Ellen Dikker Margriet Winterfair
Interview

Ellen Dikker: “Het was wel even wennen toen mijn zoon topsporter werd”

De zoon van cabaratière Ellen Dikker is een voetbaltalent en zit op de jeugdopleiding van Ajax. In De kleine Messi heeft Ellen haar wekelijkse columns over het voetballeven van haar zoon gebundeld. Janneke Siebelink, hoofdredacteur van het online Lees Magazine van bol.com, interviewt Ellen op de Margriet Winterfair over de invloed van voetbal op haar zoon, het gezinsleven en wat er allemaal bij komt kijken als je een topsporter in huis hebt.

Ellen, je hebt De kleine Messi geschreven en je vond in je drukke schema nog tijd om hier naartoe te komen.
Ja, maar het is wel zo dat ik hierna naar De Toekomst in Amsterdam rijd, want hij heeft een wedstrijd en ik vind het wel leuk om even te gaan kijken. Hij is nu 12 en net begonnen op de middelbare school, hij zit in de brugklas. Dat is zeker wennen. Ajax is ook een soort opleiding, dus hij doet eigenlijk twee scholen.

Hoe is dat voor jou als moeder?
Inmiddels ben ik helemaal gewend aan zijn drukke schema. Ik heb me wel vaak afgevraagd: is dit wel fijn voor zo’n jong kind, want hij zit daar al 4 jaar. Dus is dat een ideale jeugd? Maar als zo’n kind dat heel graag wil, dan denk ik dat je het toch maar moet doen.

De Kleine Messi

Is dat genetisch, was jij ook zo enorm gedreven als kind?
Nee, helemaal niet. Ik ben helemaal geen sporttype. Zijn vader, mijn man, wel een beetje, maar ook niet op deze manier. Ik heb geen idee waar het vandaan komt. Het was wel al duidelijk dat hij al heel jong het heel leuk vond. Vanaf z’n 4e ging hij al met die bal heen en weer en was hij altijd thuis met een paar sokken of een ballon of wat er maar voor handen was aan het voetballen.

Kun je ons meenemen in hoe dat dan gaat? Hij voetbalde steeds beter en op een gegeven moment kwam er een brief.
Ja, hij voetbalde al heel jong, hij kon nog niet eens bij een club, dus we gingen gewoon met een stel vriendjes naar het park. Op een gegeven moment is hij bij een amateurclub begonnen en daar is hij al heel jong gescout, toen hij 6 was. Toen mocht hij een paar stages lopen en werd hij weer bedankt. Na 2 jaar op zijn amateurclub is hij opnieuw gescout en aangenomen.

En toen veranderde jullie wereld totaal.
Ja, hij voetbalde al veel op de amateurclub. We leven in een prestatiemaatschappij, dus wat je ook doet, er wordt veel van die kinderen gevraagd. Op de amateurclub spelen ze 2 of 3 keer per week, dus in die zin waren we er al een beetje aan gewend. Maar het werd eigenlijk steeds gekker, want hij moest 4 keer trainen en een wedstrijd, dus bijna iedere dag waren we wel op die club te vinden. In de onderbouw moet je er ook nog zelf naartoe rijden, halen en brengen. Dus we moesten een heel schema maken. Mijn broer bood gelukkig aan om ook eens per week te rijden. We gingen om de paar maanden zitten om een schema te maken.

Krijg je begeleiding mee vanuit de club? Nu gaat het nog goed, maar het kan gebeuren dat hij volgend jaar niet meer terug mag komen.
Er vindt 2 keer per jaar een oudergesprek plaats met het kind erbij en dan krijg je een beoordeling, met kerst en in april. Je voelt het wel een beetje aankomen als het niet lekker gaat. Ze geven een stoplicht, rood, oranje en groen. Als je rood krijgt met kerst, ben je wel een beetje op je hoede. We hebben zeker gedacht dat hij weg moest. Hij had vorig jaar met kerst geen rood, maar wel oranje. Het ging niet zo lekker. Dus ik dacht: dit was het dan. Daar hadden we het veel met hem over gehad. Hij zou dat heel jammer vinden, maar hij dacht: dan ga ik lekker naar mijn vrienden op de amateurclub. Dus hij is daar best wel nuchter in.

