Eva Posthuma de Boer lanceerde in juni 2018 haar roman ‘En het wonder ben jij’, een ontroerend relaas over de vernietigende kracht van de liefde... In dit interview legt ze Natasja Bijl het proces uit wat tot deze aangrijpende roman heeft geleid.

Interview met Eva Posthuma de Boer over 'En het wonder ben jij'
Wat heeft jou geïnspireerd om 'En het wonder ben jij' te schrijven?
Toen ik er voor mezelf uit was dat ik graag een roman wilde schrijven geïnspireerd op het leven van kunstschilder Aad Donker nam ik contact op met een filmmaker, Wim van der Aar, die al bezig was een documentaire over hem en zijn werk, en veel materiaal had. Via Wim kwam ik in gesprek met Gijs, de oudste broer van Aad. Gijs beheert het nalatenschap van Aad, schilderijen, brieven, dagboekfragmenten. Ik mocht het allemaal inzien. Er was zo veel! In gesprek met de familie heb ik wel meteen aangegeven: ik ben een romanschrijver. Ik heb het geluk gehad dat Aad uit een uitgeversfamilie stamt. Ze waren bekend met fictie. Het was dus niet van: “Hé, wat ga jij met de werkelijkheid aan de haal! In het eerste jaar heb ik vooral research gedaan en keuzes gemaakt, wat gebruik ik wel en wat gebruik ik niet? De brieven van Aad waren vooral hartenkreten, to do lijstjes en songteksten. Ook heb ik best lang naar de toon en opbouw gezocht. Daarna heb ik de waarheid bewust losgelaten omwille van de fictie en ben gaan schrijven. Soms werd ik nog wel gebeld door mijn uitgever. Dan had iemand zich gemeld, iemand die nog iets wist van het leven van Aad, van vroeger. Daar ben ik niet meer op ingegaan. Ik had vrijheid nodig. Zo creëerde ik het karakter Morrison, de kunstschilder en Tosca, de jonge studente.
Over 'En het wonder ben jij'
Over 'En het wonder ben jij'
De roman ‘En het wonder ben jij’ is gebaseerd op het leven van kunstschilder Aad Donker die in de jaren negentig bekend was als lid van de groep After Nature, waarvan hij, tezamen met zijn twee broers Gijs en Justus, vanaf 1989 deel uitmaakte tot het uiteenvallen in 1995. Eva ziet Aad als ze 17 is. Ze werkt op dat moment in een kunstenaarssociëteit waar hij op een avond tot een van de gasten behoort. Als door de bliksem getroffen slaat ze hem gade. Ze serveert hem champagne, maar is te verlegen om hem aan te spreken. Aad blijft nog lang in haar gedachte.
We spreken over de jaren ‘90. Google bestaat nog niet en Eva weet niet meer van hem dan dat zijn atelier gelegen is in een kraakpand in de Spuistraat en hun beider levens zich in Amsterdam afspelen. In elke uitgaansgelegenheid, is ze gespitst op zijn verschijning.
Dan, jaren later, hoort ze dat Aad gestorven is, zelfmoord. Ze rekent terug, ze was nog naar hem op zoek toen hij al dood was. In die wetenschap ontstaat de kiem voor dit intrigerende boek.
In het boek is de passage waarin de studente Tosca kunstschilder Morrison Lauwers voor het eerst ziet prachtig beschreven, alsof de tijd stilstaat. In hoeverre komt dit overeen met de werkelijkheid? Wat was er toen jij Aad Donker zag?
Ik werd zeker geraakt door hem, door zijn verschijning. Blond en stoer en knap. Niet dat gladde knappe, maar meer dat nonchalante. Alsof hij het zelf niet zo door had. Gespierde armen uit een mouwloos shirt, later begreep ik dat hij veel aan boksen deed. Naast stoer vond ik hem ontwapenend, een open gezicht, een pure lach wat hem ook weer heel kwetsbaar maakte. Hij keek zo enthousiast de wereld in dat ik erdoor getroffen werd. Mijn nieuwsgierigheid in hem was gewekt.
