In haar nieuwste roman Het rimpeleffect behandelt Claudia Schoemacher niet lichtzinnige onderwerpen zoals depressies en zelfmoord. Tijdens de boekpresentatie interviewt Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online magazine Lees Magazine van bol.com, haar over haar bewogen leven, spijt en het doorbreken van taboes.
Je hebt een prachtig, rauw, open, eerlijk boek geschreven, maar toch ook weer heel knap, luchtig, dankzij jouw zachte schrijfstijl. Eerder schreef je al een erotische roman, Kamer 303, en Kind van de onderwereld, 100% biografisch. Hoe persoonlijk is Het rimpeleffect?
Het rimpeleffect is 99% autobiografisch.
Waar ligt jouw grens tussen werkelijkheid en fictie?
Ik ben eigenlijk grenzeloos, dat wordt me soms wel verweten. Maar dat komt omdat ik eigenlijk geen taboes ken, omdat ik vind dat taboes slecht zijn, want taboes houden hele kwalijke dingen in stand. Dus het liefst zou ik eigenlijk alles 100% opschrijven zoals het is, maar daar was mijn uitgever niet blij mee, want die zei gekscherend: “Er is geen budget voor juridische problematiek.” Claudia knipogend; dus vandaar, dat is de grens.
Zijn er dingen waar jij absoluut niet over zou schrijven?
Nee, want eigenlijk alle dingen die mensen normaal gesproken heel gênant vinden, zoals detentie, incest, menopauze, zijn menselijk. Sommigen zouden zeggen: “Ik schuil liever even onder de stoel”, maar ik vind eigenlijk dat niets menselijks ons vreemd is. Openheid over bepaalde beladen zaken vind ik een heel mooi iets. Ik ben veel mensen verloren doordat ze voor de trein sprongen of het gewoon niet meer zagen zitten. Ik verdenk ze er soms van dat dat mede komt doordat er een taboe ligt op mentale ziektes. Er zijn heel veel pareltjes verloren in de samenleving. Coco de Meyere, Antonie Kamerling, Joost Zwagerman, Ariane Meijer, mij persoonlijk heel dierbaar. Ik trek me dat heel erg aan. Ik ken deze mensen ook en ik vind dat heel, heel, heel erg. Ik vind dat zodra iemand depressief is, we een menselijke ketting moeten vormen en zorgen dat we deze pareltjes in de samenleving behouden. Dat we ze helpen, dat we hen het gevoel geven dat ze er mogen zijn, met depressie en al. Het is juist hun schaamte , en de angst dat ze door de maatschappij voor ‘gek worden versleten’ dat ze kiezen voor een isolement, in plaats van hulp te vragen.