Jij stond rondedansjes te doen in de kamer toen die brief kwam. Jij vond het nog leuker dan je zoon, misschien.
Hij was ook erg blij. Het is heel gek. Ik heb zelf niet zoveel met sport en dan heb je ineens een kind dat iets heel goed kan. Daar moet iets van mijn genen bij zitten, dus dat is een heel gekke gewaarwording. We hebben een keer een workshop gehad op de club, een kookworkshop. Want we moeten goed opletten wat de kinderen eten. Er wordt van je verwacht dat je dat een beetje in de gaten houdt. Maar we hebben ook een keer een workshop gehad over de psychologische begeleiding van je kind. Je hebt een topsporter, hoe ga je daarmee om?

"Ik heb zelf niet zoveel met sport en dan heb je ineens een kind dat iets heel goed kan."

Je staat met een solovoorstelling in het theater. Wat kunnen mensen verwachten als ze naar jouw voorstelling gaan?
Het is een cabaretvoorstelling, ik speel in mijn eentje. Ik vertel aan de hand van het verhaal van De kleine Messi over de prestatiemaatschappij. Wanneer ben je succesvol, wat moet je daarvoor doen? Ben je succesvol als je heel veel Facebookvrienden hebt, of een grote auto of een mooi huis? Of als je kinderen het goed doen? Dan heb ik het dus over mijn zoon, die al helemaal heeft bereikt wat hij wilde, en ikzelf, dat ik voor mijn gevoel nog altijd een beetje aan het ploeteren ben. Dus het gaat over dat verschil.

Is het boek echt voor voetbalmoeders?
Ik denk dat iedereen die een kind of kleinkind op voetbal heeft het heel erg leuk zal vinden. Iedereen die van Ajax houdt ook. Maar ook als je een kind hebt dat ergens anders heel druk mee bezig is. Of het nu viool spelen is of paardrijden of wat dan ook. Het gaat heel erg over wat het met ons gezin doet en hoe je in de ban raakt van zo’n hobby.

Wat heb je over jezelf geleerd tijdens dit hele proces?
Dat ik moet loslaten. Zo’n kind is zo klein en je wilt alleen maar het goede voor hem. Normaal bij een amateurclub mag je gewoon praten met de trainer en voel je je heel erg betrokken. Als er iets is dat je niet zint, ga je een keer praten of bellen. En hier ben ik veel meer op afstand. Ik vond het heel moeilijk om daar maar op te vertrouwen. Je hebt ook best veel tegenslagen en die kinderen zijn maar een jaar of 10, dus wat dat doet met een kind. Knakt hem dat niet? Is hij niet de rest van zijn leven beschadigd omdat zijn droom niet is uitgekomen? Ik vond het heel erg moeilijk om dat gewoon maar te laten gaan.

Houden ze op zijn middelbare school rekening met zijn schema?
Dat is wel heel erg puzzelen, ook voor de school. Wat vinden ze goed en wat niet? Hij wordt elke dag een uur eerder door Ajax opgehaald met een busje. Ze halen al die kinderen uit heel Nederland op die dan gaan voetballen bij Ajax. Dus hij mist iedere dag een uur, en soms met een toets is hij op toernooi. Dus daar moeten ze heel erg zoeken. En hij moet ook zelf heel erg plannen, wat niet zijn sterkste kant is. En hij moet ook gewoon met alles mee kunnen doen op school.

Hoe is dat voor zijn broertje, hoe ervaart hij het?
Hij heeft helemaal niks met voetbal, hij vindt het vreselijk. Hij zegt ook dat hij voor Feyenoord is om zijn broer te pesten. Voor zijn broertje is het zielig, want die moet steeds maar mee. Inmiddels is er een hele roedel van broertjes en zusjes die met elkaar het ook heel leuk hebben. Maar als het even kan, nemen we hem niet meer mee, want hij vindt het echt niet leuk. Ik heb hem ook weleens omgekocht met een gevulde koek. Zo van: “Schat, we gaan eerst naar de kantine en dan krijg jij een gevulde koek.” Maar je wilt niet op je geweten hebben dat hij later zegt: “Ik moest altijd mee naar de club.”

