Janschotkind
Interview

Janneke Schotveld: "Ik vind het een grote eer om het Kinderboekenweekgeschenk te mogen schrijven."

Van 4 tot en met 15 oktober is het weer Kinderboekenweek. Het thema dit jaar is ‘Gruwelijk eng’. Janneke Schotveld, schrijfster van onder andere de populaire Superjuffie-serie, is dit jaar aan de beurt om het Kinderboekenweekgeschenk te schrijven. Janneke Siebelink, hoofdredacteur van online magazine lees.bol.com, vraagt haar waar ze zelf van griezelt, hoe ze op het idee kwam voor het Kinderboekenweekgeschenk en wat voor boeken ze vroeger zelf las.

Janneke, we zijn hier in jouw werkruimte, waar je ook het Kinderboekenweekgeschenk Kattensoep hebt geschreven. Is dit de ultieme beloning na alle bekroningen die je al hebt gehad op je werk?
Het is een ultieme, grote eer, zeker.

Weet je nog waar je was toen je werd gevraagd?
Ja. Mijn uitgever vroeg me of ik naar de uitgeverij wilde komen met een smoes die niet zo heel goed was, maar die ik niet doorzag. Ik werd ineens chagrijnig, ik dacht: waarom moet ik daarvoor komen? Dus ik had al twee keer gezegd: “ik kom niet, mail me maar.” Maar ze bleef aandringen en ze hebben het uiteindelijk twee weken later dan ze het wilden vragen gevraagd. Dat was op de uitgeverij, waar ik dus heen ging voor iets waar we normaal gewoon over mailen.

Het thema van de Kinderboekenweek is Gruwelijk eng. Wilde je iets met dat thema doen?
Nee, ik weet niet meer zo goed wat ik allemaal heb uitgekraamd, maar een van de dingen was: “ik heb niks met dat thema.” Maar dat gaf niet.

Je bent niet verplicht iets met het thema te doen, maar je bent wel verplicht je aan de 96 pagina’s en 22.000 woorden te houden. Was dat moeilijk?
Dat valt wel mee. Meestal heb ik iets meer woorden nodig, maar ik vond dat niet een heel groot probleem.

Heb je overwogen om Superjuffie te gebruiken?
Nee, geen seconde. Ik vind dit zo’n grote eer en er zijn al best veel Superjuffies. Ik dacht: dit word je maar 1 keer gevraagd in je leven, dan moet ik iets doen dat speciaal hiervoor is.

"Het idee voor Kattensoep had ik al. De rest heb ik erbij verzonnen."

Het heet Kattensoep. Kun je kort vertellen waar het over gaat?
Het gaat over een jongetje, Boeli, die vaak bij zijn opa logeert met zijn kat. Hij gaat nu weer naar zijn opa, maar daar is iets aan de hand. Er verdwijnen katten in de buurt.

Een van de katten heet Obama.
Ja, dat is Boeli’s kat. Ik heb het toevalligerwijs geschreven rond de verkiezingstijd in Amerika. Ik was er heel erg mee bezig en ik vond het heel erg. Onvoorstelbaar wat daar gebeurde. Ik vond het zo erg dat Obama wegging, en ik moest een naam verzinnen voor die kat. Het is gewoon een klein eerbetoon aan Obama.

Hoe kwam je op het idee voor dit verhaal?
Ik heb een heleboel schriften vol met allerlei losse ideetjes, dus geen hele plotten. Het idee voor Kattensoep had ik al. De rest heb ik erbij verzonnen.

Het thema is griezelen. Waar griezel je zelf van?
Ik ben best een watje, ik kan geen griezelfilms kijken. Ik griezel ook van teken en maden. Sprinkhanen vind ik niet eng, maar ik zou ze niet willen eten. Maar maden vind ik echt heel vies.

Houdt het schrijven van kinderboeken jou jong?
Ik denk dat het andersom is, eigenlijk. Dat als je jong van geest bent, je kinderboeken kunt schrijven.

