'Carry, ik wil schrijver worden, kun jij me helpen?' Deze vraag wordt heel vaak aan Carry Slee gesteld. Nu komt ze met het antwoord: in Durf te schrijven! deelt ze al haar schrijfgeheimen met jou. Hoe je inspiratie krijgt en jezelf ertoe zet om nu écht de pen op te pakken. Hoe je ervoor zorgt dat jouw verhaal een pakkend begin heeft en dat je personages gaan leven. Hoe je het plot van jouw boek zo spannend, ontroerend of interessant maakt, dat niemand meer kan stoppen met lezen. Met aansprekende opdrachten en grappige anekdotes over haar eigen schrijfervaringen loodst Carry je door het schrijfproces heen. In een toegankelijke stijl laat ze je zien dat er niets zo heerlijk is als schrijven. Aan de slag, durf te schrijven!
Iedereen schrijft tegenwoordig een boek. De bekendste vloggers, presentatoren, sporters… ze hebben duizenden volgers en tóch willen ze een boek in de kast met hun naam er op. Offline. Wat is er zo magisch aan een boek?
“Ja, grappig hè. Het schijnt kennelijk toch hoog in aanzien te staan. In de ogen van veel mensen is het kunst. Het is tegenwoordig ook makkelijker dankzij het zelf kunnen uitgeven. Schrijven kan ook therapeutisch werken. Ieder mens heeft een verhaal dat het waard is om op te schrijven. De kunst is wel dat het mooi wordt opgeschreven. Het boek Boven is het stil van Gerbrand Bakker is daar een goed voorbeeld van; er gebeurt heel weinig in het verhaal, maar het is knap verteld.”
Niet te veel ‘en toen en toen en toen’ bijvoorbeeld?
“Je moet zorgen dat mensen zich in je verhaal kunnen herkennen. Tegelijkertijd moet je als auteur ruimte laten voor interpretatie. Niet te veel vertellen, maar laten zien. Of zoals ze in het Engels zeggen: show, don’t tell. In mijn autobiografische boek Moederkruid krijg je door de ogen van het kind een beeld van de tragiek in het gezin. Juist omdat het kind het heel sec vertelt, zonder oordeel, raakt het je. Door de afstand en door bewust weg te laten hoe erg het voor het kind is wat er gebeurt, krijg je de ruimte om met het kind mee te voelen. Je moet het niet te zielig opschrijven. Iedereen leest met een eigen verleden. Schrijven kan, net als lezen, heel veel voor je doen.”
Je krijgt veel vragen van volwassenen en kinderen over het schrijven. Krijg ook vaak manuscripten toegestuurd?
“Ja, en ik probeer er ook altijd naar te kijken. Ik weet al snel wat er ontbreekt. Meestal wil de auteur te veel vertellen. Daar gaat het meestal fout. ‘Toen kwam ik mijn ex tegen en dat was een heel vervelend moment.’ Je moet het laten vóelen. Begin met beschrijven dat je ergens loopt en hem ziet. Je moet het niet terug vertellen.”
Heb je weleens voorzichtig tegen iemand gezegd dat het misschien beter is om toch maar een ander beroep uit te kiezen dan schrijver?
“Het gebeurt weleens dat mensen in mijn omgeving me iets laten lezen. En dan heb je een enorm dilemma: ik ga niet zeggen dat ik het helemaal niks vind als dat zo is. Dan zeg ik dat ik het aan mijn uitgever zal geven om te beoordelen. Uiteindelijk is dat ook beter, want mensen luisteren toch vaak niet naar mijn advies omdat ze zelf wel mooi vinden wat ze hebben geschreven. Dat kan, maar ik zie hoe het nog veel mooier zou kunnen.”
Wat betekent schrijven voor jou?
“Voor mij is het alles. Ik vind schrijven heel fijn. Om alles wat in me opkomt te laten stromen. Het verzinnen is het leukste wat er is. Het heeft ook een andere kant, want je moet je helemaal openstellen en daarmee maak je jezelf kwetsbaar. Maar dat vind ik juist wel mooi. Ik voel me dan echt verbonden met mezelf en met het leven. Het kan helend werken. Als ik schrijf, hier achter het huis in het tuinhuisje, wil ik ook echt niet gestoord worden. Ik zit zelfs met oordoppen in. Dat doe ik mijn hele schrijfcarrière al. Dan ben ik helemaal afgesloten en kan ik naar binnen toe.”
Kun je daar weer makkelijk uitstappen?
“Vroeger niet, maar nu kan het makkelijker loslaten. Hier is het werk en daar is de rest. Het is wel iets wat ik heb moeten leren. Als ik vroeger moest ophouden, terwijl ik nog niet uit een bepaalde scene was gekomen, dan wilde ik niet van mijn schrijftafel weg voordat ik wist hoe het verder moest. Maar dat gaat natuurlijk niet als je een gezin hebt. ’s Avonds zat ik dan bij de televisie stiekem verder te schrijven. Dan zei Elles: ‘Je zit gewoon te schrijven he?’ Of ’s nachts. Dan bleef ik de hele nacht op tot ik eruit was. Ik kon niet eerder rusten totdat ik wist hoe het verder moest. Dat is namelijk heel eng. Dan durfde ik mijn werkkamer niet eens meer in. Stel je voor dat het niet zou lukken… Dat schrijf ik ook in het boek en ik hoop daarmee dat het mensen geruststelt. Iedere schrijver heeft met die angst te maken. Je creëert iets uit het niets. ‘Als het maar weer lukt.’”
Je schrijft heel lovend over het schrijven. Het verveelt nooit. ‘Er is niets in mijn leven waar ik zo blij van wordt als van schrijven. Het geeft me zoveel energie. Het sleept me door alle moeilijke dingen in mijn leven heen.’ Dit geldt niet voor iedere schrijver. Peter Buwalda lag te huilen op de bank op een zeker moment…
“Het is ook niet altijd makkelijk. Dat ken ik ook wel. Inmiddels schrijf ik zo lang dat ik het vertrouwen wel heb dat, wanneer het even niet lukt, het wel weer terugkomt. Maar vroeger had ik dat vertrouwen ook nog niet. Sommige schrijvers krijgen dat vertrouwen overigens nooit. Reve stak altijd een kaarsje op…”
Hoeveel versies heb je nodig om tot het boek te komen dat je voor ogen hebt?
“Dat verschilt heel erg. Sommige boeken schrijven zichzelf. Maar voor bijvoorbeeld het tweede deel van Juf Braaksel ben ik verschillende keren opnieuw begonnen.”
Dat opnieuw beginnen, lijkt me heel moeilijk.
“Dat is ook moeilijk. Ik had altijd de neiging om alles wat ik schreef, goed te vinden. Anders had ik niks. Het was eigenlijk angst. Elles leest altijd mee en kan heel streng zijn. ‘Nee, dit is niks.’ Maar dat is wel heel goed. Zo iemand heb je nodig. Iemand die objectief en zonder emotie naar jouw tekst kan kijken. Vaak wíl je het zelf niet zien, maar weet je diep vanbinnen wel dat het nog niet goed is. Dat voel je. Het is net als verliefd worden. Je wilt het zo graag. Verliefd op het verliefd zijn, terwijl je voelt dat het eigenlijk niet de ware is.”