Header met boek
Header met boek
Interview

Meg Waite Clayton schreef in De laatste trein naar vrijheid een oorlogsportret van een vrouw die het onmogelijke deed

Ze twijfelde er lang over of zij wel de juiste persoon was om dit verhaal op papier te zetten. Toch bracht de Amerikaanse auteur Meg Waite Clayton onlangs haar nieuwe boek De laatste trein naar vrijheid uit. Het verhaal van Truus Wijsmuller, de oorlogsheldin die duizenden Joodse kinderen redde.

‘’Ik ben heel blij dat ik hier ben en om het boek in de Nederlandse vertaling te zien; de taal van Truus. Dat is echt een eer’’, is het eerste wat Meg Waite Clayton zegt zodra ik haar ontmoet in een zijkamertje van het Ambassade Hotel in Amsterdam. Met een kop dampende thee en een glas water op de koffietafel tussen ons in gaat ze op de bank zitten. En ze vertelt.

‘’Mijn vijftienjarige zoon kwam thuis op een dag, en ik zag dat hem iets dwars zat. Ik had geen idee wat er aan de hand was, misschien was hij wel hopeloos verliefd op een meisje. Dus ik vroeg hem wat er aan de hand was. Na school ging hij vaak naar het kindertheater en hij vertelde dat hij met een nieuw project was gestart, over de Kindertransporten. Hij had met iemand gesproken die op negenjarige leeftijd van zijn ouders was gescheiden. En ik dacht: hoe zou het geweest zijn voor die ouders of kinderen?’’

‘’Ik heb geschiedenis gestudeerd aan de universiteit en ik heb me onder andere gespecialiseerd in de oorlogen van de 20steeeuw. Toch had ik nog nooit gehoord van de Kindertransporten, laat staan van Truus.’’ Ze raakte gefascineerd door het onderwerp en begon er research naar te doen, maar omdat ze zelf niet joods is, had ze niet het gevoel dat het aan haar was om dit verhaal op papier te zetten. Ze bleef twijfelen, tot ze Truus tegenkwam in haar research. Dat was het moment waarop ze wist: ‘’Dit is een verhaal dat ik moet schrijven.’’

Tante Truus

Het verhaal begint in Wenen, eind jaren dertig. De vijftienjarige Stephan en zijn beste vriendin hebben een tot nu toe zorgeloze jeugd. Stephan is Joods en zijn beste vriendin is de dochter van een opstandige krantenuitgever. Alles verandert als Hitler de macht grijpt. Toch is er een puntje van licht in de duisternis. De Nederlandse verzetsstrijder Truus Wijsmuller-Meijer zet alles op alles om Joodse kinderen naar veiliger gebied te smokkelen. Groot-Brittannië wil de kinderen verwelkomen en ‘tante’ Truus dwingt toestemming af van de gevreesde SS’er Adolf Eichmann om hen te helpen. Uiteindelijk neemt ze Stephan en duizenden andere kinderen mee op een levensgevaarlijke tocht naar een onzekere toekomst.

Een verhaal dat dringend verteld moest worden

In 2008 schreef Meg de eerste pagina’s voor dit verhaal. Op dat moment was Barack Obama president in de Verenigde Staten. ‘’De wereld zag er toen heel anders uit. Ik was op dat moment al heel erg geraakt door het verhaal van Truus en ik was erg geïnspireerd door haar. Ik vond een door haar geschreven boek, ongeveer een maand nadat Donald Trump was verkozen. Op dat moment sloot hij al onze grenzen en ineens was het voor mij niet meer gewoon een interessant verhaal, maar een verhaal dat dringend verteld moest worden. De wereld moet weten wat er gebeurt als je grenzen sluit en hoe je als enkeling het verschil kan maken.’’

‘’De verhalen die mensen niet willen vertellen, dat zijn de verhalen die mij het meest interesseren.’’

Meg hoopt mensen te raken met dit verhaal. ‘’Ik hoop dat je terwijl je dit boek leest, je in kan beelden dat je daar bent en bedenkt hoe het zou zijn om zoiets heldhaftigs te doen. In moeilijke tijden ontdekken we wie we echt zijn. Veel van mijn ooms hebben de oorlog meegemaakt en één van die ooms, Jim, was een echte verhalenverteller. Hij wist altijd de mooiste verhalen te vertellen, maar hij heeft nooit een woord over de oorlog gesproken. Tegen niemand.’’

Onvergetelijk

Als Meg vertelt over haar ontmoetingen met de overlevenden, is ze zichtbaar emotioneel. Duidelijk is te zien hoe zij zich in heeft kunnen leven in hun verdrietige verhalen. ‘’Mijn grootste zorg was dat ik de verhalen van de overlevenden geen recht zou kunnen doen. Ik sprak met een man die in Israël woont, Paul Alexander. Hij was zelf 18 maanden oud toen hij op een trein werd gezet in Berlijn. Hij heeft eigenlijk een soortgelijke ervaring gehad als de baby in mijn verhaal. Hij vertelde dat hij al veel had gelezen over de Kindertransporten, maar het nog nooit had gevoeld totdat hij mijn verhaal had gelezen. Ik had zijn verhaal recht gedaan.’’ Ze neemt een slok van haar water en verdringt haar tranen. ‘’Dat zal ik nooit vergeten.’’

Pics Art 09 05 02 58 44
Esmee Hendriks