Wat las je vroeger zelf graag?
Ik las eigenlijk alles, maar wat is blijven hangen, zijn de klassiekers. Annie M.G. Schmidt, Roald Dahl, Paul Biegel, dat soort boeken. Ik heb nog een heel exemplaar van Pluk stukgelezen, van toen ik mijn naam nog niet goed kon schrijven.

"Heel vroeger wilde ik een tijdje dierenarts worden, en kunstenaar. In ieder geval niet schrijfster."

Is er een equivalent van Superjuffie uit jouw jeugd?
Misschien dat ze qua type wel een heel klein beetje op Minoes lijkt, dat is ook een beetje zo’n dametje, maar nee, eigenlijk niet.

In Kattensoep wil Boeli mens worden, een mens dat afstamt van de heksen. Wat wilde jij vroeger worden?
Heel vroeger wilde ik een tijdje dierenarts worden, en kunstenaar. In ieder geval niet schrijfster.

Wat was wel het moment dat je schrijfster wilde worden?
Dat is eigenlijk heel geleidelijk gegaan. Ik schrijf wel altijd. Als ik nu terugkijk, denk ik: het was eigenlijk hartstikke logisch. Maar ik zag het niet zozeer als beroep en ik heb ook heel lang gedacht dat ik vooral een lezer was en niet een schrijver. Ik heb een verhaal geschreven over het moment waarop ik als juf een inspecteur in de klas kreeg. Dat was voor het eerst dat ik iets goed heb afgemaakt en dacht: hier kan ik wat mee. Dat was mijn eerste boek, Villa Fien.

Je hebt al verschillende hoofdpersonen tot leven gebracht: Superjuffie, Kaatje, Robbie, Kokkie, Butler, de Inspecteur. Met welke van die hoofdpersonen zou je wel een ontbijtje willen eten?
Superjuffie natuurlijk omdat ze met dieren praat, maar ik vind Kokkie ook wel heel leuk. Of Butler.

Annet Schaap heeft de illustraties gemaakt voor het Kinderboekenweekgeschenk. Hoe ging die samenwerking?
Meestal schrijf ik eerst het hele boek en dan leest ze en gaat ze aan de slag. Bij Kattensoep hebben we iets meer samengewerkt en heb ik haar al eerder mee laten lezen en hebben we ook samen dingen bedacht. Ik wilde bijvoorbeeld graag Vermist-posters, dus we hebben samen zitten bedenken hoe we dat konden doen.

Jansan

Annet Schaap en Janneke Schotveld

"Ik denk dat het nu lastiger is om boeken te schrijven dan in de tijd van Annie M.G. Schmidt. Er is een groter aanbod, er zijn zo verschrikkelijk veel boeken. Maar ik denk niet dat er meer gelezen wordt dan vroeger."

Heb je naar aanleiding van jullie samenwerking je verhaal weleens aangepast aan haar?
Nee, eigenlijk niet. Ik schrijf vrij gedetailleerd, dus ze kan niet heel veel kanten op. Als ik schrijf: “juf Josje is een klein jufje met een lange, blonde staart”, dan wordt het een klein jufje met een lange, blonde staart. Maar Botje, dat is een robotje, is wel een paar keer heen en weer geweest, dat ze zei: “bedoel je dit?” Net zolang totdat ik zei: “ja, zo ziet ze eruit.”

Welke ingrediënten moet een goed kinderboek hebben?
Ik kan alleen zeggen wat ik zelf doe, maar dat is waar ik goed in ben. Dat is dat het vrij voorstelbaar en echt is, met iets wat niet kan, dus een vliegende juf of een robotje. Een vleugje magie in een reële setting. Dat vind ik leuk om te doen. Maar er zijn natuurlijk ook boeken die helemaal sprookjes zijn of juist heel reëel en dat zijn ook prachtige boeken.

Schrijf je de boeken die je zelf graag als kind had willen lezen?
Ik denk het wel, dat ik dit als kind graag had gelezen.

