Tooske Ragas over Appeltje, Eitje: ‘’Er is niks fancy aan mijn kookkunsten, als ik het kan, kan jij het zeker!’’

Televisieprogramma’s presenteren, acteren, kunnen zingen én dansen. Ze doet ’t allemaal. Maar dan zijn we er nog niet. Vorige maand bracht Tooske Ragas ook nog eens haar eerste kookboek Appeltje, Eitje uit. Een prachtig vormgegeven kookboek vol recepten die in een handomdraai te bereiden zijn. Reden genoeg om haar hierover een paar vragen te stellen!

Een kookboek uitbrengen, heb je daar ooit over durven dromen?
‘’Nee, ik ben wel een keer benaderd door een uitgeverij, inmiddels alweer een paar jaar geleden en dacht toen eigenlijk ‘ja jongens, ik kook wel maar dat maakt me geen kok’. Toen kwam ik een tijdje terug op het idee om niet alleen mijn eigen recepten te gebruiken, maar ook alle succesnummers van mijn vriendinnen erbij te bundelen. Zo’n kookboek uit de praktijk durfde ik wel aan.’’

Wanneer kwam dat doorslaggevende moment dat je de knoop doorhakte en besloot ervoor te gaan?
‘’Ik denk dat iedereen dat moment wel kent van thuiskomen na een lange dag werken en nog moeten koken. Ik heb dat regelmatig, en eigenlijk val ik dan altijd terug op een of twee gerechten waarvan ik zeker weet dat ik ze makkelijk en snel kan maken, dat ze gezond zijn en dat iedereen in huis ze lekker vindt. Niet heel creatief, wel heel praktisch. Ik realiseerde me, en hier ontstond ook het ‘aha-momentje’, dat mijn vriendin driehonderd meter verderop waarschijnlijk ook stond te peinzen in de keuken en één of twee ‘dan maak ik dat wel’ recepten heeft. Die recepten zijn weer net een beetje anders dan mijn recepten en toen dacht ik ‘als ik nou eens een keer maak wat zij altijd maakt, en andersom, dan hebben we allebei iets nieuws op tafel dat makkelijk is, snel, en succes gegarandeerd’. De geboorte van ‘appeltje, eitje’!

Is koken altijd een hobby voor jou geweest of is Thuisbezorgd jouw dagelijkse aflossing?
‘’Ik ben koken pas écht leuk gaan vinden na de opnames van Van Hollandse Bodem. Hier werkte ik samen met topkok Jonathan Karpathios. Hij gaf mij het nodige duwtje waardoor ik ben gaan durven koken. Daarvoor was ik meer het type dat er vanuit ging dat, als er op de verpakking 150 gram staat, je daar geen gram vanaf mag wijken. En wanneer iets tien minuten in de oven moet, dit ook zeker niet langer kan. Na Van Hollandse Bodem ben ik veel vrijer, lekkerder en creatiever gaan koken. Ik noem mezelf nog steeds absoluut geen kok, maar ik kan wel wat lekkers maken met iets wat er nog in de ijskast of groente la ligt. Het leren durven is wat ik wil overbrengen. Probeer maar eens wat en wie weet is het ontzettend lekker! Maak je niet druk wanneer je een keer niet de juiste ingrediënten in huis hebt of de producten uit de omschrijving niet lekker vindt. Neem de gok en wie weet wil je nooit meer anders! Zo ontstaat er nieuwe inspiratie voor de doordeweekse dagen.’’

Je noemt in Appeltje, Eitje dat een goede basisvoorraad essentieel is. Doe je vaak boodschappen of is jullie huis zo’n plek waar de hele buurt kan verblijven tijdens een eventuele natuurramp?
‘’Allebei. We hebben thuis een kelder die compleet vol staat met blikjes met van alles en nog wat. Kappertjes, bonen, tomaten en tonijn zijn dingen die ik altijd wel in huis heb staan. Boodschappen doe ik nog iedere dag, maar dan vooral om verse producten te halen. Nu zit de supermarkt gelukkig om de hoek, en als ik dan echt geen zin heb of het regent, pak ik gewoon iets uit de kast.’’