"Ik bracht mijn gezicht iets naar voren, focuste. In die ruimte, middenin de zaal, onder de matglazen koepel in het plafond, stond jij. Het leek alsof je licht gaf. Je glunderende gezicht, je blonde, warrige haar, je ogen helblauw, omlijnd door witte wimpers en wenkbrauwen, je witte hemd, mouwloos, je blote armen met zichtbare verfspatten, spieren, sproeten en het vermoeden van gouden haartjes op je huid: in een paar seconden, bij elkaar een ogenblik, dat ene ogenblik, waarin ik verstarde en mijn holle maag samentrok, nam ik het allemaal in me op en was dat wat ik als eerste dacht: dat het leek alsof je licht gaf."
Morrison heeft iets ongrijpbaars. Hoe heb je die zweem van mystiek zo goed weten te raken?
Ik denk niet dat Morrison per se ongrijpbaar was, maar het duistere meer uitging van de scene waarin hij zich bevond en waar veel geld in omging. Drugs, feestjes, kunstsubsidies, alles kon en ergens toch ook een bepaalde treurigheid. In herinnering ben ik teruggegaan naar mijn eigen leven in die jaren. Dat gevoel van eenzaam zijn, in je eentje dolen door de straten van de stad en niet weten wat je wil, heb ik zeker gebruikt. Ik moest sowieso teruggrijpen naar het Amsterdam van toen. Wat deden we? Naar welke muziek luisterden we? Wat hield ons bezig. O ja Nirvana, de dood van Kurt Cobain. In het verhaal heeft ook maar 1 persoon een mobiele telefoon, zo’n grote.
Morrison, ook wel Lok genoemd, brokkelt langzaam af als hij in New York woont. Daar slaat de onzekerheid toe, ben ik wel goed genoeg als kunstschilder? Hoe heb jij je ingeleefd in dit proces?
Ik wist natuurlijk naar welk einde ik moest toewerken, die zelfmoord. Ook is bekend dat Aad Donker in New York ging samenwonen met de dochter van een kunsthistoricus, bankier en kunstverzamelaar; een miljardair. Die feiten heb ik gebruikt, maar ik ben in de huid van mijn personage gekropen om te bedenken wat de aanloop naar de zelfdoding was. Weer wilde ik helemaal niet op zoek gaan naar de waarheid, maar zelf verzinnen wat hem overkomen was. Mee op dat avontuur. Wat heeft zich in Amerika afgespeeld? In Nederland was Lok misschien heel wat, maar daar stelt hij niks voor. Is hij slechts dat lulletje uit Leiden. De erkenning waarnaar hij zo op zoek is, krijgt hij niet. Niet van zijn aanstaande schoonvader, maar ook niet van zijn Amerikaanse vriendin Nora. Zij is verslaafd aan drugs en, ondanks al zijn pogingen haar en hun liefde te redden, allang onbereikbaar voor hem. Niet in staat hem te steunen. Uiteindelijk dwingt haar vader hem uit haar leven te laten verdwijnen. Daarnaast krijgt hij ook nog eens de schuld van haar verslaving. Morrison vecht, maar verliest grip op de liefde, op alles eigenlijk. Er is hem een groot onrecht aangedaan. Die combinatie van verdriet en woede veroorzaakte zijn immense pijn.

Hoe kwam je op het idee een tentoonstelling te openen ter ere van je roman?
In het laatste jaar van zijn leven heeft Aad meer dan 100 zelfportretten gemaakt, keer op keer met een spiegel aan zijn ezel gestaan. Fascinerend en tegelijkertijd zo tragisch dat iemand die zo vaak en zo intensief naar zichzelf heeft gekeken, uiteindelijk besluit zichzelf van het leven te beroven. Samen met Gijs heb ik die werken bekeken en geselecteerd, we hebben ook een van zijn laatste doeken uitgerold. Onaf en met bloedspetters. Dat was heftig om te zien. Sowieso was het hele proces intens, zowel voor mij als voor zijn familie. Het leek me een mooi eerbetoon om mijn boekpresentatie te midden van zijn werken te laten plaatsvinden.
Door Natasja Bijl