Jules Evans schreef eerder al een boek over Griekse filosofie, maar gaat met De kunst van controleverlies de spirituele kant op. In zijn zoektocht naar extase en spirituele ervaringen probeert hij van alles uit, van meditatieretraites tot drugs en het bijwonen van kerkdiensten. Silvie van der Zee sprak hem voor online magazine Lees Magazine over wat extase is, de kalmerende werking van de natuur en zijn eigen bijna-doodervaring.
De kunst van controleverlies is je tweede boek. Hoe verhouden je eerste en tweede boek zich tot elkaar?
Ze gaan allebei over manieren waarop mensen kunnen worden geheeld en weer los kunnen komen wanneer ze vastzitten in negatieve gedachten of gewoonten die niet goed voor ze zijn. Het eerste boek gaat over 1 aanpak: logica gebruiken. Stel dat je een negatieve gedachte hebt die je tegenhoudt. In het eerste boek gebruik ik logica om die gedachte te onderzoeken. Je zegt: is het waar, is het verstandig, kan ik deze gedachte veranderen? Het tweede boek gaat uit van hetzelfde idee dat je kunt vastzitten in negatieve gedachten, maar hier kijk ik naar hoe mensen zich kunnen bevrijden van dat negatieve zelfbeeld met verschillende technieken, behalve logica. Ik bedoel met overgave en verschillende stadia van bewustzijn door middel van spirituele ervaringen en openbaringen zoals muziek, dans, natuur en kunst. De boeken vullen elkaar dus aan. Het zijn twee routes naar hetzelfde doel.
Je hebt het boek ingedeeld als een festival.
Ik gebruik graag een visueel beeld om de ideeën in het boek met elkaar te verbinden. In mijn eerste boek heb ik De school van Athene gebruikt, een schilderij van Rafaël, met Griekse filosofen die op de treden zitten. Je gaat als het ware een dag naar school en wordt onderwezen door de verschillende filosofen. Dit boek stelde ik me voor als een festival, waarbij je naar verschillende tenten en zones gaat. Bij sommige tenten denk je: het is een beetje raar, maar ik probeer het toch, en in andere tenten voel je je meer thuis.