Wiskundige Marcus du Sautoy, hoogleraar aan de universiteit van Oxford, weet heel veel, maar ook heel veel niet. Hij besloot te onderzoeken of er grenzen zijn aan onze kennis of dat we ooit alles zouden kunnen weten. Het resultaat: Wat we niet kunnen weten, het nieuwste boek van du Sautoy waarin hij zijn zoektocht heeft vastgelegd. Met Janneke Siebelink, hoofdredacteur van Lees Magazine, praat hij over de oneindigheid van het universum, tijdreizen en Aristoteles.
Meer dan 2000 jaar geleden zei Aristoteles: iedereen wil van nature graag dingen weten. Maar zijn er grenzen aan wat mensen kunnen weten? Dat is de vraag die je onderzoekt in Wat we niet kunnen weten, je fascinerende boek over de grenzen van wetenschappelijke kennis. Wanneer begon je zoektocht?
Mijn zoektocht begon toen ik als mens bewustzijn kreeg, want wat je zegt over Aristoteles zit in onze genen. We hebben als soort overleefd omdat we ons universum, de omgeving waarin we leven, wilden begrijpen. Maar de zoektocht voor dit boek begon toen ik een nieuwe baan kreeg, Professor for the Public Understanding of Science aan de University of Oxford. Dat is een belangrijke titel. Mensen verwachten dat ik alles weet over wetenschap en dat ik het aan iedereen moet uitleggen. Ik realiseerde me dat geen enkele wetenschapper alles weet, en ik vroeg me af of er een punt is waarop de wetenschap alles weet. We leven in een geweldige tijd waarin de wetenschap bijzondere ontdekkingen doet. Elke keer dat je de krant leest, is er weer een nieuwe diersoort of nieuwe planeet ontdekt. Dus ik vond het interessant om het van de andere kant te benaderen: kan ik als wetenschapper te weten komen of er iets is dat we niet kunnen weten? Zijn er grenzen aan wat we kunnen weten? Daar gaat dit boek over.
Je hebt zeven grenzen onderzocht en hebt er twee meegenomen. Kun je een voorbeeld laten zien?
Ik heb ze de grenzen van de kennis genoemd en ben erachter gekomen dat er zeven gebieden in de wetenschap zijn met dingen die we misschien niet kunnen weten. Daarom dacht ik dat het de lezer en mijzelf zou helpen om iets tastbaars te hebben, iets dat ik mee kan nemen wanneer ik de grenzen opzoek. Een van die dingen is iets dat symbool staat voor het onbekende een dobbelsteen. Waarom zijn we geïnteresseerd in wat er gebeurt als een dobbelsteen wordt geworpen? Ik gooi hem nu en er komt 1 uit. Maar wist ik van tevoren dat ik 1 zou gooien? We kennen de natuurkunde, we weten wat zwaartekracht is, dus eigenlijk zou een dobbelsteen niet iets moeten zijn dat we niet weten. We weten nu dus dat er iets is dat we de chaostheorie noemen, het onderwerp van de eerste grens. Dat gaat over de beperkingen aan wat we kunnen weten over de toekomst. Neem nu zoiets simpels als het weer. We weten hoe we het moeten voorspellen, maar een kleine verandering kan ervoor zorgen dat het weer helemaal omslaat. Net als met de dobbelsteen. Als ik vanuit een net iets andere hoek gooi, dan valt hij op een 3 en niet op een 1. De dobbelsteen is een perfect voorbeeld van hoe moeilijk het is om de toekomst te kennen, ook al weten we hoe die moeten voorspellen.
Waarom heb je gekozen voor zeven grenzen?
Ik heb dat aantal niet van tevoren vastgesteld en dat is ook een beetje in de geest van het boek. Het is een ontdekkingsreis die ik samen met de lezer onderneem. Ik verwacht niet dat de lezer alles begrijpt. Ik wil ze niet pushen. We zoeken de grenzen van kennis op, dus sommige delen zijn best wel moeilijk. Maar ik vind het ook moeilijk en ik probeer ook mijn eigen uitdagingen uit te leggen. Mensen die het boek hebben gelezen, zeggen dat ze het waarderen dat ze samen met mij op onderzoek uit gaan. Soms gaan we daarbij over de rand. Dus zet jezelf schrap voor een bijzondere reis naar de grenzen van kennis.