Met welke van de geïnterviewden voel je je het meest verwant?
Met velen, maar met dokter Adam Griesemer toch wel in het bijzonder, iets wat ik op voorhand helemaal niet had verwacht; een mannelijke dokter. Ik was een beetje bevooroordeeld, vrees ik, tot ik met hem in gesprek raakte. Hij werkt, zoals gezegd, als pediatrisch orgaantransplantatiechirurg – levens liggen letterlijk in zijn handen. Hij vertelde dat het vaak voorkwam dat hij midden in de nacht moest opstaan om een vlucht te halen om een orgaan op te halen, om snel daarna een lange en moeilijke operatie uit te voeren. Het kwam regelmatig voor dat hij dertig tot veertig uur achter elkaar op moest blijven om te zorgen dat een orgaan veilig opgehaald en afgeleverd werd en de operatie goed verliep. Dokter Griesemer gaf aan dat hoewel de meeste mensen aan dit soort werk kunnen wennen, je wel bereid moet zijn dingen op te offeren. Het is lang geleden dat hij tot laat op de avond op is gebleven om met vrienden een paar glaasjes te drinken. Doordat transplantatiechirurgen op alle uren werken, behoort een sociaal leven sowieso tot het verleden. Gelukkig werkt zijn vrouw ook in de gezondheidszorg en is vertrouwd en tevreden met deze gekozen levensstijl. Adam vertelde me echter dat ze ervoor gekozen hebben om voorlopig nog geen kinderen te krijgen. Ze willen allebei kinderen, maar zijn tegelijkertijd ontzettend bang om een kind te krijgen, omdat ze nu al aan slaapgebrek lijden en, met de manier waarop ze hun leven leiden, het gezin soms op de tweede plaats zal moeten komen. ‘Ik weet niet waar ik banger voor ben’, gaf hij toe, ‘geen kinderen hebben of kinderen hebben en er dan geen tijd voor hebben.’ Ik voel me verwant met zijn angst en tegelijkertijd leerde zijn verhaal me mijn eigen werk iets minder serieus te nemen; mijn werk gaat niet over leven en dood.