leegte is dat.
Je bent de stille moeder.
R: Ja. Dan zie je ook heel goed hoe ingewikkeld dat is. Als je ineens tegenover elkaar staat en allebei verdriet hebt: wat dan te doen? Ik wil niet zeggen dat dat exclusief is voor mensen die veel computeren. Een heleboel mensen weten niet hoe ze daar mee om moeten gaan. Maar in deze film zijn het twee kleine eilandjes. Je ziet twee onhandige mensen die proberen uit te leggen hoe ze zich voelen.
Voel je je verwant met de moeder, heb je begrip voor haar?
R: Zeker, heel erg. Het zijn een paar scènes waarin je moet proberen te vinden wat het precies is en ik vond het heel mooi geschreven. Je hebt een paar kansen om even te laten zien: dit gebeurt er ook nog in haar leven.
S: Dat zijn wel hele belangrijke scènes, omdat zij niet ontkomt aan dat contact. Haar vader is overleden en daar probeert ze van weg te rennen, maar die moeder dwingt haar elke keer dit te doen. Die strijd is gedurende de film een grote, mooie lijn.
Is dat in stilte acteren juist niet veel moeilijker dan met woorden?
R: Ja, soms wel. Maar we hebben het heel leuk gehad. Puur vanuit acteeroogpunt gezien vond ik het een verademing dat je nu extra tijd hebt om het doen, te krijgen zoals je het wilt hebben. Dat geldt voor iedereen, ook voor de licht- en cameramensen. Er is tegenwoordig veel druk bij televisieseries. Het moet gewoon heel erg snel en iedereen probeert het zo goed mogelijk te doen. Het is ontzettend fijn om iets meer adem te hebben, dat je het nog een keer kunt doen.
Welk boek verdient het om een keer verfilmd te worden?
R: Ik heb net Het smelt van Lize Spit gelezen en dat vond ik ontzettend goed. Volgens mij is dat een film.

"Ik vond haar een held"
Judith, jij hebt het script geschreven. Wat trok jou aan in het boek?
Judith: Het personage Lillian. Ze is heel mysterieus. Ze volgt haar eigen pad en regels en trekt zich heel weinig aan van anderen. Ze gedraagt zich ook heel anders. Dat vond ik iets heel stoers hebben. Dat bewonder ik ook wel. Ik ben iemand die heel graag aardig gevonden wil worden en erg denkt over hoe andere mensen dat allemaal zien, maar zij trekt zich daar niks van aan en dat vond ik wel stoer en heldhaftig. Ik vond haar echt een held.
Heb je haar groter gemaakt in het boek?
J: Ja. Het boek eindigt ongeveer halverwege de film. Ik vond het heel jammer waar het boek eindigt, want ik dacht: maar nu begint het, nu kan ze echt iets gaan doen. Want het is een beetje vaag wat ze wil bereiken en ik dacht, het lijkt me mooi als ze echt een held wordt met een doel. Aan het eind van het boek voel je wel dat dat misschien gaat gebeuren, maar dan stopt het. Daarom heb ik haar iets meer een heldenrol gegeven.
Hoe is de samenwerking gegaan met Arnon Grunberg? Is hij heel erg betrokken geweest bij jouw werk?
J: Nee. Ik kende hem hiervoor al, want ik woon ook in New York en ik heb met hem gewerkt. Hij was eigenlijk heel open en meteen al heel erg bewust dat een film iets anders is dan een boek. Wat heel prettig was, was dat ik veel van zijn research ook kon gebruiken. Dus ik heb veel boeken gelezen die hij heeft gelezen, ik heb met hackers gesproken waar hij mee heeft gesproken… Wat dat betreft hebben we wel dezelfde bronnen gebruikt.
In hoeverre wijkt de film van het boek af?
J: Het einde van het boek is halverwege de film, dus de tweede helft heb ik zelf bedacht. Ik heb gewoon door gefantaseerd op het boek. Ik heb hem heel brutaal niet alles voorgelegd, maar Arnon zei meteen al: “doe maar, ik lees wel een latere versie.” Hij liet me heel vrij. Dat vond ik erg fijn.
Heeft hij de film al gezien?
J: Ja. Hij is heel enthousiast. Dat was wel spannend. Het einde vindt hij super en dat is wel leuk, want dat heeft niks met het boek te maken.
Waar ligt bij jou als scriptschrijver de grens dat je wel de signatuur in ere houdt, maar er toch iets van jezelf in legt?
J: Daar heb ik heel erg over nagedacht tijdens dit proces, maar mijn conclusie is dat het belangrijk is dat je de essentie van het boek voelt in de film. Dat is belangrijker dan plotpuntjes. Dat je het gevoel dat je krijgt bij het lezen ook krijgt bij de film. De kern is volgens mij Lillian en haar karakter en hoe ze overkomt en doet. Dat is volgens mij wel gelukt.

Van idealisme naar extremisme
Thomas, jij speelt Sep in de film. Kende jij het boek?
Thomas: Nee. Het is best wel een nieuw boek. Ik ken Arnon ook en ik kan me nog herinneren dat hij het schreef. Hij stuurde soms een foto dat hij op een soort campus was met allemaal hackers. Hij gaat er dan helemaal in, met ze praten en alles helemaal opslurpen.
Wat trok jou aan in het boek?
T: Lillian, ook. Het personage van een idealistisch jong mens. Zo zit ik zelf ook wel in elkaar. Maar wat ik zo spannend vind is dat ze neigt om van een soort idealisme naar extremisme te gaan. Door dag en nacht achter dat scherm te zitten, verandert ze in een soort monster.
Herken je dat? Zit er ook zo’n kant in jou?
T: Nee, niet in mij, maar ik vind het wel heel spannend. Ik kan me wel afvragen… Als je echt iets wilt veranderen in de wereld, heeft het dan zin om de straat op te gaan of niet? Ik denk dat het goed is om je stem te laten horen, maar die hackers kunnen echt iets laten zien.
Heb je meer bewondering voor ze gekregen na het maken van deze film?
T: Ja. Ik heb er veel over gelezen en er zijn ook veel mensen die bijvoorbeeld zeggen dat hackers de nieuwe kunstenaars zijn, omdat zij echt buiten de bestaande oude systemen een pad kunnen kiezen die ze veel beter begrijpen dan wie dan ook. Kunstenaars passen in het oude systeem, met subsidies, maar een hacker houdt vast aan zijn ideaal.
J: Ze zijn deel van een groot kapitalistisch marktsysteem. Nu nog veel meer dan vroeger. Hackers vallen daar buiten, die gaan expres buiten de maatschappij staan.
T: Ik herken de romantiek die ik altijd voor me zag bij een kunstenaar. In vieze, stinkende keldertjes met kunst bezig zijn. Dat is niet meer aan de hand. Maar die romantiek zie ik wel bij hackers, die daar echt voor kiezen, om dat te gaan doen.
Welk boek zou absoluut verfilmd moeten worden?
T: Narziss en Goldmund, ik weet niet of dat al gedaan is. Dat is echt een jongensboek, een soort avonturenboek.
J: Je moet van een perfect boek geen film maken, want dat gaat altijd mis. Een van mijn lievelingsboeken is Titaantjes van Nescio. Maar dat is zo perfect, je wilt er eigenlijk niet aankomen. Iemand anders mag het doen, ik zou het niet durven.
Om deze boekverfilming te vieren mogen wij in samenwerking enkele 'cadeaus' weggeven! Wil jij kans maken op een DVD-box van de Telefilms 2017, een exemplaar van het boek Het Bestand of de geheime box? Lees dan hier snel verder.