In juni werd Spoorloos-presentator Derk Bolt ontvoerd in Colombia. Veilig en wel weer thuis heeft hij een boek geschreven over zijn belevenissen, Ontvoerd, het complete verhaal. Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online Lees Magazine van bol.com interviewt hem op de Margriet Winterfair over de ontvoering, zijn helse tocht door de jungle en zijn vriendschap met cameraman en medegijzelaar Eugenio.
Je werkt al 25 jaar voor Spoorloos. Je ging naar Colombia, een relatief veilig land.
Het is steeds veiliger geworden. Het grootste gedeelte was 25 jaar geleden onveilig en nu is het overal veilig, op een paar randjes na. Dat ene randje waar we terechtkwamen was blijkbaar niet veilig genoeg. We vragen altijd na bij de lokale bevolking, de politie en het leger of de route die we willen rijden veilig genoeg is om te doen en iedereen zei dat het kon. Blijkbaar zijn de Colombianen optimistische mensen. Uiteindelijk kwamen we toch zo erg in de rimboe terecht dat we zelf het gevoel hadden dat er iets mis was. De plaats van bestemming zou volgens Google Maps 4 uur rijden zijn, maar na 8 uur rijden moesten we nog 4 uur rijden volgens de lokale bevolking. Dat geeft al aan dat er iets niet helemaal goed is. We gingen hem toch wel een beetje knijpen, maar we hebben hem te laat geknepen.
Waarom luisterde je niet naar je intuïtie?
Uiteindelijk denk je: we willen toch graag die man spreken, we willen er naartoe, het is een mooie route. De omgeving is mooi, het is altijd leuk om naar kleine dorpjes te gaan, dat geeft een bepaalde couleur locale in de reportage. Na een tijdje kwamen we in aanraking met niet zo vriendelijke jongeman die ons aanhield en de camera wilde hebben. Toen we dat weigerden, trok hij zijn pistool en hield ons onder schot. Uiteindelijk begon zo de hele affaire van de ontvoering. Hij dacht zeker te weten dat wij agenten waren van de CIA en aan het infiltreren waren in hun cocaïnebied, want dat wordt daar veel verbouwd, om dat door te geven aan de overheid. Dat was natuurlijk helemaal niet zo.
Wat voelde je toen?
In eerste instantie is het ongeloof. Je denkt dat het allemaal opgelost wordt, want er komt zo iemand met verstand. Die leg je uit wat er aan de hand is en die zegt dan dat we door mogen rijden. We worden wel vaker aangehouden of gearresteerd omdat mensen niet begrijpen wat je aan het doen bent. En als je ze dan hebt overtuigd van het nut en de vriendelijkheid van de opdracht waarmee je bezig bent, smelten de boevenharten en gaat iedereen een beetje lachen en dan is het allemaal prima. Maar in dit geval gebeurde dat niet. Het ging van kwaad tot erger eigenlijk. En niemand kon iets voor ons doen.