Jullie zijn daardoor ook van auto veranderd, toch?
Dat is groter gemaakt dan het is. Ik reed een Opel, en mijn zoon vroeg: “Mogen we alsjeblieft een andere auto?”, omdat Opel de sponsor van Feyenoord is. Hij vond het heel erg. Ik hechtte helemaal niet aan de Opel, dus ik vond het niet zo erg, en we hebben nu een hele fijne andere auto.

"Het gekke is dat ze zelf niet zo door hebben dat ze een groot publiek hebben, want ze zijn gewoon aan het voetballen."

Je schreef ook een boeiend stukje over voetbalkapsels. Kun je daar wat over vertellen?
Die jongens gaan dus al op jonge leeftijd een paar keer per jaar op internationaal toernooi. Dan vliegen ze naar Italië, Spanje of Portugal. Als je wilt, mag je zelf een reis boeken om erachteraan te vliegen, en dat doen alle ouders dus ook. Dan gaan ze daar voetballen tegen allerlei topclubs uit heel Europa, zoals FC Barcelona, Bayern München en noem maar op. En vlak voor zo’n toernooi gaan de meeste jongens dan naar de kapper, want ze willen toch een beetje leuk voor de dag komen. Er zitten ook heel veel mensen op zo’n tribune, dus het is echt een beetje optreden. Dan hebben ze ook allemaal van die streepjes hier en daar. Van die echte voetbalkapsels.

Hoe zorg je ervoor dat zo’n jongen toch een beetje met beide benen op de grond blijft staan?
Het gekke is dat ze zelf niet zo door hebben dat ze een groot publiek hebben, want ze zijn gewoon aan het voetballen. Hij merkt natuurlijk aan jongens uit de klas of aan zijn neefjes dat het bijzonder is, maar hij is gewoon heel toegewijd, heel veel uren op de club aan het voetballen. Een enkeling heeft het misschien hoog in zijn bol, maar de meesten zijn gewoon hard aan het werk.

Heeft hij een plan B?
Dat was heel lang zoeken. Hij tekent heel graag. Dan tekent hij wel altijd voetbaltenues of kicks. Maar dan met eigen ontwerpen. Dus we dachten aan ontwerper. Maar toen was er bij hem een militair op school geweest om daar iets over te vertellen. Dat vond hij ook wel leuk als plan B. Eigenlijk is het niet zo gek. Bij Ajax gaat het heel erg over discipline en bij het leger is het ook een sportief vak, dus het heeft best wel connectie met elkaar.

Vindt hij alleen het spel leuk of kijkt hij ook uit naar handtekeningen uitdelen en de roem die er bij komt kijken?
Vanaf jongs af aan vindt hij die voetbaltenues al leuk, net zoals heel veel jongetjes die voor hun verjaardag willen. Dat is een soort aantrekkingskracht. Maar een vriendje van hem was dol op dino’s en wist daar weer alles van. En een ander jongetje was dol op Star Wars. Op een gegeven moment ontwikkelen ze zo’n passie. Ik denk eigenlijk niet dat hij van jongs af aan dacht: daar ligt een zak geld in de verte. Ik geloof niet dat dat hem al triggerde.

Waarom heb je je boek De kleine Messi genoemd in plaats van bijvoorbeeld De kleine Cruijff, omdat hij bij Ajax speelt?
Hij is heel erg klein, hij is net zoals Messi, een totaal onderdeurtje. Als hij in de straat kwam voetballen, noemden andere kinderen hem altijd de kleine Messi. Ik heb hem zelf nooit zo genoemd, maar het is meer dat hij door anderen die naam heeft gekregen, omdat hij zo klein is en zo snel met de bal is.