Als kind groeide Diney Costeloe al op met boeken, want haar vader was een uitgever in Londen. Daarnaast spoorde hij haar aan om ook verhalen te gaan schrijven. Ze brak internationaal door met het boek De verloren kinderen en heeft inmiddels wereldwijd meer dan een half miljoen boeken verkocht. Waar je Costeloe nog meer van kunt kennen? Haar boeken Het meisje zonder naam, De verloren vader en haar nieuwste boek Twee moedige vrouwen.
Afgelopen najaar bracht Costeloe de Nederlandse vertaling van Twee moedige vrouwen uit; een historische roman over de Tweede Wereldoorlog. Het boek is een (los te lezen) vervolg op De verloren vader die zich afspeelde in de Eerste Wereldoorlog. Al haar boeken hebben verhaallijnen die zich in of na de oorlog afspelen. Als je haar boeken leest, merk je dat dit genre op haar lijf geschreven is: ze leeft zich in, doet onderzoek en is benieuwd naar hoe haar personages leven in zulke situaties. Wij zijn hartstikke benieuwd naar hoe Costeloe te werk gaat en op al deze bijzondere verhalen komt.
Je groeide op met een vader die uitgever was. Is dat de reden waarom je ook boeken bent gaan schrijven?
“Mijn vader moedigde mij altijd aan om te schrijven en dankzij hem heb ik mijn hele leven verhalen geschreven. Ik was vijf jaar oud toen ik een verhaal schreef met de titel Tom’s Party. Het was handgeschreven met potlood op gelinieerd papier. Mijn vader nam het, zonder dat ik het wist, mee naar kantoor. De volgende keer dat ik het zag was het gebonden in een kartonnen omslag en een getypt etiket op de voorkant. Daar stond op: ‘Tom’s Party’ geschreven door Diney. Gepubliceerd door papa.”
Welke schrijvers zijn een voorbeeld voor jou?
“Ik geniet van het werk van verschillende auteurs. De keuze van wat ik wil lezen hangt altijd af van mijn stemming op dat moment. Cynthia Harrod Eagles is mijn favoriete schrijver, net als Andrew Taylor, Peter May en Peter James. Daarnaast zou ik het heerlijk vinden als ik kon schrijven zoals Hilary Mantel.”
Waarom schrijf je graag romans over de oorlog of het leven tijdens een oorlog?
“Ik vind het leuk om mijn personages in moeilijke of gevaarlijke situaties te plaatsen en te kijken hoe ze ermee omgaan, of ze het nu overleven of niet. Maar ook om te zien hoe ze zich verhouden tot andere mensen in dezelfde situatie.”
Onlangs is jouw roman Twee moedige vrouwen
uitgekomen in Nederland. Waar gaat dit boek over?
“Het verhaal van Twee moedige vrouwen speelt zich af in Frankrijk onder Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Dit boek is het vervolg op De verloren vader, dat zich afspeelt op de dezelfde plek maar dan tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ik wilde weten wat er met een van mijn personages, Sarah Hurst, was gebeurd en dus moest ik het boek Twee moedige vrouwen schrijven om daarachter te komen.”
Hoe begin je aan een verhaal? Bedenk je de verhaallijnen in detail en ga je daarna schrijven of krijg je ideeën tijdens het schrijven?
“Ik heb meestal een begin en een eind in gedachten en weet ongeveer hoe ik van de ene naar de andere moet komen. Maar heel vaak veranderen dingen gaandeweg; ik krijg een beter idee of een van mijn personages zegt iets wat ik niet had verwacht. Dan moet ik vaak delen gaan herschrijven.”
Wat is de aanleiding voor een nieuw boek? En waar haal je alle inspiratie vandaan?
“Zodra ik een boek uit heb, neem ik meestal een pauze, maar het duurt niet lang voordat ik weer wil schrijven. Wat betreft inspiratie: als je wacht op inspiratie, zou je nooit iets schrijven. Soms zorgt een artikel of een interview op de radio voor het begin van een verhaal. Ook heb ik een aantal keren onderzoek gedaan dat nodig was om een boek te schrijven. Dan zocht ik naar een interessant feitje of bijzonder verhaal dat de kern vormt van mijn volgende boek.”
Je schreef het boek Het meisje zonder naam dat gebaseerd is op historische feiten. Hoe ontstaat zo’n verhaal als je een waargebeurd moment in gedachten hebt?
“Ik las gedenkschriften van veel 'Kindetransport'-kinderen en ik ontmoette een dame die alleen naar Engeland was gestuurd toen ze nog maar negen was. Er waren zoveel mogelijke eindes aan dergelijke verhalen, blij of verdrietig. Ik probeerde mezelf in de schoenen te verplaatsen van degenen die voor hun eigen veiligheid waren weggestuurd, en nooit meer herenigd zijn met hun families. Ondanks dat mijn boeken fictie zijn, zal iedereen die ze leest herinnerd worden aan de feiten die eraan ten grondslag liggen. Als we vergeten wat er werkelijk is gebeurd, lopen we het risico dat het opnieuw gaat gebeuren.”
Heb je weleens zin gehad om te schrijven in andere genres?
“Ik schreef romans voordat ik me wendde tot wat ik omschrijf als ‘modern historicals’. Ik zou best willen schrijven over misdaad, maar ik weet niet genoeg over de politieprocedure en aangezien de zaken zo snel gaan op dat gebied, weet ik dat ik te veel fouten zou maken. Dus ik laat het aan anderen over en geniet gewoon van de boeken die zij schrijven.”
Kunnen we nog een nieuw boek van jou verwachten?
“Er is altijd eentje in de maak!”