Je hebt zelf kinderen, lezen zij jouw boeken?
Ze zijn ze eigenlijk ontgroeid. De eerste paar boeken hebben ze wel gelezen. Mijn dochter van 16 wordt nu wel steeds kritischer, maar dat komt omdat zij heel veel leest, en geen kinderboeken meer.

Wie hoop je dat volgend jaar het Kinderboekenweekgeschenk gaat schrijven?
Ik vind dat je er sowieso geen peil op kunt trekken wie er aan de beurt is. Ik had zelf totaal ook niet gedacht dat ik het zou zijn. Anna Woltz gaat het natuurlijk een keer doen. En ik hoop dat Floortje Zwigtman ooit een keer het Kinderboekenweekgeschenk gaat schrijven. Ik kan er wel 20 opnoemen. Eigenlijk moet ik dat niet doen, want dan gaan mijn schrijversvrienden roepen: waarom heb je mij niet genoemd?

Hoe was je vroeger als kind, had je een levendige fantasie?
Ja, ik had een levendige fantasie. Ik had ook jarenlang een fantasievriendinnetje en ik las heel veel.

Was verhalen vertellen bij jullie belangrijk vroeger?
Lezen was heel belangrijk. Ik ben opgegroeid tussen de boeken. Mijn ouders deden niet iets met boeken, maar we hadden wel veel boeken en ik weet ook nog dat we altijd bij iedere belangrijke gelegenheid, zoals een verjaardag of zomervakantie, een boek kregen. Dat vond ik heel erg leuk.

"Bij Superjuffie krijg ik ook mailtjes van jongens. Ik weet niet precies waar het hem in zit, maar ik vind het wel heel leuk."

Is het lastiger om nu kinderboekenschrijfster te zijn dan in de tijd van Annie M.G. Schmidt?
Ik denk het wel. Er is een groter aanbod, er zijn zo verschrikkelijk veel boeken. Maar ik denk niet dat er meer gelezen wordt dan vroeger.

Is social media een voordeel of een nadeel?
Mij leidt het heel erg af, maar dat komt omdat ik dan 3 uur ga zitten Facebooken in plaats van schrijven. Sommige schrijvers zijn er heel goed in, die maken filmpjes en dat soort dingen, dan kun je dat inzetten. Ik doe dat dus zelf niet. Ik zit liever gewoon ergens waar niemand mij verder lastigvalt.

Hoe zie jij de Kinderboekenweek tegemoet?
Ik ga best wel veel naar scholen. Ik geef workshops en ik werk als schoolschrijver, ook samen met Annet. Dat is leuker dan in mijn eentje. Dat kan ik goed en vind ik leuk. En dat ga ik natuurlijk in de Kinderboekenweek ook vooral doen. Dat mensen hier steeds komen met camera’s, is hopelijk alleen dit jaar. Laat mij maar lekker mijn ding doen. Sommige schrijvers doen het heel makkelijk, maar die hebben het zichzelf denk ik gewoon aangeleerd om met de tijd mee te gaan.

Heb je bepaalde rituelen voor het schrijven?
Ja. Ik heb altijd schriften van een bepaald formaat met ringetjes en zonder gaatjes. Dat is soms nog best zoeken, dus als ik ze vind, koop ik er gelijk 10. Daarin schrijf ik het eerste stuk. En als ik dan op gang ben, ga ik verder op de laptop. Verder heb ik koffie en tandenstokers nodig.

Schrijf je elke dag?
Ja, ik schrijf ’s ochtends het beste, dus ik ga zeker iedere ochtend zitten en dan pak ik mijn koffie en ga ik aan de slag.

Zou je ook eens wat voor volwassenen willen schrijven?
Nee, ik denk het niet. Ik heb niet de ambitie om romans te schrijven.

Jouw boeken worden door jongens en meisjes leuk gevonden. Heb je dat bewust van tevoren uitgedacht?
Nee, dat is een leuke bijkomstigheid. Ik hoor het zeker bij Superjuffie. Ik krijg ook mailtjes van jongens. Ik weet niet precies waar het hem in zit, maar ik vind het wel heel leuk.