In 2012 kwam Dingen die je alleen ziet als je er de tijd voor neemt uit in Zuid-Korea en tot ieders verbazing bleef het eenenveertig weken op nummer één van de bestsellerlijst staan. In drie jaar tijd werden er meer dan drie miljoen exemplaren van verkocht. Vertalingen volgden – in het Chinees, Japans, Thai, Frans, Engels en nu in het Nederlands. De auteur, Haemin Sunim, is een boeddhistische monnik, geboren in Zuid-Korea. Voor zijn studie verhuisde hij naar Amerika en studeerde daar aan Berkeley, Harvard en Princeton. Aanvankelijk wilde hij filmmaker worden, maar dat pakte anders uit. Inmiddels doceert hij Boeddhisme aan Hampshire College, woont afwisselend in New York en Seoul en is hij uitgegroeid tot een van de meest invloedrijke boeddhistische leermeesters van dit moment.
Onlangs is uw tweede boek uitgekomen, Houden van dingen die niet perfect zijn. Waarin verschilt dit boek van het eerste?
“Het tweede gaat over liefde, compassie en vergeving. Niemand is perfect en daarom is het juist belangrijk om liefdevol en mild te zijn voor jezelf en voor anderen. Als je liever bent voor jezelf, kun je liever zijn voor de wereld en kun je je bezighouden met wat je echt gelukkig maakt. Veel mensen voelen zich inferieur en waardeloos. Ze denken dat ze dat dat gevoel kunnen compenseren door te doen wat ze denken dat anderen van ze verwachten, door te pleasen, door hard te werken. Velen denken dat het antwoord buiten hen ligt, maar het ligt in jezelf. Als je je overweldigd en druk voelt, denk er dan aan dat je niet machteloos bent. Als je geest rustig is, is de wereld dat ook. Het eerste boek gaat vooral over rust nemen, over de tijd nemen om iets werkelijk te ervaren en hoe je mindful om kunt gaan met negatieve emoties zoals jaloezie en woede.”
Herkent u dat gevoel van je klein voelen?
“Zeker. Ik was een stil, introvert kind dat erg bezig met het behagen van zijn moeder, vader en leraar. In plaats van bezig te zijn met wat ik wilde en wat ik voelde, was ik bezig met wat de buitenwereld van mij verwachtte om zodoende de bevestiging te krijgen waar ik zo naar hunkerde. Naarmate ik ouder werd, realiseerde ik me dat ik niet op die manier in het leven wil staan. Als student zei ik in werkgroepen tegen alle opdrachten ‘ja’. In de hoop dat een volgende keer iemand anders ‘ja’ zou zeggen. Maar dat gebeurde niet. Ik voelde me moe en overweldigd, tot een collega tegen me zei: “Je moet eerst goed voor jezelf zorgen, dan pas kun je goed voor je omgeving zorgen.” Zelfs al bereiken we het hoogst haalbare, dan nóg kunnen we ons ongelukkig voelen. School en werk zijn dan misschien maatstaven voor succes, maar hoe ouder je wordt, hoe minder belangrijk deze dingen worden. Als je je zakelijke doelen hebt bereikt, ga je jezelf nieuwe, hogere doelen stellen waardoor je het gevoel krijgt dat je nog steeds niet genoeg hebt. Geluk wordt dan voor altijd onbereikbaar. De echte winnaar is iemand die gelukkig is met zijn leven.”