Ik hoorde een keer een vertaler praten over een boek waarvoor hij Google Maps had geraadpleegd. Toen bleek dat de auteur een fout had gemaakt bij een bepaalde routebeschrijving. Heb je weleens een auteur/boek op ‘fouten’ betrapt?
Ja hoor, dat komt wel voor. Meestal zijn het van die kleine dingetjes die een redacteur er normaliter uithaalt, zoals een personage met blauwe ogen dat vijf hoofdstukken verderop ineens een bedachtzame blik in zijn zeegroene ogen krijgt. Kan gebeuren. Een schrijver is ook maar een mens.
Kun je vertalingen van anderen lezen zonder ‘technisch’ mee te kijken naar hoe het werk is gedaan?
Nee, daar ben ik notoir slecht in. Ik lees dan ook zelden boeken in vertaling, het leidt me te veel af.
Soms wordt aan een boek door meerdere vertalers gewerkt. Heb jij ook weleens gedaan? Hoe gaat dat in zijn werk?
De paar keer dat ik zoiets heb gedaan, werd het boek gewoon verdeeld over meerdere vertalers, die elk hun stuk inleverden, waarna een redacteur de boel gladtrok. Geen echte samenwerking dus. Eigenlijk is het maar één keer zo gegaan dat ik nu en dan contact had met een medevertaler, over bepaalde termen die we gelijk wilden trekken. Ik weet dat het soms ook anders gaat, met meer contact en een gezellig etentje achteraf, maar dat heb ik zelf nog nooit zo meegemaakt.
Koester je zelf de ambitie om een boek te schrijven?
Ik kan niet zeggen dat het nooit bij me is opgekomen, want mijn werk is voor een groot deel natuurlijk een vorm van schrijven en een beetje vertaler moet in elk geval een beetje kunnen schrijven. Maar wie kan schrijven, hoeft niet per se te schrijven en moet dat ook niet per se willen. Ik deel mijn leven al bijna vijfentwintig jaar met een schrijver (de romanschrijver en columnist Erik Nieuwenhuis) en heb gemerkt dat, als puntje bij paaltje komt, de schrijver toch een andere diersoort is dan de vertaler. Een schrijver wil iets vertellen, móét iets vertellen. Ik heb dat niet zo. Eigenlijk is het dus wel goed zo. Wel de lusten van het schijven, op taalniveau, maar niet de lasten van het verzinnen en – vooral – het structureren.
Heb je weleens geweigerd een boek te vertalen omdat je het niets eens was met het gedachtegoed van de auteur?
Nee, gelukkig is me nog nooit zoiets aangeboden, maar er zijn wel dingen die ik niet zou doen.
Welk boek zou je nog graag willen vertalen?
Ik ben als vertaler een beetje in de non-fictiehoek beland, en met boeken als die van Harari is dat zeker geen straf, maar het allermooiste blijft toch fictie. Ik zou dolgraag romans willen vertalen van het soort dat ik zelf graag lees. Ik ken bijvoorbeeld iemand die Jonathan Franzen vertaalt, van wie ik een groot fan ben. Dat is toch wel het allerhoogste.
En nog een bonusvraag van een van mijn vaste recensenten die Harari heeft besproken: Ik ben vooral nieuwsgierig naar wat de vertaler weet of vermoed van de persoonlijke (‘spirituele’) reis die Harari zelf is gegaan.
Daarover weet ik alleen wat Harari er zelf over vertelt in 21 Lessen. Zijn ervaringen met Vipassana-meditatie zijn volgens zijn zeggen cruciaal geweest. Uit de kast komen als homo in een deels streng traditioneel en reactionair land als Israël zal vast ook een vormende ervaring geweest zijn, een oefening in het gaan van zijn eigen weg. Maar eigenlijk is dit gespychologiseer op afstand, en nog van de koude grond ook. Bovendien doet het er niet echt toe. Het gaat om het boek en wat de man daarmee wil zeggen, niet om de man zelf. Wat hij ons niet vertelt, is privé.