Verder staat in je boek: ‘Als ik het kan, kan jij het zeker’. Wat bedoel je daarmee?
‘’Daar bedoel ik mee dat ik geen topkok ben. Ik ben gewoon een ‘huishoudkoker’. Maar 98 procent van Nederland is geen kok en kookt toch. Ik ben net zoals al die andere mensen, ik heb het mezelf een beetje aangeleerd en ben er steeds beter in geworden. Maar er is niks ‘fancy’ aan mijn gekook. Dus vandaar: als ik het kan, kan iedereen het. Ook in de vormgeving wilde ik dit laten terugkomen. Het hoeft allemaal niet strak, netjes en apart. Appeltje, Eitje staat vol recepten die voor iedereen eenvoudig te maken zijn en die je het leven een stukje makkelijker maken.’’

Naar welk recept uit het boek gaat de voorkeur van je kinderen?
‘’Bij drie van mijn kinderen staat de spinazie met gerookte vis bovenaan. De spinazie maak ik zelf klaar met zalm, makreel of wat ik op dat moment in huis heb. Dit is altijd een groot succes. Mijn oudste dochter vindt de ratatouille van Carlijn met burrata de absolute favoriet. Veel groenten gestoofd in zoete balsamicocrème, met daaroverheen een bol burrata en veel Parmezaanse kaas. Gecombineerd met brood of pasta en het geluk van mijn dochter kan niet op.’’

Hoe zijn de recepten ontstaan? Laat je je inspireren door restaurants of landen?
‘’Ik heb de afgelopen jaren een verzameling van leuke recepten gemaakt. Deze komen echt overal vandaan. Dat zijn nog recepten van mijn moeder, recepten uit tijdschriften of recepten die ik tegenkwam in restaurants. Bijvoorbeeld de combinatie van venkel en mozzarella. Die vond ik destijds zo leuk dat ik hem opschreef. En ze komen van mijn vriendinnen natuurlijk. Ik werd echt bedolven onder een invasie van recepten. In onze appgroep regent het nog steeds berichten over wie die avond wiens gerecht uitprobeert. En dat was nou net de bedoeling van het hele boek. Je hoeft het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden.’’

Is er iets dat je echt niet lekker vindt en je ook zeker niet in je boek wilde hebben?
‘’Er staat absoluut geen paddenstoel in mijn boek. Dit is echt mijn allereerste eigen project, dus toen dacht ik: dan komt er ook niks in wat ik niet lekker vind. En ik haat paddenstoelen. Ik vind het gewoon echt niet lekker. Ik vind de structuur niet lekker, de smaak niet.. Het maakt ook niet uit wat voor soort paddenstoel je me geeft, lekker is anders. Er staat een legio aan recepten in dit boek waar je ze met liefde aan kunt toevoegen als je ervan houdt, maar ik vond het heel grappig om ze uit mijn boek te laten. Zie het als mijn persoonlijke geintje.’’

Wat is voor jou een gezonde leefstijl?
‘’Normale keuzes. Een gezonde leefstijl is voor mij dat je veel buiten bent, lekker beweegt en normaal eet. Van mij hoeven het geen bietensmoothies te zijn, dan eet ik net zo lief gewoon bietjes in de avond. Of neem ik in plaats van een vitaminepil gewoon een sinaasappel. Werkt veel beter. Verder bevat iedere maaltijd veel kleur bij ons en ben ik van het ‘eerst voeden, dan vullen’. Dus eerst soep, dan pannenkoeken. Dit werkt goed. Mijn kinderen sliepen een keer bij mijn moeder en kwamen verontwaardigd thuis dat oma alleen pannenkoeken had. Ze vroegen zich af waar de soep was gebleven. Was een fijne opsteker voor mij als opvoeder.’’

Dus, kunnen we een tweede kookboek verwachten?
‘’Daar hebben we het nog helemaal niet over gehad. Ik ben heel blij dat er inmiddels al een tweede druk wordt gemaakt. Dat vind ik zo gaaf. Ik ga eerst nog even van dit moment genieten!’’